ECLI:NL:RBDOR:2008:BC4871
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- T.F. van der Lugt
- B.J. Duinhof
- E. van Schouten
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens gebrek aan bewijs in gewelddadige beroving
De Rechtbank Dordrecht heeft op 21 februari 2008 uitspraak gedaan in de zaak tegen een 25-jarige verdachte, die werd beschuldigd van medeplegen en medeplichtigheid aan een gewelddadige beroving op straat. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De zaak betrof een incident dat plaatsvond op 25 oktober 2007 te Zwijndrecht, waar de verdachte samen met twee medeverdachten betrokken was bij een beroving van een slachtoffer. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende wettig bewijs was om de verdachte te veroordelen.
Tijdens de zitting werd vastgesteld dat de verdachte niet lijfelijk betrokken was bij de beroving en dat er geen bewijs was dat hij op de hoogte was van de plannen van zijn medeverdachten. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van bewuste en nauwe samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachten, zoals vereist voor medeplegen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet kan worden aangemerkt als medeplichtig, omdat er geen bewijs was dat hij enige ondersteuning had geboden vóór of tijdens het misdrijf.
De rechtbank verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering, aangezien de verdachte werd vrijgesproken en er geen schadevergoeding kon worden toegewezen. De uitspraak benadrukt het belang van wettig bewijs in strafzaken en de vereisten voor het aantonen van medeplegen en medeplichtigheid volgens het Wetboek van Strafrecht.