RECHTBANK DORDRECHT
Sector civiel recht
zaaknummer: 65643 / HA ZA 06-2478
vonnis van de enkelvoudige kamer van 2 mei 2007
[eiseres],
wonende te Raamsdonkveer, gemeente Geertruidenberg,
eiseres,
procureur: mr. C.F.W.A. Hamm,
[gedaagde],
wonende te Dordrecht,
gedaagde,
procureur: mr. A.J.T.M. van Iersel.
Partijen worden hieronder aangeduid als eiseres en gedaagde.
1. Het procesverloop
De rechtbank heeft kennis genomen van de volgende processtukken:
- tussenvonnis dat op 8 november 2006 tussen partijen is gewezen, alsmede de daaraan ten grondslag liggende stukken,
- proces-verbaal van comparitie van 23 januari 2007,
- de door eiseres overgelegde producties.
2. De vaststaande feiten
2.1 Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, alsmede op grond van de producties, voor zover niet betwist, staat het volgende tussen partijen vast.
2.2 Eiseres en gedaagde zijn zus en broer.
2.3 Eiseres is fokker van honden van het ras Flatcoated Retriever.
2.4 Partijen hebben op 24 november 2000 een overeenkomst gesloten aan de hand waarvan eiseres de door haar gefokte teef met roepnaam "Cyra" (hierna Cyra) heeft ondergebracht bij gedaagde.
2.5 Cyra verblijft thans bij gedaagde.
2.6 De door beide partijen overgelegde exemplaren van de overeenkomst verschillen op enkele punten van elkaar. Zo is in het door eiseres overgelegde exemplaar opgenomen:
"Naam van de koper: [gedaagde] / [eiseres]
(...)
3.1 Koper verklaart de hond te kopen voor het gebruik als:
Huishond / tentoonstellingshond / ouderdier (fokkerij) / jachthond *)."
Hierbij zijn de woorden "Huishond", "tentoonstellingshond", "ouderdier" en "jachthond" omcirkeld.
In het door gedaagde overgelegde exemplaar staat echter:
"Naam van de koper: [gedaagde]
(...)
3.1 Koper verklaart de hond te kopen voor het gebruik als:
Huishond / tentoonstellingshond / ouderdier (fokkerij) / jachthond *)."
Hierbij is geen van de woorden omcirkeld.
2.7 Tevens bevindt zich in de door eiseres overgelegde overeenkomst de volgende clausule welke ontbreekt in de door gedaagde overgelegde overeenkomst:
" EVENTUELE ANDERE OPMERKINGEN OF AFSPRAKEN
- Hond blijft eigendom van mevr [eiseres].
- Mevr [eiseres] betaalt gezondheidsonderzoeken, shows en jachtwedstrijden.
- Indien de hond voldoet aan de eisen om mee te mogen fokken zal in ieder geval 1 nestje met haar gefokt worden.
- De reu wordt bepaald door mevr [eiseres].
- Het nest wordt geboren bij mevr [eiseres].
- De hond zal verblijven bij dhr [gedaagde].
- Entingen en eten zal ten kosten zijn van dhr [gedaagde].
- Indien deze afspraken niet worden nagekomen is mevr [eiseres] ten alle tijden bevoegd om met onmiddellijke ingang de hond bij haar terug te nemen.
- mevr [eiseres] moet medewerking krijgen om de hond mee te kunnen nemen naar shows, wedstrijden en onderzoeken.
- de hond is op deze voorwaarde gratis meegegeven aan dhr [gedaagde]."
2.8 Daarentegen is in zowel de door eiseres als gedaagde overgelegde overeenkomst onder artikel 5 eenzelfde ontbindende voorwaarde opgenomen. Artikel 5 luidt:
"5. VERZORGING VAN DE HOND/OPVOLGING INSTRUCTIES
5.1. Koper verklaart de hond goed te zullen verzorgen en daarbij zoveel mogelijk de (op)voedingsadviezen van verkoper te zullen opvolgen.
5.2. Indien de koper aantoonbaar op grove wijze tekortschiet in zijn/haar hiervoor sub 5.1. genoemde verplichting, dan kan dit voor de verkoper een grond zijn de ontbinding van de overeenkomst te vorderen, dan wel reden zijn voor matiging van zijn schadevergoedingsverplichting als bedoeld in artikel 4.3. wanneer het geconstateerde gebrek (mede) veroorzaakt of verergerd is door een ondeskundige behandeling c.q. het onthouden van voldoende zorg."
3. De vordering
3.1 Eiseres vordert -na wijziging- dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. de overeenkomst d.d. 24 november 2000 tussen eiseres en gedaagde ten aanzien van de hond bij gedaagde in bezit, genaamd "Cyra", wordt ontbonden;
2. gedaagde te veroordelen tot het afstaan van de hond bij gedaagde in bezit, genaamd "Cyra" als omschreven in de tussen partijen gesloten overeenkomst d.d. 24 november 2000, en wel binnen 24 uren na betekening van het vonnis; met machtiging van eiseres tot het inroepen van de hulp van de sterke arm van politie en justitie, indien gedaagde weigerachtig blijft aan het vonnis te voldoen;
3. gedaagde te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 250,-, althans een door de Rechtbank te bepalen dwangsom, voor elke dag of deel daarvan dat gedaagde niet voldoet aan het gevorderde als geformuleerd;
alsmede gedaagde te veroordelen in de kosten van het geding.
