ECLI:NL:RBDOR:2008:BF3279
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot vaststelling voorkeursrecht tot koop en schadevergoeding na onrechtmatig beslag
In deze zaak vorderde Mohr Mode B.V. dat Gauhold B.V. werd veroordeeld tot het erkennen van een voorkeursrecht tot koop met betrekking tot een winkelpand dat door Mohr Mode werd gehuurd. Mohr Mode stelde dat er een mondelinge toezegging was gedaan door de bestuurder van Gauhold, waarin werd beloofd dat Mohr Mode als eerste zou worden benaderd bij een eventuele verkoop van het pand. Gauhold betwistte deze toezegging en voerde aan dat er geen voorkeursrecht was overeengekomen, wat ook bleek uit de definitieve huurovereenkomst waarin een dergelijk recht niet was opgenomen.
De rechtbank heeft de onderhandelingsgeschiedenis en de gemaakte afspraken tussen partijen zorgvuldig onderzocht. Het oordeel was dat, hoewel er mogelijk een mondelinge toezegging was gedaan, deze niet bindend was omdat het recht van koop niet in de huurovereenkomst was opgenomen. De rechtbank concludeerde dat er geen voorkeursrecht tot koop was overeengekomen en wees de vorderingen van Mohr Mode af.
In reconventie vorderde Gauhold schadevergoeding van Mohr Mode wegens onrechtmatig beslag dat door Mohr Mode was gelegd op het pand. De rechtbank oordeelde dat het beslag onrechtmatig was, omdat de vordering van Mohr Mode was afgewezen. Gauhold kreeg een schadevergoeding toegewezen voor de kosten van de bankgarantie die zij had moeten stellen, maar de overige schadevorderingen werden afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing.
Het vonnis werd uitgesproken op 24 september 2008 door de enkelvoudige kamer van de Rechtbank Dordrecht, waarbij Mohr Mode in de proceskosten werd veroordeeld.