ECLI:NL:RBDOR:2008:BG2052

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
12 september 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB07/1219
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van zakelijke parkeervergunningen aan advocatenkantoor in Dordrecht

In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 12 september 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen een advocatenkantoor, eiseres, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dordrecht, verweerder. Eiseres had een aanvraag ingediend voor twee zakelijke parkeervergunningen, maar deze aanvraag werd door verweerder afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op de Parkeerverordening Dordrecht, die per 1 januari 2007 in werking was getreden. Verweerder stelde dat eiseres over voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein beschikte, wat volgens de beleidsregels leidde tot de weigering van de vergunningen.

Eiseres voerde aan dat er in de omgeving van haar kantoor voldoende parkeerplaatsen beschikbaar waren en dat de gemeente eerder had beloofd dat zij twee parkeervergunningen zou krijgen. De rechtbank oordeelde echter dat de enkele stelling van eiseres over beschikbare parkeerplaatsen niet voldoende was om af te wijken van het beleid van verweerder. De rechtbank vond het beleid van verweerder, dat per bedrijf maximaal twee zakelijke parkeervergunningen kan worden verleend, niet kennelijk onredelijk. Bovendien was de noodzaak voor de POET-regeling voldoende onderbouwd door verweerder.

De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van de vergunningen rechtmatig was en dat er geen strijd was met het vertrouwensbeginsel, aangezien de afspraken uit het verleden niet schriftelijk waren vastgelegd en de regelgeving was gewijzigd. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en legde geen proceskostenveroordeling op. Deze uitspraak bevestigt de bevoegdheid van de gemeente om vergunningen te weigeren op basis van de beschikbare parkeermogelijkheden op eigen terrein.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
Sector Bestuursrecht
procedurenummer: AWB 07/1219
uitspraak van de meervoudige kamer voor bestuursrechtelijke zaken
inzake
[eiseres], gevestigd te Dordrecht, eiseres,
gemachtigde: mr. E. Lems, advocaat te Barendrecht,
tegen
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dordrecht, verweerder, gemachtigde: mr. [naam gemachtigde], werkzaam bij de gemeente Dordrecht.
1. Ontstaan en loop van het geding
Verweerder heeft bij besluit van 12 maart 2007 de aanvraag van eiseres voor twee zakelijk onbeperkte parkeervergunningen en twee zakelijk beperkte parkeervergunningen voor het perceel [straatnaam] te Dordrecht afgewezen.
Tegen dit besluit heeft eiseres bij brief van 16 april 2007 bezwaar gemaakt bij verweerder.
Bij besluit van 24 oktober 2007 heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Tegen dit besluit heeft eiseres bij faxbericht van 4 december 2007 beroep ingesteld bij de rechtbank Dordrecht.
De zaak is op 23 juni 2008 ter zitting van een meervoudige kamer behandeld.
Eiseres heeft zich ter zitting laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde.
Verweerder heeft zich ter zitting laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, alsmede door mr. [naam], werkzaam bij de gemeente Dordrecht.
2. Overwegingen
2.1. In artikel 3, eerste lid, van de van de Parkeerverordening Dordrecht is bepaald dat het college op een daartoe strekkende aanvraag een vergunning kan verlenen voor het parkeren op vergunninghoudersplaatsen en/of parkeerapparatuurplaatsen. Een vergunning kan worden verleend aan:
(…);
b. de eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar vergunninghoudersplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en die aantoont dat het in het belang van diens beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te kunnen parkeren;
(..)
In het tweede lid is bepaald dat het college in bijzondere gevallen ook een vergunning kan verlenen aan eigenaren of houders van motorvoertuigen die niet voldoen aan één van de in het eerste lid genoemde voorwaarden.
Ingevolge het zesde lid is het college bevoegd nadere regels te stellen betreffende het aanvragen, het verlenen en het gebruik van de vergunning.
Artikel 1 van de Beleidsregels parkeervergunningen Dordrecht (hierna: de Beleidsregels) luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
“Voor de toepassing van deze beleidsregels wordt verstaan onder:
(…)
c. zakelijke vergunning: een vergunning, afgegeven op naam, bestemd voor bedrijven uit de gebieden waar vergunninghoudersplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn;
d. beperkte zakelijke vergunning: een zakelijke vergunning die geldig is van maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 19.00 uur;
(…)
e. onbeperkte zakelijke vergunning: een zakelijke vergunning die geldig is voor de gehele week gedurende de periode van 9.00 tot 22.00 uur.
