ECLI:NL:RBDOR:2007:BA3381

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
19 april 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
66730 / KG ZA 06-163
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige geluidshinder door voetbalkooi nabij appartementencomplex

In deze zaak, die voor de Rechtbank Dordrecht werd behandeld, hebben eisers, bewoners van een appartementencomplex, een kort geding aangespannen tegen de Gemeente Zwijndrecht vanwege geluidshinder veroorzaakt door een nabijgelegen voetbalkooi. De eisers, die sinds april 2001 in het complex wonen, hebben herhaaldelijk geklaagd over de overlast die het voetballen in de kooi met zich meebrengt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de geluidshinder, veroorzaakt door het knallen van ballen tegen de betonnen wanden en het ijzeren hekwerk van de voetbalkooi, onrechtmatig is en inbreuk maakt op het woongenot van de eisers. De voorzieningenrechter heeft de Gemeente Zwijndrecht bevolen de voetbalkooi af te sluiten voor het publiek totdat heropening niet tot onrechtmatige geluidshinder leidt. De rechtbank heeft geen dwangsom opgelegd, omdat van de gemeente vrijwillige naleving van het vonnis mag worden verwacht. De vordering van de eisers tot bewijslevering dat de voetbalkooi na aanpassingen geen overlast meer veroorzaakt, werd afgewezen. De Gemeente Zwijndrecht werd veroordeeld in de proceskosten van de eisers, die in totaal € 1.196,87 bedroegen. Dit vonnis is uitgesproken op 19 april 2007.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 66730 / KG ZA 06-163
Vonnis in kort geding van 19 april 2007
in de zaak van
1. [eiser sub 1],
wonende te [woonplaats],
2. [eiseres sub 2],
wonende te [woonplaats],
3. [eiseres sub 3],
wonende te [woonplaats],
eisers,
procureur mr. P.A. Visser,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE ZWIJNDRECHT,
zetelend te Zwijndrecht,
gedaagde,
procureur mr. C.F.W.A. Hamm,
advocaat mr. E. Lems te Barendrecht.
Partijen zullen hierna [eisers] en Gemeente Zwijndrecht genoemd worden.
1. De procedure
1.1. De voorzieningenrechter heeft ter terechtzitting van 12 oktober 2006 kennis genomen van de volgende processtukken
- de dagvaarding van 20 september 2006,
- de pleitnota van [eisers],
- de pleitnota van Gemeente Zwijndrecht,
- de door beide partijen overgelegde producties.
1.2. Op de voormelde terechtzitting is de behandeling van het kort geding aangehouden ten einde partijen in de gelegenheid te stellen een geluidstechnisch onderzoek te doen verrichten en te onderzoeken of een minnelijke regeling kan worden bereikt. Een minnelijke regeling tussen partijen is niet bereikt. Op verzoek van partijen heeft geen nadere mondelinge behandeling van het kort geding plaatsgevonden en is volstaan met de toezending en kennisneming van de volgende processtukken:
- de notitie van Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs B.V., d.d. 15 februari 2007,
- akte na deskundigenbericht van [eisers],
- antwoordakte van Gemeente Zwijndrecht.
1.3. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Aan de [straatnaam] te [plaatsnaam] bevindt zich een appartementencomplex. Dit complex telt naast de begane grond vier verdiepingen. Op de begane grond en de onderste twee verdiepingen van het appartementencomplex is een schippersinternaat gevestigd. Op de bovenste twee verdiepingen bevinden zich twaalf huurwoningen, waaronder de woningen die [eisers] sinds april 2001 huren en bewonen.
2.2. Het schippersinternaat beschikt over een eigen speelplaats voor de kleinere kinderen. Deze speelplaats is gelegen aan de achterzijde van het appartementencomplex en is opengesteld voor kinderen uit de buurt.
2.3. Aan de voorzijde van het appartementencomplex heeft Gemeente Zwijndrecht op korte afstand van dat complex een voetbalkooi gebouwd, welke bestemd is voor de oudere kinderen van het schippersinternaat en kinderen uit de buurt. Deze voetbalkooi is uitgevoerd met verdiepte betonnen wanden en een ijzeren hekwerk, dat aan de betonnen wanden is bevestigd. Het ontwerp van de voetbalkooi is besproken op een door Gemeente Zwijndrecht belegde informatieavond op 5 april 2004.
2.4. Bij brief aan Gemeente Zwijndrecht van 21 maart 2005 hebben [eisers] en andere bewoners van het appartementencomplex zich beklaagd over overlast die door cq. vanuit de voetbalkooi wordt veroorzaakt.
