ECLI:NL:RBDOR:2008:BD4896

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
18 juni 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
72529/ HA ZA 08-2027
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident tussen een Nederlands en Belgisch bedrijf over een mondelinge overeenkomst en forumkeuze

In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 18 juni 2008 uitspraak gedaan in een bevoegdheidsincident tussen een Nederlands bedrijf (eiseres) en een Belgisch bedrijf (gedaagde). Eiseres vorderde nakoming van een mondelinge overeenkomst en beroept zich op haar algemene voorwaarden, waarin een forumkeuzebeding is opgenomen. Gedaagde heeft echter tijdig een exceptie van onbevoegdheid opgeworpen, stellende dat de Nederlandse rechter onbevoegd is op grond van artikel 23 van de EEX-Verordening en artikel 5 van het EEX-Verdrag. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen geldige forumkeuze is gemaakt, omdat gedaagde de algemene voorwaarden niet heeft aanvaard. De rechtbank concludeert dat de hoofdregel van artikel 2 EEX-Verordening van toepassing is, wat betekent dat de Belgische rechter bevoegd is om kennis te nemen van de vorderingen in de hoofdzaak. De rechtbank verklaart zich onbevoegd en legt de kosten van het incident op aan de in het ongelijk gestelde partij, eiseres.

De feiten van de zaak zijn als volgt: Eiseres heeft in oktober 2006 producten geleverd aan gedaagde en een factuur gestuurd voor een bedrag van € 4.387,84. Eiseres beroept zich op haar algemene voorwaarden, die van toepassing zouden zijn op de koopovereenkomst. Gedaagde betwist echter de toepasselijkheid van deze voorwaarden en stelt dat er geen rechtsgeldige forumkeuze is gemaakt. De rechtbank overweegt dat de enkele verwijzing naar de algemene voorwaarden op de factuur niet voldoende is om aan te nemen dat gedaagde deze heeft aanvaard. De rechtbank concludeert dat de overeenkomst het nauwst verbonden is met België, waar de levering heeft plaatsgevonden, en dat derhalve het Belgische recht van toepassing is. De rechtbank wijst de vordering van eiseres af en verklaart zich onbevoegd.

