ECLI:NL:RBDOR:2008:BC4417
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Geschil over de ontbinding van een koopovereenkomst van een woning vanwege onvoldoende informatie over fundering en grondwaterstanden
In deze zaak vorderde de koper van een woning in Dordrecht ontbinding van de koopovereenkomst, omdat de verkoper hem onvoldoende had geïnformeerd over de problematiek rond de fundering van de woning. De koper, bijgestaan door zijn procureur mr. A.F. Ammerlaan, stelde dat hij door de verkoper, vertegenwoordigd door procureur mr. V.J. Groot, was misleid over de staat van de fundering en de grondwaterstanden. De rechtbank ontving diverse processtukken, waaronder de dagvaarding en conclusies van beide partijen, en stelde vast dat de koper de woning had bezichtigd en een rapport over de fundering had ontvangen. De koopovereenkomst werd op 4 mei 2006 gesloten, met een levering op 31 augustus 2006. De verkoper had in de overeenkomst verklaard dat hij niets wist van gebreken aan de fundering, maar de koper stelde dat hij niet was geïnformeerd over een abnormale droogstand van de fundering.
De rechtbank oordeelde dat de verkoper niet in gebreke was gebleven en dat de koper niet kon aantonen dat hij niet op de hoogte was van de wisselende grondwaterstanden. De rechtbank concludeerde dat de koper niet kon terugkomen op de koopovereenkomst op basis van dwaling of non-conformiteit, omdat hij zelf ook onderzoek had kunnen doen. De vordering van de koper werd afgewezen, terwijl de vordering in reconventie van de verkoper om de koopovereenkomst te ontbinden ook werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de koper toerekenbaar tekort was geschoten in de nakoming van de overeenkomst door de waarborgsom niet te betalen. De verkoper werd veroordeeld tot schadevergoeding aan de koper, maar de rechtbank matigde de boete tot € 10.000,-. De uitspraak werd gedaan op 13 februari 2008.