2.5. Naar aanleiding van deze klachten heeft Gemeente Zwijndrecht op 11 juli 2005 een bespreking gehouden met onder meer vertegenwoordigers van de bewoners van het appartementencomplex. Deze bespreking heeft geleid tot tijdelijke afsluiting van de voetbalkooi en verhoging van het hekwerk van de voetbalkooi met meer dan een meter.
2.6. Bij brief aan de bewoners van het appartementencomplex heeft Gemeente Zwijndrecht meegedeeld dat met ingang van 31 augustus 2005 de voetbalkooi doordeweeks van 15.00 tot 20.00 uur of zoveel eerder als het donker wordt toegankelijk zal zijn.
2.7. Bij brief van hun raadsman van 9 mei 2006 hebben [eisers] bij Gemeente Zwijndrecht wederom klachten met betrekking tot de voetbalkooi geuit en verzocht maatregelen te treffen. Gemeente Zwijndrecht heeft hierop geantwoord bij brief van 21 juli 2006.
2.8. In opdracht van Gemeente Zwijndrecht is door Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs B.V. (verder: Cauberg) een akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de optredende geluidsbelasting afkomstig van onder meer de voetbalkooi. De daarvan op 15 februari 2007 uitgebrachte notitie houdt voor zover hier van belang, het volgende in:
"......
3. Geluidsvoorschriften
Voor speelgeluiden (zoals bijvoorbeeld het knallen van ballen tegen beton en/of hekwerken) van kinderen is nog geen duidelijke regelgeving voorhanden. In de onderhavige situatie ligt het speelveld in het open terrein en is sprake van een buitenterrein. Het terrein is eigendom van de gemeente.
Als richtwaarde kunnen de eisen worden gehanteerd uit de milieuwetgeving. In de milieuwetgeving, bijvoorbeeld het Besluit Woon- en verblijfsgebouwen Milieubeheer, worden bijvoorbeeld eisen gesteld aan geluidsniveau's op de gevels en in woningen ten gevolge van een inrichting. Per periode kunnen bijvoorbeeld de volgende streefwaarden worden gesteld:
Equivalente geluidniveaus (L Aeq):
dagperiode 07.00 -19.00 uur: 50 dB(A)
avondperiode 19.00 - 23.00 uur: 45 dB(A)
nachtperiode 23.00 - 07.00 uur: 40 dB(A)
Maximale geluidniveaus (L Amax):
dagperiode 07.00 - 19.00 uur: 70 dB(A)
avondperiode 19.00 - 23.00 uur: 65 dB(A)
nachtperiode 23.00 - 07.00 uur: 60 dB(A)
Volgens de milieubesluiten mag het optredende geluidniveau ten gevolge van stemgeluid afkomstig van een onverwarmd en onoverdekt terrein, dat onderdeel is van een inrichting, buiten beschouwing worden gelaten. ...
De uiteindelijk te stellen richtwaarden kunnen afhankelijk worden gesteld van het heersende achtergrondgeluid ter plaatse (weg-, railverkeer, e.d.). Het heersende achtergrondniveau wordt aanzienlijk beïnvloed door de aanwezige spoorlijn. Geadviseerd wordt dan ook beoordeling op basis van het equivalente geluidniveau achterwege te laten en alleen te beoordelen op basis van de maximaal optredende geluidniveaus.
4. Meetresultaten en beoordeling
4.1 Meetresultaten
Tijdstip Omschrijving activiteit L Aeq[dB(A)] L Amax[dB(A)]
...... ...... ... ...
16:52 Bal tegen betonnen rand/hekwerk ... 75
16:53 Bal tegen betonnen rand/hekwerk ... 77
16:55 Bal tegen betonnen rand/hekwerk ... 74
16:59 Bal tegen betonnen rand/hekwerk ... 75
17:00 Bal tegen betonnen rand/hekwerk ... 74
... ... ... ... ...
4.2 Beoordeling
......
Door de omwonenden wordt in het bijzonder geklaagd over de optredende maximale geluidniveaus afkomstig van het knallen van een voetbal tegen de betonnen rand en/of hekwerk. Uit de metingen volgt dat deze optredende geluidniveaus aanzienlijk zijn. De gemeten waarden variëren van circa 70-80 dB(A) met enkele uitschieters tot circa 85 dB(A). De uitschieters traden vooral op tijden de eerste duurmeting (...) waarin personen waren georganiseerd om te voetballen op het speelterrein.
......"
