ECLI:NL:RBDOR:2007:BA5181

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
8 mei 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
193859 VV EXPL 07-29
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over arbeidsongeschiktheid en loonbetaling tussen werknemer en werkgever

In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 8 mei 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en zijn werkgever, Aannemingsbedrijf G. Schepers B.V. De werknemer was sinds 20 oktober 2006 arbeidsongeschikt door rugklachten en vorderde loonbetaling vanaf 19 februari 2007, nadat zijn werkgever de loonbetaling had opgeschort. De bedrijfsarts had eerder vastgesteld dat de werknemer ongeschikt was voor zijn functie als shovelchauffeur, terwijl een arbeidsdeskundige op 29 januari 2007 had geconcludeerd dat de werknemer in staat was om aangepaste werkzaamheden uit te voeren. De werknemer stelde dat hij niet op 19 februari 2007 aan het werk had kunnen gaan, omdat de bedrijfsarts hem ongeschikt had verklaard voor zijn functie.

De kantonrechter heeft de procedure beoordeeld op basis van de ingediende processtukken, waaronder de dagvaarding, de conclusie van antwoord, en de pleitnotities. De rechter oordeelde dat de werkgever ten onrechte het oordeel van de bedrijfsarts had genegeerd en dat de werknemer zich terecht had beroepen op dit oordeel. De rechter concludeerde dat het opschorten van de loonbetaling een te zware stap was en dat de werkgever had moeten wachten op een deskundigenoordeel. De kantonrechter heeft de vordering van de werknemer toegewezen, inclusief de wettelijke verhoging en rente, en de werkgever veroordeeld tot het verstrekken van loonspecificaties.

De uitspraak benadrukt het belang van het oordeel van de bedrijfsarts in arbeidsongeschiktheidsgeschillen en de rechtszekerheid voor werknemers. De kantonrechter heeft de werkgever ook in de proceskosten veroordeeld en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
Sector kanton
Locatie Dordrecht
kenmerk: 193859 VV EXPL 07-29
vonnis in kort geding van de kantonrechter te Dordrecht van 8 mei 2007
in de zaak van:
[naam],
wonende te [adres],
eiser,
gemachtigde mr. G.J. Sjoer, advocaat te Ede,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Aannemingsbedrijf G. Schepers B.V.,
gevestigd te 3361 BH Sliedrecht, Kerkbuurt 245,
gedaagde,
gemachtigde mr. E.F.H.M. Voets.
Partijen worden hierna aangeduid met [eiser] en Schepers.
Verloop van de procedure
De kantonrechter wijst vonnis op de volgende processtukken:
1. de dagvaarding van 21 maart 2007;
2. de conclusie van antwoord;
3. de pleitnotities van [eiser];
4. de door partijen overgelegde producties;
5. de aantekeningen van de griffier van de zitting, welke is gehouden op 24 april 2007.
Omschrijving van het geschil
De feiten.
1. Als gesteld door de ene partij en niet of onvoldoende weersproken door de andere partij, staat tussen partijen het volgende vast.
2. [eiser] is sinds 14 november 1995 bij Schepers in dienst als shovelmachinist voor een huidig bruto maandsalaris van € 2.426,95 per vier weken.
3. Sedert 20 oktober 2006 is [eiser] wegens rugklachten arbeidsongeschikt.
4. De bedrijfsarts heeft in een verslag van het spreekuurconsult van 19 december 2006 met betrekking tot [eiser] op 21 december 2006 aan Schepers aangegeven:
(…)
Werknemer is op dit moment nog steeds niet in staat om zijn eigen werkzaamheden te verrichten.
Beperkingen: tillen, duwen, trekken, werken in gebogen houding, lang zitting.
(…)
5. In een arbeidskundige analyse van 2 februari 2007 heeft de arbeidsdeskundige, M.N.M. Schras, aangegeven:
(…)
Arbeidskundige overwegingen:
Op basis van de aanwezige gegevens ten aanzien van de belastbaarheid van werknemer en de belasting in de functie, is het aannemelijk dat werknemer gedurende 2 keer per week voor 2 uur start met opbouw in het eigen werk (moet wel lang zitten maar kan voldoende vertreden, klimmen en klauteren komt niet hoogfrequent voor).
