ECLI:NL:RBDOR:2007:BB0301
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Stelselmatige mishandeling van (stief)kinderen door de verdachte
In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 24 juli 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 27-jarige vrouw, die werd beschuldigd van zware mishandeling van haar (stief)kinderen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. De feiten zijn gepleegd in de periode van 16 december 2004 tot en met 22 december 2006, waarbij de verdachte haar kinderen, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, als persoon bij wie de kinderen zich veilig zouden moeten voelen, zich op een onacceptabele wijze heeft misdragen. De kinderen vertoonden extreem angstig en claimend gedrag, wat duidt op de psychische schade die zij hebben opgelopen door de mishandelingen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, zwaar laten meewegen in de strafmaat. De verdachte heeft geen blijk gegeven van inzicht in haar handelen en de gevolgen daarvan voor de kinderen, wat de rechtbank als zorgwekkend heeft ervaren. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die een gevangenisstraf van vijftien maanden had geëist, niet in zijn geheel overgenomen, maar heeft de straf zwaarder vastgesteld, gezien de stelselmatige aard van de mishandelingen en het herhalingsgevaar. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van enkele ten laste gelegde feiten, maar heeft de bewezenverklaring van de zware mishandeling van de kinderen als overtuigend beschouwd, gebaseerd op getuigenverklaringen en deskundigenrapportages.