3. Het geschil
3.1. [eisers] vorderen na wijziging van eis - samengevat -:
1. Gemeente Zwijndrecht te veroordelen:
primair: om de voetbalkooi af te sluiten voor alle publiek en het doen verwijderen van al het beton en staal binnen 30 dagen na uitspraak van dit vonnis, zulks op straffe verbeurte van een dwangsom,
subsidiair: om de voetbalkooi af te sluiten voor alle publiek en de voetbalkooi uit te voeren in geluiddempende materialen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom;
2. Gemeente Zwijndrecht te veroordelen tot betaling van een voorschot ad € 5.000,-- op het totale door [eisers] te vorderen bedrag aan schade, immateriële schade daaronder begrepen;
3. Gemeente Zwijndrecht te veroordelen tot het bewijzen dat de voetbalkooi na de nodige aanpassingen geen overlast meer veroorzaakt door het laten uitvoeren van een nieuw deskundigenonderzoek binnen een maand na voltooiing van de aanpassingen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom;
4. Gemeente Zwijndrecht te veroordelen in de kosten van deze procedure.
Zij stellen daartoe het volgende.
3.2. [eisers] ondervinden onevenredig veel geluidshinder door het dreunen van een bal tegen de betonnen muren en de ijzeren hekken bij het voetballen in de voetbalkooi. Hierdoor wordt inbreuk gemaakt op hun woongenot. Gemeente Zwijndrecht is als eigenaar van de voetbalkooi gehouden de geluidsoverlast die door het gebruik van de voetbalkooi optreedt te reduceren. Door dit na te laten handelt Gemeente Zwijndrecht onrechtmatig jegens [eisers]. De volledige advocaatkosten van [eisers] dienen door Gemeente Zwijndrecht te worden vergoed, omdat het aan de traagheid en het nalatig handelen van Gemeente Zwijndrecht is te wijten dat de rechter is geadieerd. De advocaatkosten worden door [eisers] geschat op € 5.000,--.
3.3. Gemeente Zwijndrecht voert verweer. Op de inhoud van haar verweer wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. De ingestelde vorderingen zijn gebaseerd op de geluidshinder die [eisers] van de voetbalkooi ondervinden. Derhalve behoeft niet te worden ingegaan op de andere vormen van overlast die in het kort geding aan de orde zijn gekomen.
4.2. De beantwoording van de vraag of hinder onrechtmatig is, hangt af van de omstandigheden van het geval. Relevante factoren daarbij zijn de aard, ernst en duur van de hinder, de toegebrachte schade en de omstandigheden waaronder de hinder plaatsvindt.
4.3. Cauberg heeft in haar notitie aansluiting gezocht bij de richtwaarden die worden gesteld aan geluidniveaus op de gevels en in woningen ten gevolge van een inrichting. Partijen hebben op deze keuze geen commentaar gegeven, reden waarom de voorzieningenrechter deze keus in de notitie zal volgen.
4.4. Uit de door Cauberg uitgevoerde metingen blijkt dat het geluid van ballen tegen de betonnen wand en/of het hekwerk - ook wanneer de in de periode tussen 16.10 en 16.29 uur georganiseerde ballen daartegen buiten beschouwing worden gelaten en slechts de maximaal optredende geluidniveaus in aanmerking worden genomen- de voormelde richtwaarden aanzienlijk overschrijden. Uit het uitgevoerde akoestisch onderzoek blijkt tevens dat, zoals Gemeente Zwijndrecht heeft aangevoerd, de genoemde richtwaarden ook worden overschreden door het geluid van gillende kinderen en passerend treinverkeer. Niet gesteld is echter dat het geluid van gillende kinderen en (trein)verkeer tot vervuiling van de gemeten maximale geluidwaarden van ballen tegen de betonnen wand en/of het hekwerk heeft geleid. Voorts kan zonder toelichting, die ontbreekt, niet worden ingezien dat de overschrijding van de richtwaarden door gillende kinderen en passerende treinen afdoet aan de hinder die wordt ondervonden door het knallen van ballen tegen de betonnen wand en/of het hekwerk, te meer nu laatstbedoeld geluid zich meestal plotseling en in zijn volle omvang voordoet en daardoor een groter verstorend effect heeft. Dat, zoals Gemeente Zwijndrecht heeft aangevoerd, met het treffen van maatregelen tegen laatstgenoemde hinder de overschrijding van de richtwaarden door de andere oorzaken niet wegneemt, doet niet ter zake nu de hinder die daarvan wordt ondervonden geen onderwerp van dit geding is.