Uitspraak

-RECHTBANK DORDRECHT
Sector civiel recht
zaaknummer: 72529/ HA ZA 08-2027
vonnis in het incident van 18 juni 2008
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres],
gevestigd te Werkendam,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
procureur: mr. A.Th. de Haan,
tegen
de vennootschap naar Belgisch recht,
[gedaagde],
gevestigd te Heusden (België),
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
procureur: mr. V.J. Groot.
Partijen worden hieronder aangeduid als [eiseres] en [gedaagde].
1. Het procesverloop
1.1. De rechtbank heeft kennis genomen van de volgende processtukken:
- dagvaarding van 27 november 2007,
- incidentele conclusie houdende onbevoegdheidincident en tevens conclusie van antwoord,
- conclusie van antwoord in het bevoegdheidsincident,
- de door beide partijen overgelegde stukken.
2. De vaststaande feiten
2.1 Tussen [eiseres] en [gedaagde] is te België een mondelinge overeenkomst gesloten.
2.2 [eiseres] heeft op of omstreeks oktober 2006 aan [gedaagde] diverse producten geleverd welke [gedaagde] heeft ontvangen en behouden waarna [eiseres] [gedaagde] een factuur heeft toegezonden d.d. 12 oktober 2006 -met het nummer: 261822- voor een bedrag van € 4.387,84.
2.3 Op bovengenoemde factuur staat onder meer het volgende vermeld:
“Op al onze transacties en aanbiedingen zijn onze algemene voorwaarden van toepassing. Een exemplaar van onze voorwaarden wordt u op verzoek kosteloos toegestuurd. De voorwaarden zijn gedeponeerd bij de kamer van koophandel te Tilburg onder nummer 18127523”.
2.4 Artikel 22 van de algemene voorwaarden van [eiseres] (hierna te noemen: algemene voorwaarden) luidt als volgt:
“1. De rechter in de vestigingsplaats van gebruiker is bij uitsluiting bevoegd van geschillen kennis te nemen, tenzij de kantonrechter bevoegd is. Niettemin heeft gebruiker het recht geschillen voor te leggen aan de volgens de wet bevoegde rechter.”
2.5 Artikel 23 van de algemene voorwaarden luidt als volgt:
“Toepasselijk recht
1. Op elke overeenkomst tussen gebruiker en de koper is Nederlands recht van toepassing.
Het Weens Koopverdrag is uitdrukkelijk uitgesloten.”
3. De vordering
De vordering in de hoofdzaak
3.1 [eiseres] vordert om [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen om aan [eiseres] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag ad € 5.309,73 te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119a BW over
€ 4.387,84, berekend vanaf 23 augustus 2007 tot de dag der algehele voldoening en [gedaagde], eveneens uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen in de kosten van het geding.
Zij stelt daartoe, naast de vaststaande feiten, het volgende.
3.2 Op de met [gedaagde] gesloten koopovereenkomst zijn de algemene voorwaarden van [eiseres] van toepassing.
3.3 Na het verstrijken van de betalingstermijn van voornoemde factuur is [gedaagde] door [eiseres] meermalen schriftelijk aangemaand tot betaling over te gaan, waarna zij in gebreke is gesteld.
3.4 Op grond van artikel 23 EEX-Vo jo artikel 22 van de algemene voorwaarden is de rechter te Dordrecht bevoegd om van het onderhavige geschil kennis te nemen.
3.5 Op grond van artikel 3 van het Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (hierna te noemen: EVO) jo 23 van de algemene voorwaarden is Nederlands recht van toepassing op de overeenkomst tussen partijen.
exceptie van onbevoegdheid
3.6 Voor alle weren heeft [gedaagde] een exceptie van onbevoegdheid opgeworpen en geconcludeerd dat de rechtbank zich onbevoegd dient te verklaren om van de vordering van [eiseres] kennis te nemen, met verwijzing van de zaak naar de Belgische rechtbank van Koophandel te Gent.
3.7 [gedaagde] stelt dat er geen forumkeuzebeding in de zin van artikel 23 EEX-Vo is overeengekomen nu zij de algemene voorwaarden met het daarin opgenomen forumkeuzebeding niet heeft aanvaard. Noch bij het sluiten van de tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst, noch bij de uitvoering van deze overeenkomst zijn de algemene voorwaarden aan haar medegedeeld of is er enig document hierover opgemaakt. Nu de factuur –waarop wordt verwezen naar de algemene voorwaarden- pas na de volledige transactie werd uitgereikt aan [gedaagde], kan zij de daarin opgenomen algemene voorwaarden niet hebben aanvaard en kunnen deze daardoor geen deel uitmaken van de inmiddels uitgevoerde overeenkomst.
3.8 Op grond van artikel 5 lid 1 Europees Bevoegdheids- en Executieverdrag van 27 september 1968, Trb. 1969, 101(hierna te noemen EEX-Verdrag) en artikel 5 lid 1 EEX-Vo
is de rechtbank van Koophandel te Gent (België) bij uitsluiting bevoegd om kennis te nemen van het geschil in de hoofdzaak nu dat de rechtbank van de plaats is waar de verkochte zaak geleverd is.
3.9 Nu er geen rechtsgeldige rechtskeuze kan worden voorgelegd, dient de algemene regel gehanteerd te worden inhoudende dat de overeenkomst wordt beheerst door het recht van het land waarmee zij het nauwst verbonden is, te weten België. Immers, de totstandkoming en uitvoering/levering van de overeenkomst heeft in België plaatsgevonden. Nederlands recht is aldus niet van toepassing.
Verweer in het incident
3.10 De conclusie van [eiseres] strekt tot de bevoegdheidsverklaring van de rechtbank Dordrecht op grond van artikel 23 EEX-Vo jo artikel 22 van de toepasselijke algemene voorwaarden.
