ECLI:NL:RBDOR:2008:BC3658
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.M.H. Geerars
- M.M. Moolenburgh
- J.A.M. van den Berk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering onttrekking aan het verkeer van kunstwerken in het kader van een kunstproject
In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 6 februari 2008 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot onttrekking aan het verkeer van een aantal in beslag genomen voorwerpen. Deze voorwerpen waren aangetroffen op het terrein van een museum in Gorinchem en maakten deel uit van een kunstproject. De officier van justitie stelde dat de voorwerpen, waaronder afgezaagde en geverfde bloempotten, een sprekende gelijkenis vertoonden met voor ontploffing bestemde voorwerpen, zoals landmijnen, en dat ze derhalve onder de Wet Wapens en Munitie vielen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was dat de voorwerpen daadwerkelijk geschikt waren voor bedreiging of afdreiging, en dat de kunstenaars niet de intentie hadden om met deze kunstwerken te bedreigen.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. De materiedeskundige van de politie had gerapporteerd dat de voorwerpen een gelijkenis vertoonden met explosieven, maar de rechtbank vond deze conclusie onvoldoende onderbouwd. De voorwerpen waren immers onderdeel van een kunstzinnige expressie en niet daadwerkelijk wapens. De rechtbank benadrukte dat de inbeslagname een inbreuk op de vrijheid van kunst en meningsuiting vormde.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie afgewezen, met de overweging dat de teruggave van de voorwerpen aan de kunstenaars niet in strijd was met het algemeen belang. De beslissing werd genomen in het openbaar, waarbij de rechtbank de belangen van de kunstenaars en de context van hun kunstproject in overweging nam.