Werknemer geeft echter aan het werk niet te kunnen en ook niet voornemens te zijn op korte termijn gedeeltelijk te gaan hervatten. Uit zorgvuldigheid wordt de bedrijfsarts gevraagd te overleggen met de behandelend sector en opnieuw een FML op te stellen.
(…)
6. Advies
Verzoek aan de bedrijfsarts contact op te nemen met de behandelend arts en een nieuwe FML op te stellen.
Aan de hand van de nieuwe FML aanpak opnieuw bezien.
Werknemer wordt 12 februari 2007 gezien door de bedrijfsarts.
(…)
6. Op 12 februari 2007 vult de bedrijfsarts, E.J. Haan, een nieuwe Functie Mogelijkheden Lijst (hierna: FML) in.
Hierin wordt onder meer opgenomen:
(…)
Ja Nee
1. Zitten: X
kan zo nodig ongeveer 2 uur achtereen zitten (autorit)
2. Langdurig zitten X
kan zo nodig gedurende het merendeel van de werkdag zitten
(…)
Verder worden in deze FML beperkingen aangegeven ten aanzien van bukken, duwen en trekken en tillen of dragen.
De bedrijfsarts noteert in het medisch dossier van [eiser]:
(…)
Beperkingen: Rugbelastend werk: in/uit shovel klimmen, tillen, dragen,
duwen en trekken
Mogelijkheden: Kan zittend, rugbesparende werkzaamheden verrichten
Geschikt voor eigen werk: nee
Geschikt voor aangepast werk ja
Prognose: ongunstig
Advies: Ongeschikt voor shovelchauffeur
(…)
7. De gemachtigde van Schepers heeft [eiser] op 15 februari 2007 bericht dat hij per 19 februari 2007 aangepast werk diende te verrichten. In deze brief is opgenomen:
(…)
Volgens de rapportage bent u niet beperkt in het zitten. U bent wel beperkt met betrekking tot het in- en uitstappen uit de shovel. Dit betekent dat u met inachtneming van uw beperkingen uw eigen werk in aangepaste vorm kunt uitvoeren.
(…)
8. [eiser] heeft deze werkzaamheden niet verricht. Vanaf 19 februari 2007 heeft Schepers de loonbetaling aan [eiser] opgeschort.
9. [eiser] heeft op 15 maart 2007 een deskundigenoordeel aangevraagd. Op 10 april 2007 heeft de deskundige geconcludeerd dat [eiser] geschikt is voor het aangeboden werk. Schepers heeft [eiser] vervolgens opgeroepen op 16 april 2007 op het werk te verschijnen.
10. Op 17 april 2007 heeft de bedrijfsarts aangegeven dat [eiser] niet geschikt is voor volledig eigen werk of aangepast werk als gevolg van medicatiegebruik en emotionele instabiliteit.
11. Schepers heeft de loonbetaling vanaf 16 april 2007 hervat.
De vordering
12. [eiser] vordert, na wijziging van eis, bij vonnis, voorzover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Schepers te veroordelen tot:
a. Betaling van de wekelijkse loonvoorschotten vanaf 19 februari 2007 tot 16 april 2007 ad € 340,-- netto per week, vermeerderd met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW;
b. verstrekking van deugdelijke loonspecificaties van het te betalen loon, op straffe van een dwangsom van € 100,-- voor elke dag dat Schepers, 3 dagen na betekening van het vonnis, nalatig zal blijven aan de inhoud daarvan te voldoen,
met rente en kosten.
13. [eiser] legt aan zijn vordering het volgende -samengevat- ten grondslag.
14. Gelet op het standpunt van de arboarts dat [eiser] ongeschikt is voor zijn werk als shovelchauffeur is [eiser] terecht niet op 19 februari 2007 aan het werk gegaan, nu Schepers zich op het standpunt stelde dat [eiser] zijn eigen werk in aangepaste vorm diende uit te voeren. De visie van de arbeidsdeskundige dat [eiser] wel kon werken was van voor het oordeel van de bedrijfsarts en daarmee achterhaald. Ten onrechte heeft Schepers zich op dit eerdere advies van de arbeidsdeskundige gebaseerd.