Zij stelt daartoe het volgende.
3.2 Eiseres is primair van mening dat uit de tussen partijen gesloten overeenkomst, met name op grond van de onder 2.7 aangehaalde clausule, volgt dat zij eigenaresse is gebleven van Cyra. Derhalve vordert zij teruggave van Cyra aan haar.
3.3 Subsidiair is eiseres van mening dat indien de eigendom van Cyra wel aan gedaagde is overgedragen, dit is gebeurd onder de ontbindende voorwaarde als genoemd in artikel 5 van de overeenkomst. Nu het normale gewicht voor een Flatcoated Retriever teefje 22,5 à 30 kilogram is en Cyra hier een aantal maal (tot maximaal 44%) boven heeft gezeten, is gedaagde op aantoonbare wijze grovelijk tekortgeschoten in zijn verzorgingsplicht jegens Cyra. Eiseres beroept zich derhalve op de ontbindende voorwaarde.
4. Het verweer
4.1 De conclusie van gedaagde strekt tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van eiseres in de kosten van het geding.
Hij voert als verweer het volgende aan.
4.2 De eigendom van Cyra is aan gedaagde overgedragen, hetgeen volgt uit de door gedaagde overgelegde overeenkomst.
4.3 In deze overeenkomst is voorts geen bepaling opgenomen waaruit voortvloeit dat eiseres eigenaresse is gebleven van Cyra.
4.4 Cyra is nimmer grovelijk verwaarloosd door gedaagde. Een eventueel overgewicht impliceert niet dat er sprake is van verwaarlozing dan wel slechte verzorging.
5. De beoordeling van het geschil
5.1 Eiseres stelt zich primair op het standpunt dat zij eigenaresse is gebleven van Cyra.
Subsidiair stelt zij dat gedaagde op grond van artikel 5 van de overeenkomst grovelijk tekortgeschoten is in de verzorging van Cyra, hetgeen een grond voor ontbinding van de overeenkomst oplevert. Dit grovelijk tekortschieten zou met name zijn gelegen in het overgewicht dat Cyra heeft dan wel heeft gehad. Gedaagde ontkent niet dat er sprake is (geweest) van een zeker overgewicht, doch stelt dat dit geen grovelijk tekortschieten in de verzorging oplevert.
5.2 Om te bepalen of er sprake is van een grovelijk tekortschieten in de verzorging, moet worden gekeken naar hetgeen in de overeenkomst ten aanzien van het gebruik van Cyra is gesteld. Er dient te worden vastgesteld of het een gewone hond betreft, welke als huisdier een normaal huiselijk leven leidt, of dat het een hond betreft welke in topconditie behoort te zijn voor tentoonstellingen. Het overgewicht bij een tentoonstellingshond zal immers eerder een grovelijk tekortschieten in de verzorging opleveren dan het overgewicht bij een huishond, waaruit volgt dat er bij enig overgewicht per definitie geen sprake is van een topconditie.
5.3 De vaststelling of Cyra een huishond of een tentoonstellingshond is, moet worden bepaald aan de hand van hetgeen hierover is gesteld in de overeenkomst welke van toepassing is op het geschil. Maar ten aanzien van dit punt geven de door beide partijen overgelegde overeenkomsten geen eenduidig antwoord. Zo verschilt hetgeen in art 3.1 is neergelegd in beide overeenkomsten en ontbreekt de onder 2.7 aangehaalde clausule in de door gedaagde overgelegde overeenkomst.
5.4 Zowel het primaire als subsidiaire standpunt van eiseres is door gedaagde gemotiveerd betwist. Derhalve rust de bewijslast van deze stellingen op eiseres. Omdat voor de beoordeling van beide stellingen noodzakelijk is dat vast komt te staan welke van de twee door partijen overgelegde exemplaren als overeenkomst geldt die van toepassing is op het geschil, zal eiseres moeten bewijzen dat het door haar overgelegde exemplaar de betreffende overeenkomst is.
5.5 Eiseres heeft uitdrukkelijk aangeboden haar stellingen te bewijzen middels het horen van getuigen. Daarmee is de rechtbank in principe gehouden om eiseres een bewijsopdracht te geven. Maar nu eiseres geen concrete, zich voor bewijslevering lenende feiten heeft gesteld, is voor bewijslevering geen plaats en gaat de rechtbank voorbij aan het door eiseres gedane bewijsaanbod.
5.6 Aldus luidt de slotsom dat eiseres, in het licht van de gemotiveerde betwisting door gedaagde, onvoldoende nader heeft onderbouwd dat het door haar overgelegde exemplaar de overeenkomst betreft die van toepassing is op het geschil. Daarmee staat niet vast dat eigenaresse de eigenaresse van Cyra is dan wel dat er sprake is van een grovelijk tekortschieten in de verzorging van Cyra welke een grond voor ontbinding van de overeenkomst oplevert
5.7 Op grond van het voorgaande zal de vordering van eiseres dan ook worden afgewezen.
5.8 De rechtbank ziet in de verhouding tussen partijen aanleiding de proceskosten te compenseren.
compenseert de kosten van deze procedure aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.T.J.F. Verhappen en door mr. A.J.P. van Essen uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 2 mei 2007.