vonnis
RECHTBANK DORDRECHT
zaaknummer / rolnummer: 74241 / KG ZA 08-43
Vonnis in kort geding van 27 maart 2008
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
REM ROTATING EQUIPMENT MAINTENANCE B.V.,
gevestigd te Hellevoetsluis,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
procureur mr. V.J. Groot,
advocaat mr. M.V. Ammerdorffer te Schiedam,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GRAFICOM SOLUTIONS B.V.,
gevestigd te Hendrik-Ido-Ambacht,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
procureur mr. P.G.E. van Gremberghen.
Partijen zullen hierna REM en Graficom genoemd worden.
1. De procedure
1.1. De voorzieningenrechter heeft ter terechtzitting van 13 maart 2008 kennis genomen van de volgende processtukken:
- de dagvaarding van 26 februari 2008
- de pleitnota van REM
- de pleitnota van Graficom
- de akte houdende eis in reconventie
- de door beide partijen overgelegde producties.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. REM is onderdeel van de Inbartère groep (hierna te noemen: Inbartère). Inbartère bestaat uit diverse ondernemingen die zich voornamelijk richten op technische dienstverlening. REM richt zich op onderhoud aan rotating equipment voor de procesindustrie, zoals pompen. Tot Inbartère behoort ook V.E.M. Deze onderneming richt zich onder meer op verhuur van technische apparatuur. De ondernemingen zijn afzonderlijke rechtspersonen binnen Inbartère.
2.2. Graficom is een IT bedrijf dat voor een aantal bedrijven binnen Inbartère computerapparatuur heeft geleverd en werkzaamheden heeft uitgevoerd. De diverse ondernemingen hadden zelfstandig contact met Graficom en facturatie vond plaats aan de desbetreffende rechtspersoon.
2.3. Graficom heeft een computer met bijbehorend softwarepakket aan REM verkocht en geleverd. Kort daarna heeft REM een modem besteld, dat vervolgens door Graficom is geleverd. De desbetreffende facturen (gedateerd 6 april 2007 respectievelijk 1 mei 2007) zijn door REM betaald.
2.4. REM heeft Graficom verzocht een internetverbinding te regelen voor haar werkplaats in Middelburg. Graficom heeft dit gedaan. Voor het in stand houden van de internetverbinding in de periode 24 april 2007 tot 24 juli 2007 heeft Graficom op 16 juli 2007 een factuur voor een bedrag van € 107,10 aan REM gezonden. REM heeft deze factuur betaald.
2.5. Inbartère en V.E.M. hebben facturen van Graficom uit juli en augustus 2007 onbetaald gelaten. Graficom heeft haar vordering in of omstreeks oktober 2007 ter incasso uit handen gegeven. Op 11 februari 2008 heeft Graficom een dagvaarding laten uitbrengen.
2.6. Een factuur ten bedrage van € 107,10 van Graficom over een periode van drie maanden na 24 juli 2007 voor het in stand houden van de internetverbinding is niet door REM betaald. De internetverbinding van REM is in oktober 2007 door Graficom beëindigd.
3. Het geschil in conventie
3.1. REM vordert na vermeerdering van eis samengevat - bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Graficom te veroordelen:
a. tot het weer werkzaam en werkbaar maken van de internetverbinding, dit op straffe van een dwangsom;
b. tot het beschikbaar stellen van de internetverbinding zodanig dat REM het beheer en de service van deze internetverbinding bij een derde partij kan onderbrengen, dit op straffe van een dwangsom;
c. tot betaling van € 7.500,- als voorschot op de door REM geleden schade;
d. in de kosten van deze procedure.
3.2. Graficom voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. Het geschil in reconventie
4.1. Graficom vordert samengevat - veroordeling van REM tot betaling van € 107,10, dit met veroordeling van REM in de kosten van het geding in reconventie.
4.2. REM voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
5. De beoordeling in conventie
5.1. Het spoedeisend belang is voldoende aannemelijk geworden, nu REM stelt dat Graficom de verplichting tot het onderhouden van de internetverbinding ten onrechte heeft opgeschort en REM zonder medewerking van Graficom niet in staat is die verbinding bij een derde onder te brengen.
5.2. Graficom stelt dat zij bevoegd is haar verplichtingen op te schorten omdat er sprake is van verzuim aan de zijde van REM, in die zin dat REM de in r.o. 2.6. bedoelde factuur voor het in stand houden van de internetverbinding onbetaald heeft gelaten.
5.3. Op grond van artikel 6:262 BW is Graficom slechts bevoegd haar verplichtingen op te schorten indien er sprake is van verzuim aan de zijde van REM, zodat dient te worden vastgesteld of daarvan sprake is.
5.4. Graficom baseert het verzuim van REM op de in r.o. 2.6. genoemde factuur, waarin staat vermeld: “Betaalwijze: Op rekening, 14 dagen. Vervaldatum: 09-08-2007”.
Volgens Graficom geldt deze betalingstermijn als een fatale termijn. In dat geval moet aannemelijk zijn dat die factuur daadwerkelijk door REM is ontvangen. Na de betwisting daarvan door REM heeft Graficom op dit punt geen enkele nadere stelling ontwikkeld, zodat niet aannemelijk is gemaakt dat de factuur is ontvangen.
