ECLI:NL:RBDOR:2007:BB4887
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vorderingen Hoogendonk B.V. tegen Dutch Spiral B.V. inzake bewijsbeslag en auteursrecht
In deze zaak, die zich afspeelt in het civiele recht, heeft de Rechtbank Dordrecht op 3 oktober 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen Hoogendonk B.V. en Dutch Spiral B.V. In de zomer van 2003 werd er een bewijsbeslag gelegd op basis van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Na vier jaar bleek dat dit beslag geen bewijs had opgeleverd, wat leidde tot de afwijzing van de vorderingen van Hoogendonk. Hoogendonk, eiseres in conventie en verweerster in reconventie, stelde dat Dutch Spiral gebruik had gemaakt van gegevensdragers die door ex-werknemers van Hoogendonk waren meegenomen. De rechtbank oordeelde dat de vorderingen moesten worden afgewezen, omdat Hoogendonk niet had kunnen bewijzen dat Dutch Spiral onrechtmatig had gehandeld.
De rechtbank benadrukte dat de bewijslast bij Hoogendonk lag en dat zij niet in staat was om het bewijs te leveren dat zij had willen aanvoeren. Hoogendonk had aangevoerd dat zij digitale bestanden nodig had om haar stelling te onderbouwen, maar de rechtbank concludeerde dat zij inmiddels digitale kopieën had ontvangen en dat zij haar aanvankelijke stelling had laten varen. Daarnaast werd het beroep op auteursrecht door Hoogendonk niet voldoende onderbouwd, waardoor ook dit aspect van de vorderingen werd afgewezen.
De rechtbank besloot dat Hoogendonk, als in het ongelijk gestelde partij, verantwoordelijk was voor de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagden waren begroot op € 1.787, waarvan € 1.582 aan salaris van de procureur en € 205 aan griffierecht. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. W.J.M. Diekman.