Zij voert als verweer het volgende aan:
3.11 Voor de vraag of de algemene voorwaarden van toepassing zijn, is het niet van belang of de algemene voorwaarden aan [gedaagde] ter hand waren gesteld. Immers, [gedaagde] heeft nimmer geprotesteerd tegen de verwijzing van [eiseres] op haar factuur naar de toepasselijkheid van haar algemene voorwaarden waardoor zij deze voorwaarden door haar stilzwijgen heeft aanvaard. [eiseres] mocht hierop gerechtvaardigd vertrouwen ex artikel 3:35 BW. Temeer nu [gedaagde] pas op 13 juni 2007 inhoudelijk verweer heeft gevoerd tegen de factuur d.d. 12 oktober 2006.
4. Beoordeling in het incident
4.1 De exceptie van onbevoegdheid is voor alle weren en daarmee tijdig opgeworpen.
Artikel 23 EEX-Vo
4.2 Voor het aannemen van een geldige forumkeuze eist artikel 23 EEX-Vo dat de overeenkomst tot aanwijzing van een bevoegde rechter gesloten dient te worden hetzij (a) bij een schriftelijke overeenkomst, hetzij bij een schriftelijk bevestigde mondelinge overeenkomst, (b) hetzij in een vorm die toegelaten wordt door de handelwijzen die tussen partijen gebruikelijk zijn, (c) hetzij, in de internationale handel, in een vorm die overeenstemt met een gewoonte waarvan partijen op de hoogte zijn of hadden behoren te zijn en die in de internationale handel algemeen bekend is en door partijen bij dergelijke overeenkomsten in de betrokken handelsbranche doorgaans in acht worden genomen.
4.3 Vast staat dat partijen mondeling een overeenkomst hebben gesloten. In geval van een mondelinge overeenkomst is er sprake van een rechtsgeldige forumkeuze, indien de overeenkomst door de wederpartij schriftelijk wordt aanvaardt. De enkele toezending op zichzelf valt niet aan te merken als een forumkeuzeovereenkomst in de zin van artikel 23 lid 1 onder a EEX-Vo nu hieruit niet valt af te leiden dat over het forumkeuzebeding een wilsovereenstemming -die duidelijk en nauwkeurig tot uitdrukking komt- heeft bestaan tussen partijen. Niet van belang is dat [gedaagde] indertijd geen bezwaar heeft gemaakt tegen de algemene voorwaarden en de daarin opgenomen forumkeuzeovereenkomst.
4.4 Niet aan de orde is of de forumkeuzeovereenkomst geacht moet worden in een andere door artikel 23 EEX-Vo toegelaten vorm te zijn tot stand gekomen nu
niet is gebleken dat de overeenkomst een onderdeel uit heeft gemaakt van lopende handelsbetrekkingen tussen partijen daar tussen partijen onbetwist vaststaat dat zij voor het eerst zaken met elkaar hebben gedaan. Daarnaast is niet door partijen gesteld noch bewezen dat een dergelijk beding in de betrokken handelsbranche een gebruik vormt en het beding is aanvaard in een vorm die de partijen kennen of geacht worden te kennen in de zin van artikel 23 lid 1 onder c EEX-Vo. In het onderhavige geval mag er aldus niet van uit worden gegaan dat er sprake is van een stilzwijgende aanvaarding, te weten een vermoeden van een daadwerkelijke wilsovereenstemming tussen partijen.
4.5 Het verweer van [eiseres] dat [gedaagde] de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden –waaronder het forumkeuzebeding- heeft aanvaard en dat zij daar op grond van 3:35 BW op mocht vertrouwen treft op grond van het vorenstaande geen doel. Nu de EEX-Vo tussen partijen rechtstreekse werking toekomt, doet [eiseres] ten onrechte een beroep op het nationale recht en dan met name op een artikel dat betrekking heeft op het ontstaan van overeenkomsten.
Artikel 5 lid 1 EEX-Verdrag en artikel 5 lid 1 EEX-Vo
4.6 Nu in onderhavige zaak het forumkeuzebeding niet toepasselijk is en er geen geldige rechtskeuze is gemaakt, geldt de hoofdregel van artikel 2 EEX-Vo. Artikel 2 lid 1 EEX-Vo luidt als volgt:
“Onverminderd deze verordening worden zij die woonplaats hebben op het grondgebied van een lidstaat, ongeacht hun nationaliteit, opgeroepen voor de gerechten van die lidstaat”.
4.7 De hoofdregel van artikel 2 EEX-Vo kan slechts door alternatieve bevoegdheidsbepalingen opzij worden gezet. Nu niet is gebleken dat in het onderhavige geval alternatieve bevoegdheidsbepalingen gelden, dient niet artikel 5 lid 1 EEX-Verdrag dan wel 5 lid 1 EEX-Vo toegepast te worden, maar artikel 2 EEX-Vo op grond waarvan de Belgische rechter bevoegd is kennis te nemen van de door [eiseres] ingestelde vordering.
Toepasselijk recht
4.8 Ondanks dat [eiseres] zich op het standpunt heeft gesteld dat op grond van artikel 3 EVO jo 23 algemene voorwaarden Nederlands recht toegepast dient te worden, zal de rechtbank zich niet uitlaten over het toepasselijke recht nu vast staat dat het forumkeuzebeding niet rechtsgeldig is en de Belgische rechter bevoegd is kennis te nemen van de vorderingen van [eiseres].
4.9 De rechtbank zal zich gelet op het vorenstaande onbevoegd verklaren tot kennisname van de vorderingen van [eiseres].
4.10 [eiseres] dient, als de in het ongelijk gestelde partij, de kosten van dit incident te dragen.
5. De beslissing
De rechtbank:
In het incident
5.1 wijst de vordering toe en verklaart zich onbevoegd van het geschil in de hoofdzaak kennis te nemen;
5.2 veroordeelt [eiseres], uitvoerbaar bij voorraad, in de kosten van dit incident, aan de zijde van [gedaagde], tot aan deze uitspraak begroot op nihil aan verschotten en € 452, = aan salaris van de procureur;
Dit vonnis is gewezen door mr. M.I. Blagrove en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 18 juni 2008.