(…)
j. bedrijf: een door één of meer natuurlijke personen gevoerd, daadwerkelijk activiteiten kennend bedrijf of beroep, ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel of anders geregistreerd. Onder bedrijf wordt in ieder geval verstaan naamloze vennootschap, besloten vennootschap, vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap, maatschap, eenmanszaak, vrij beroep, overheidsinstelling, vereniging en stichting;
(…)”.
In artikel 6 van de Beleidsregels is bepaald:
"1. Een bedrijf in de zin van artikel 1 sub j dat is gevestigd in een gebied waar men middels een vergunning kan parkeren komt in aanmerking voor een zakelijke vergunning. Het bedrijf dient bij de aanvraag een kopie te overleggen van een maximaal één maand oud uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel of een ander recent bewijsstuk van vestiging.
2. Per bedrijf kunnen maximaal twee zakelijke vergunningen worden verleend.
3. Voor een eerste zakelijke vergunning heeft een bedrijf de keuze tussen een beperkte vergunning en een onbeperkte vergunning. Een tweede vergunning wordt alleen verleend in de vorm van een beperkte vergunning.
(…)
9. Het aantal te verlenen zakelijke vergunningen wordt verminderd met het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein dat zich op het grondgebied van het bedrijf bevindt of bij het bedrijf hoort.
10. Indien op het adres van de aanvrager reeds een vergunning is verleend of parkeergelegenheid op eigen terrein aanwezig is, komt de aanvrager slechts in aanmerking voor een tweede zakelijke vergunning.”
Bij besluit van 19 juni 2007 heeft de gemeenteraad van Dordrecht het gebied Kasperspad- Blekersdijk, aangeduid als sector E, aangewezen als weggedeelten waar bewoners en bedrijven gevestigd moeten zijn om een parkeervergunning als bedoeld in de Parkeerverordening Dordrecht te kunnen aanvragen.
2.2. Verweerder heeft bij het bestreden besluit zijn standpunt gehandhaafd dat eiseres niet in aanmerking komt voor verlening van de gevraagde zakelijke parkeervergunningen, omdat zij over parkeergelegenheid op eigen terrein beschikt voor minimaal twee voertuigen.
2.3. Eiseres stelt zich op het standpunt dat haar ten onrechte de gevraagde zakelijke vergunningen zijn geweigerd. Op het adres [straatnaam] te Dordrecht is het advocatenkantoor van eiseres gevestigd. Volgens de Beleidsregels komt een bedrijf in aanmerking voor (maximaal) twee zakelijke vergunningen als uit het uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel blijkt dat het bedrijf is gevestigd in een gebied waar men middels een vergunning kan parkeren. Eiseres stelt aan deze eisen te voldoen. Voordat eiseres in 2000 naar haar huidige adres is verhuisd heeft zij met de gemeente afgesproken dat zij twee parkeervergunningen zou krijgen. Door zich niet aan deze afspraken te houden handelt verweerder volgens eiseres in strijd met het vertrouwensbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel. Afspraken uit het verleden kunnen volgens haar niet door plotselinge wijziging van de regelgeving opzij worden gezet.
Het is voor eiseres van essentieel belang dat zij de parkeervergunningen behoudt. Het kantoor van eiseres heeft circa 30 advocaten en bijna 30 werknemers in dienst. Voorts ontvangt het kantoor veel cliënten en andere advocaten. In de omgeving is te weinig vrije parkeergelegenheid beschikbaar en gelet op de omvang van haar eigen perceel en omliggende bebouwing is het realiseren van extra parkeergelegenheid op eigen terrein niet mogelijk. De noodzaak voor het toepassen van de Parkeergelegenheid op Eigen Terrein -regeling (hierna: POET-regeling) is naar het idee van eiseres onvoldoende aangetoond of gebleken. Eiseres wijst er op dat er voldoende lege parkeerplaatsen in de buurt zijn. Volgens eiseres heeft verweerder verzuimd een belangenafweging te maken tussen het doel dat met het beleid wordt beoogd en het toegepaste middel, zodat het bestreden besluit in strijd is genomen met het motiverings- en zorgvuldigheidsbeginsel. De PIAF-meter acht eiseres geen redelijk alternatief, nu het geen oplossing voor de parkeerproblematiek oplevert en het parkeren hierdoor slechts duurder is geworden.