Het verweer
15. Schepers betwist de vordering en voert -samengevat- het volgende aan als verweer. Op 29 januari 2007 heeft de arbeidsdeskundige geconcludeerd dat [eiser] in staat is aangepaste werkzaamheden uit te voeren. Hij kan zijn werkzaamheden vanuit de shovel uitvoeren. De arboarts geeft weliswaar aan dat werkzaamheden als shovelmachinist voor [eiser] niet passend zijn, maar dat is niet zijn vakgebied, maar dat van de arbeidsdeskundige. Omdat de deskundige op 11 april 2007 aangeeft dat het aangeboden werk passend is, is het loon terecht opgeschort. Verder betwist Schepers de gevorderde wettelijke verhoging en verzoekt tevens het vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
De beoordeling van het geschil
16. De spoedeisendheid van de zaak vloeit voort uit de aard van de vordering, die daarmee voldoende vast staat.
17. De bedrijfsarts heeft ondubbelzinnig aangegeven dat [eiser] ongeschikt was als shovelchauffeur. De daarvan afwijkende visie van de arbeidsdeskundige was van eerdere datum en daarop behoefde [eiser] niet af te gaan, temeer daar in het oordeel van die arbeidsdeskundige uitdrukkelijk werd verwezen naar het nog af te leggen bezoek aan de bedrijfsarts van 12 februari 2007. Vervolgens heeft Schepers zelf een interpretatie gegeven aan de op 12 februari 2007 door de bedrijfsarts ingevulde FML. Hierbij is Schepers voorbij gegaan aan het oordeel van de bedrijfsarts dat [eiser] ongeschikt was als shovelchauffeur, en heeft zij [eiser] opgeroepen om deze werkzaamheden, in aangepaste vorm, te verrichten.
18. Gelet op het oordeel van de bedrijfsarts en de autoriteit die een werknemer daar aan mag verbinden, kon en mocht [eiser] op dit oordeel afgaan en behoefde hij niet in te gaan op de eigen interpretatie van gegevens door Schepers. Pas toen uit het deskundigenoordeel (op 10 april 2007) bleek dat de aangeboden werkzaamheden passend waren, behoefde [eiser] daarop in te gaan. Dit oordeel komt evenwel geen terugwerkende kracht toe, aangezien dit in strijd zou zijn met de rechtszekerheid van de werknemer, temeer nu Schepers [eiser] uitdrukkelijk heeft gewezen op de mogelijkheid van een deskundigenoordeel. Het opschorten van loon is in dat verband een te zware stap; Schepers had het deskundigenoordeel moeten afwachten. [eiser] heeft zich in de tussenliggende periode, bij gebreke van een recenter professioneel oordeel, terecht beroepen op het oordeel van de bedrijfsarts.
19. Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter is het aannemelijk dat in een bodemprocedure wordt geoordeeld dat het loon van [eiser] niet terecht is opgeschort. De loonvordering over de betreffende periode zal dan ook worden toegewezen. De gevorderde wettelijke verhoging van 50% alsmede de wettelijke rente zal eveneens worden toegewezen. Deze zal niet worden gematigd, omdat Schepers ten onrechte het oordeel van de bedrijfsarts heeft gepasseerd en daarenboven zelfstandig een invulling heeft gegeven aan de FML. De vordering tot loonspecificaties zal eveneens worden toegewezen, zij het dat de dwangsom zal worden gemaximeerd tot € 10.000,--. Het verzoek van Schepers om het vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren is niet gemotiveerd en daaraan zal derhalve voorbij worden gegaan.
Beslissing
De kantonrechter:
treft navolgende voorziening:
veroordeelt Schepers om aan [eiser] te voldoen het salaris ad 340,-- netto per week, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50% en de wettelijke rente vanaf de data van verschuldigdheid, over de periode van 19 februari 2007 tot 16 april 2007;
veroordeelt Schepers om binnen 3 dagen na betekening van dit vonnis aan [eiser] deugdelijke loonspecificaties te verstrekken op straffe van een dwangsom van € 100,-- voor elke dag dat [eiser] hiermee in gebreke zal blijven, met een maximum van € 10.000,--.
veroordeelt Schepers in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van eiseres bepaald op:
aan explootkosten € 84,31
aan griffierecht € 199,00
aan salaris gemachtigde € 400,00
totale kosten € 683,31;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.C. Vink, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 mei 2007, in aanwezigheid van de griffier.