ECLI:NL:RBDOR:2008:BD8726

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
22 juli 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
76158 FT-RK 08.5153
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot vaststelling van een dwangakkoord in het kader van de schuldsaneringsregeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 22 juli 2008 uitspraak gedaan over een verzoek tot vaststelling van een dwangakkoord in het kader van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP). De verzoeker, die te maken heeft met een problematische schuldenlast van in totaal € 7.780,68, heeft een schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers, waarbij hij een betaling van 16,81% tegen finale kwijting voorstelde. Vodafone Libertel N.V., als grootste schuldeiser, weigerde echter in te stemmen met deze regeling, met de argumentatie dat de verzoeker geen problematische schuldenlast zou hebben.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker, die momenteel geen betaald werk heeft en een bijstandsuitkering ontvangt, een persoonlijkheidsstoornis heeft die zijn werkcapaciteit beïnvloedt. De rechtbank overwoog dat de weigering van Vodafone niet gerechtvaardigd was, gezien de omstandigheden van de verzoeker en het feit dat alle andere schuldeisers wel instemden met de regeling. De rechtbank concludeerde dat de aangeboden regeling voor de schuldeisers op korte termijn voordeliger was dan de onzekerheid van een wettelijke schuldsanering.

De rechtbank heeft vervolgens het verzoek tot vaststelling van het dwangakkoord toegewezen en Vodafone veroordeeld in de kosten van de procedure, die op nihil zijn vastgesteld. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de regeling onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
Sector civiel recht
zaaknummer: 76158 FT-RK 08.5153
dwangakkoord schuldsaneringsregeling
Op 3 juli 2008 is ter griffie binnengekomen het verzoekschrift tot vaststelling van een dwangakkoord als bedoeld in artikel 287a Faillissementswet (Fw) met bijlage van
[verzoeker]
wonende te [woonplaats], [adres]
verzoeker;
tegen:
Vodafone Libertel N.V.
gevestigd te 5038 AA Tilburg aan de Heuvelstraat 21/a, verweerder,
vertegenwoordigd door Vesting Finance, te Almere-Stad, aan de Luidsprekerstraat 18-24.
Het verzoekschrift is behandeld ter terechtzitting van 22 juli 2008. Daarbij is verzoeker gehoord. Verweerder is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.
Bij de beoordeling van het onderhavige verzoek gaat de rechtbank uit van de navolgende vaststaande feiten.
- verzoeker heeft 8 concurrente schuldeisers, die in totaal een bedrag van € 7.780,68 van hem te vorderen hebben. Tot deze concurrente schuldeisers behoort Vodafone Libertel N.V. met een vordering van € 2.184,70.
- verzoeker heeft op of omstreeks 11 maart 2008 een schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers, inhoudende een betaling van 16,81 % tegen finale kwijting. Dit voorstel is gebaseerd op een aan hem te verlenen saneringskrediet van € 1.307,74 netto, waarvan de hoogte is bepaald aan de hand van de op grond van zijn situatie berekende aflossingscapaciteit.
- Vodafone is de enige schuldeiser die geweigerd heeft in te stemmen met de aangeboden schuldregeling. Vodafone heeft als reden opgegeven dat zij de schuldeiser is met de hoogste vordering en dat zij van mening is dat verzoeker geen problematische schuldenlast heeft.
Verzoeker heeft ter zitting verklaard dat hij thans geen aflossingscapaciteit heeft, maar toch bereid is maandelijks af te dragen. Op grond daarvan verstrekt de Sociale Dienst verzoeker een saneringskrediet van € 1.307,74 netto, zodat hij zijn schuldeisers een bedrag ineens kan aanbieden. Verzoeker heeft verklaard dat dit thans het maximaal haalbare is. Hij volgt een hulpverleningstraject in verband met zijn verslavingsproblematiek en psychische klachten, waardoor hij thans niet in staat is om betaald werk te verrichten en hij alleen een bijstandsuitkering ontvangt. Tevens heeft verzoeker aangevoerd dat niet Vodafone maar dat Orange zijn grootste schuldeiser is.
De rechtbank ziet zich gesteld voor het beantwoorden van de vraag of Vodafone in redelijkheid tot weigering van instemming met de schuldregeling heeft kunnen komen, in aanmerking genomen de het belang dat zij heeft bij uitoefening van de bevoegdheid tot weigering en het belang van de schuldenaar dat door de weigering wordt geschaad alsmede het belang van de overige schuldeisers
– die wel met de minnelijke regeling hebben ingestemd.
De door Vodafone opgegeven redenen van weigering zijn niet juist. De vordering van één van de andere schuldeisers is hoger en – hoewel de omvang van de schuldenlast in absolute zin niet zeer hoog is, kan deze gelet op de (inkomens-)situatie van verzoeker en gelet op zijn thans geringe perspectief op verbetering ervan toch problematisch worden geacht.
Verzoeker beschikt thans niet over betaald werk en werkt een beperkt aantal uren met behoud van uitkering. Hij heeft – onderbouwd met stukken – voldoende aannemelijk gemaakt dat hij een persoonlijkheidsstoornis heeft en dat die stoornis ervoor zorgt dat de kans dat hij op afzienbare termijn meer kan werken of succesvol naar betaald werk kan worden geleid, waarmee hij meer kan verdienen dan de bijstandsuitkering die hij thans heeft, niet groot is.
Nu toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling van verzoeker indien geen dwangakkoord zou worden opgelegd niet onwaarschijnlijk kan worden geacht en nu toepassing van die wettelijke regeling ook aanzienlijke kosten met zich meebrengt die in mindering komen op hetgeen verzoeker thans aan afloscapaciteit heeft of wat hij nog zou kunnen verwerven, zou toepassing van de schuldsaneringsregeling de schuldeisers naar verwachting niet meer opleveren dan thans bij het akkoord wordt aangeboden.
Daarbij geldt nog dat een eventuele bate voor de schuldeisers pas aan het eind van de schuldsaneringsregeling wordt uitgekeerd terwijl het akkoord erin voorziet dat het aangeboden bedrag ineens en op korte termijn betaalbaar wordt gesteld.
Alle andere schuldeisers van verzoeker hebben wel ingestemd met de aangeboden regeling.
Gelet op het voorgaande ziet de rechtbank niet welk redelijk belang Vodafone heeft bij haar weigering van de aangeboden regeling. Nu het belang van schuldeiser bij het verkrijgen van zekerheid omtrent een regeling en bij het voorkomen van de hogere kosten van toepassing van de wettelijke regeling duidelijk zijn en het belang van de schuldeisers bij het verkrijgen van een uitkering ineens op korte termijn voor de hand ligt, acht de rechtbank het geboden het verzoek tot vaststelling van een dwangakkoord toe te wijzen.
Vodafone zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Nu voor het onderhavige verzoekschrift geen griffierecht verschuldigd is en verzoeker niet is bijgestaan door een procureur, worden de kosten begroot op nihil.
De beslissing
De rechtbank:
- beveelt Vodafone om in te stemmen met de door verzoeker aangeboden schuldregeling;
- veroordeelt Vodafone in de kosten van deze procedure, aan de zijde van verzoeker bepaald op nihil;
- verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Gewezen door mr. R.P. Broeders en uitge¬spro¬ken ter open¬bare te¬rechtzit¬ting van 22 juli 2008 in tegen¬woor¬dig¬heid van de griffier .