5.5. Dit betekent dat het door Graficom gestelde verzuim aan de zijde van REM niet is te baseren op een juridisch houdbare grond, zodat Graficom haar verplichtingen jegens REM ten onrechte heeft opgeschort.
5.6. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vordering onder a. toewijsbaar is.
Graficom heeft ter zitting verklaard dat het ongeveer drie dagen zal duren voordat de internetverbinding zal zijn hersteld. Gelet hierop en om executieproblemen te vermijden zal Graficom een termijn van een week worden gegund om een en ander te realiseren, ingaande na de betekening van het vonnis.
5.7. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt als hierna vermeld.
5.8. REM heeft voorts gevorderd Graficom te veroordelen tot het beschikbaar stellen van de internetverbinding, zodanig dat deze bij een derde kan worden ondergebracht. Voor toewijzing van deze vordering is vereist dat REM aannemelijk maakt dat zij het vorenstaande niet kan realiseren zonder medewerking van Graficom.
Graficom heeft gesteld dat de verklaringen van REM ten aanzien van de mogelijkheden van overdracht van de internetverbinding achterhaald zijn en dat - gezien de huidige stand van de technologie - niets REM belemmert de internetverbinding zelf onder te brengen bij een derde. REM heeft haar standpunt vervolgens onvoldoende nader onderbouwd, terwijl dat wel op haar weg lag, door slechts te wijzen op telefonische informatie van een niet nader aangeduide medewerker van KPN die deze verouderde informatie had verstrekt. Dit betekent dat niet aannemelijk is geworden dat REM de medewerking van Graficom nodig heeft om de internetverbinding bij een derde onder te brengen, zodat er geen grondslag is voor toewijzing van de vordering onder b.
5.9. Ten slotte vordert REM een voorschot op de schade die zij vanaf oktober 2007 in de uitoefening van haar bedrijfsvoering heeft geleden door het ontbreken van een internetverbinding. Op REM rustte in dat kader de verplichting de schade zoveel mogelijk zelf te beperken. Gezien hetgeen hierboven in r.o. 5.8. is overwogen dient ervan uit te worden gegaan dat REM zelf de mogelijkheid had het beheer en de service van de internetverbinding aan een derde over te dragen, zodat niet aannemelijk is geworden dat REM er alles aan heeft gedaan om haar schade meteen te beperken. Dit betekent dat de vordering onder c. wordt afgewezen.
5.10. Aangezien elk van partijen als op enig punt in het ongelijk gesteld is te beschouwen, zullen de proceskosten in conventie worden gecompenseerd op de hierna te vermelden wijze.
6. De beoordeling in reconventie
6.1. REM heeft ter zitting verklaard dat zij de hierboven onder 5.2. bedoelde factuur
-waarop de vordering in reconventie betrekking heeft- inmiddels heeft betaald. Graficom heeft dit niet weersproken. De vordering in reconventie zal daarom worden afgewezen.
6.2. Door de betaling van het gevorderde bedrag erkent REM dat zij voormeld bedrag aan Graficom verschuldigd was, zodat Graficom de vordering in reconventie op goede gronden heeft ingediend. In zoverre is er aanleiding REM in reconventie in de kosten te veroordelen. REM stelt echter dat zij Graficom in een eerder stadium uitdrukkelijk heeft verzocht inzage te geven in de vermeende vordering door deze nader te specificeren. Zij gaf aan de factuur niet te kennen. Graficom heeft pas op 11 maart 2008 aan dit verzoek voldaan, waarna het bedrag door REM is betaald. Graficom heeft dit niet betwist, zodat ervan uit dient te worden gegaan dat Graficom haar vordering ondanks uitdrukkelijke verzoeken van REM daartoe niet eerder dan kort voor de behandeling van dit kort geding heeft gespecificeerd. In deze omstandigheden kan REM geen verwijt worden gemaakt ten aanzien van de late betaling van het bedrag, zodat Graficom in de proceskosten zal worden veroordeeld.
6.3. De kosten aan de zijde van REM worden begroot op EUR 263,50 (factor 0,5 × tarief EUR 527,00 aangezien de vordering voortvloeit uit het geschil in conventie en het een zaak zonder ingewikkelde feitelijke of juridische aspecten betreft).
7. De beslissing
De voorzieningenrechter
in conventie
7.1. veroordeelt Graficom tot het weer werkzaam en werkbaar maken van de internetverbinding, zulks binnen een week na betekening van dit vonnis,
7.2. bepaalt dat Graficom voor iedere dag dat zij in strijd handelt met het onder 7.1. bepaalde, aan REM een dwangsom verbeurt van EUR 200,-, tot een maximum van EUR 15.000,-,
7.3. verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
7.4. compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
7.5. wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
7.6. wijst de vorderingen af,
7.7. veroordeelt Graficom in de proceskosten, aan de zijde van REM tot op heden begroot op EUR 263,50.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J. Verschoof en in het openbaar uitgesproken op 27 maart 2008.?