2.4. De rechtbank overweegt het volgende.
Per 1 januari 2007 is de Parkeerverordening Dordrecht in werking getreden en per 1 april 2007 heeft verweerder een nieuw parkeerbeleid ingevoerd met het doel het beperkte aantal parkeerplaatsen in het vergunninghoudergebied op een eerlijke en evenredige manier te (her)verdelen. Aan de invoering van het beleid ligt de “Nota nieuwe parkeerregels voor de Binnenstad en de 19e eeuwse schil” (hierna: de Nota) ten grondslag. Deze Nota dient volgens de rechtbank als een nadere toelichting op verweerders beleid te worden beschouwd.
De toelichting op de POET-regeling is beschreven onder punt 4.1 sub 3 van de Nota. De rechtbank acht het door verweerder gevoerde beleid om per bedrijf maximaal twee zakelijke parkeervergunningen te verlenen en het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein als bedoeld in artikel 6, negende lid, van de Beleidsregels op het aantal te verkrijgen vergunningen in mindering te brengen, niet kennelijk onredelijk. Verweerder heeft de noodzaak voor het toepassen van de POET-regeling in zijn beleid voldoende onderbouwd en ter motivering van zijn besluit conform artikel 4:82 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), mede kunnen verwijzen naar de Beleidsregels.
Gelet op de omstandigheid dat eiseres over minimaal twee parkeerplaatsen op eigen terrein beschikt heeft verweerder in redelijkheid de gevraagde zakelijke vergunningen aan eiseres kunnen weigeren.
De omstandigheid dat in het verleden wel een zakelijke vergunning is verleend aan eiseres en dat er met de gemeente afspraken zouden bestaan over de verlening van een parkeervergunning aan eiseres kan niet tot het oordeel leiden dat verweerder nu in strijd met het vertrouwens- of rechtszekerheidsbeginsel heeft gehandeld door de vergunning thans te weigeren. De niet op papier gestelde afspraken zouden voor het jaar 2000 zijn gemaakt. Eiseres heeft niet aannemelijk kunnen maken dat door verweerder de expliciete, ondubbelzinnige en onvoorwaardelijke toezegging is gedaan dat zij ook na 2000 tot in lengte van jaren zou kunnen blijven beschikken over een zakelijke parkeervergunning. De rechtbank heeft geen aanleiding gevonden om te oordelen dat verweerder dienaangaande rechtens te honoreren verwachtingen heeft gewekt jegens eiseres. Verweerder heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat met de inwerkingtreding van de Parkeerverordening Dordrecht op 1 januari 2007 het juridische regime ten opzichte van het verleden is gewijzigd.
De enkele stelling van eiseres dat er in de directe omgeving van het kantoor van eiseres overdag voldoende parkeerplaatsen beschikbaar zijn leidt niet tot het oordeel dat in afwijking van verweerders beleid aan eiseres een of meer zakelijke parkeervergunningen dienden te worden verleend. Door de aanwezigheid van vrije parkeerplaatsen zijn personeel en cliënten van eiseres juist in de gelegenheid om in de buurt van het kantoor te kunnen parkeren.
Verweerder heeft daarbij gewezen op de mogelijkheid gebruik te maken van de PIAF-meter. Dat deze persoonlijke parkeermeter duurder in gebruik is dan een parkeervergunning kan niet tot het oordeel leiden dat het middel, mede gelet op het doel van het beleid, niet als goed alternatief kan worden aangemerkt. Voorts heeft verweerder zich op het standpunt kunnen stellen dat niet valt in te zien dat eiseres als advocatenkantoor een groter belang heeft bij het beschikken over een of meer parkeervergunningen dan bijvoorbeeld een ander dienstverlenend bedrijf.
Voor het oordeel dat het bestreden besluit in strijd met het motiverings- dan wel zorgvuldigheidsbeginsel is genomen acht de rechtbank gelet op hetgeen hiervoor is overwogen geen grond aanwezig.
Uit het voorgaande volgt dat het beroep ongegrond is.
De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling als bedoeld in artikel 8:75 van de Awb.
Gezien het vorenstaande beslist de rechtbank als volgt.
3. Beslissing
De rechtbank Dordrecht,
- verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door mr. P.K. Nihot, voorzitter, en mrs. W.M.P.M. Weerdesteijn en P. Putters, leden, en door de voorzitter
en E. Naaijen-van Kleunen, griffier, ondertekend.
Uitgesproken in het openbaar op: 12 september 2008
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen een belanghebbende en het bestuursorgaan hoger beroep instellen. Het instellen van hoger beroep geschiedt door het indienen van een beroepschrift bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag, binnen zes weken na de datum van verzending van deze uitspraak.