4.5. De hiervoor omschreven situatie bestaat thans ruim twee jaar. In die tijd heeft Gemeente Zwijndrecht, (mede) naar aanleiding van klachten over geluidsoverlast, de openstelling van de voetbalkooi vooralsnog beperkt tot maandag t/m vrijdag van 15.00 tot 20.00 uur. Ondanks deze maatregel is aannemelijk dat het knallen van een bal tegen de betonnen wand en/of het hekwerk zo veelvuldig plaatsvindt, dat - mede gelet op de hiervoor omschreven mate van overschrijding van de richtwaarden - de daardoor veroorzaakte geluidshinder de aanvaardbare proporties overschrijdt. Uitzicht op verdere maatregelen die de geluidshinder beperken, bestaat thans niet.
4.6. Het verweer van Gemeente Zwijndrecht dat vorenbedoelde geluidshinder haar niet kan worden toegerekend, wordt voorshands verworpen. Gemeente Zwijndrecht heeft immers niet bestreden dat de wijze waarop de voetbalkooi is geconstrueerd en met name de aansluiting van het hekwerk op de betonnen wanden de voetbalkooi bij het knallen van de bal daartegen extra lawaaiig maakt. Voor deze constructie en de keuze van die materialen is Gemeente Zwijndrecht verantwoordelijk; de bespreking van het ontwerp van de voetbalkooi op de informatieavond van 5 april 2004 doet daar niet aan af.
4.7. Het vorenstaande leidt tot het voorlopig oordeel dat de geluidshinder die voetbalkooi geeft inbreuk op het woongenot van [eisers] oplevert en onrechtmatig jegens hen is. [eisers] hebben er recht op en belang bij dat die situatie wordt beëindigd. Dat belang is voldoende spoedeisend nu het voorjaar is en in de komende maanden een frequent gebruik van de voetbalkooi te verwachten valt. Het maatschappelijk belang bij voorziening in voldoende speelruimte voor kinderen brengt niet mee dat handhaving van (het gebruik van) de voetbalkooi in de huidige vorm door [eisers] behoort te worden geduld en doet er derhalve niet aan af dat de bestaande situatie beëindigd dient te worden.
4.8. De primaire vordering is niet toewijsbaar, nu de gevorderde verwijdering van al het beton en staal onomkeerbare gevolgen heeft terwijl in dit geding niet is gebleken dat zulks noodzakelijk is om de onrechtmatige geluidshinder te beëindigen.
4.9. De subsidiair gevorderde uitvoering van de voetbalkooi in geluiddempende materialen is bij gebreke van een specificatie van de te nemen maatregelen te ongericht om in die vorm te kunnen worden toegewezen. Welke maatregelen dienen te worden genomen kan evenmin in dit geding worden bepaald. Daarom zal de subsidiaire vordering aldus worden toegewezen dat wordt bevolen de voetbalkooi af te sluiten voor het publiek totdat heropening niet tot onrechtmatige geluidshinder leidt.
4.10. Voor oplegging van een dwangsom bestaat vooralsnog geen aanleiding omdat van Gemeente Zwijndrecht vrijwillige naleving van dit vonnis mag worden verwacht.
4.11. De beantwoording van de vraag of heropening tot onrechtmatige geluidshinder leidt, hangt af van de op dat moment bestaande omstandigheden van het geval. Hieruit volgt reeds dat daar vooraf geen objectieve maatstaven voor gesteld kunnen worden. Daargelaten of een dergelijke bewijslast op Gemeente Zwijndrecht rust, dient de door [eisers] gevorderde veroordeling tot bewijslevering derhalve te worden afgewezen.
4.12. Onrechtmatige geluidshinder geeft geen recht op vergoeding van andere schade dan vermogensschade. Niet gesteld is dat buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht die meer hebben omvat dan verrichtingen waarvoor de proceskostenveroordeling een vergoeding pleegt in te sluiten. De omstandigheid dat Gemeente Zwijndrecht het op een kort geding heeft laten aankomen geeft geen aanleiding bij die proceskostenveroordeling af te wijken van het liquidatietarief voor rechtbanken en hoven. De gevorderde schadevergoeding is, daargelaten dat er geen spoedeisend belang bij voldoening van de vordering is gesteld en dat de gestelde omvang van de schade tegenover de betwisting van Gemeente Zwijndrecht niet is onderbouwd, derhalve niet toewijsbaar.
4.13. Als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij zal Gemeente Zwijndrecht worden veroordeeld in de proceskosten.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
beveelt Gemeente Zwijndrecht de voetbalkooi af te sluiten voor het publiek totdat heropening niet tot onrechtmatige geluidshinder leidt;
veroordeelt Gemeente Zwijndrecht in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [eisers] bepaald op € 816,-- aan salaris van de procureur en € 380,87 aan verschotten, waarvan € 296,-- aan griffierecht;
verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J. Verschoof en in het openbaar uitgesproken op 19 april 2007.