RECHTBANK DORDRECHT
MEERVOUDIGE STRAFKAMER
Tegenspraak
Parketnummer: 11/500514-06
Zittingsdatum: 1 maart 2007
Uitspraak: 15 maart 2007
De rechtbank Dordrecht heeft op grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting vonnis gewezen in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres en woonplaats].
De rechtbank heeft de processtukken gezien en kennis genomen van de
vordering van de officier van justitie en van hetgeen de verdediging naar voren
heeft gebracht.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vorderingen van de benadeelde partij.
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat
hij op of omstreeks 22 augustus 2006 te Leerdam ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en)
wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van
een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door
een samenweefsel van verdichtsels, (een medewerkster van) de SNS Bank te bewegen tot de afgifte van enig geldbedrag, in elk geval van enig goed, met vorenomschreven oogmerk
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich heeft voorgedaan als [slachtoffer 1] en/of aan een medewerkster van de SNS Bank een bankrekeningnummer ten name van [slachtoffer 1] heeft opgegeven en/of een (vals) rijbewijs heeft getoond en/of overhandigd (welke op naam stond van [slachtoffer 1]), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 17 augustus 2006 te Oosterhout tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, ((een) medewerkster(s) van) de SNS Bank heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (EUR 1.500), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich voorgedaan als [slachtoffer 1] en/of aan ((een) medewerkster(s) van de SNS Bank een bankrekeningnummer ten name van [slachtoffer 1] getoond en/of gezegd dat hij, verdachte, gemachtigd was om geld van de rekening te halen en/of een (vals) rijbewijs getoond en/of overhandigd (welke op naam stond van [slachtoffer 1]),
waardoor (die medewerkster(s) van) de SNS Bank werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
hij op of omstreeks 17 augustus 2006 te Waalwijk tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam
en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen
en/of door een samenweefsel van verdichtsels, ((een) medewerkster(s) van) de SNS Bank heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (EUR 2.500), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich voorgedaan als [slachtoffer 1] en/of aan ((een) medewerkster(s) van) de SNS Bank een bankrekeningnummer ten name van [slachtoffer 1] genoemd en/of een (vals) rijbewijs getoond en/of overhandigd (welke op naam stond van [slachtoffer 1]),
waardoor (die medewerkster(s) van) de SNS Bank werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
hij op of omstreeks 17 augustus 2006 te Helmond tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam
en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen
en/of door een samenweefsel van verdichtsels, ((een) medewerkster(s) van) de SNS Bank heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (EUR 6.000), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
zich voorgedaan als [slachtoffer 1] en/of (een) medewerkster(s) van de SNS Bank een bankrekeningnummer ten name van [slachtoffer 1] genoemd en/of een (vals) rijbewijs getoond en/of overhandigd (welke op naam stond van [slachtoffer 1]),
waardoor (die medewerkster(s) van) de SNS Bank werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
hij op of omstreeks 28 juli 2006 te Weert ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (een medewerkster van) de SNS Bank te bewegen tot de afgifte van enig geldbedrag, in elk geval van enig goed, met vorenomschreven oogmerk
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich heeft voorgedaan als [slachtoffer 2] en/of een (vals) rijbewijs heeft getoond en/of overhandigd (welke op naam stond van [slachtoffer 2]), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
SUBSIDIAIR: voorzover het vorenstaande onder 5 niet tot een veroordeling mocht
of zou kunnen leiden:
[verdachte] en/of [mededader 1] en/of een of meer mededader(s) op of omstreeks
28 juli 2006 te Weert ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen
misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (een medewerkster van) de SNS Bank te bewegen tot de afgifte van enig geldbedrag, in elk geval van enig goed,
hebbende die [verdachte] en/of die [mededader 1] en/of zijn/hun mededader(s) met
vorenomschreven oogmerk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in
strijd met de waarheid
zich voorgedaan als [slachtoffer 2] en/of een (vals) rijbewijs getoond en/of overhandigd (welke op naam stond van [slachtoffer 2]), terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid,
tot het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 20 mei 2006 tot en met 28 juli 2006 te Weert en/of Schiedam en/of Amsterdam en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door
- een kopie van een formulier van de Kamer van Koophandel ten name van [slachtoffer 2]
ter beschikking te stellen aan voornoemde [verdachte] en/of
- die [verdachte] te instrueren op welke wijze hij geld moest opnemen van een
rekening van [slachtoffer 2] en/of
- die [verdachte] een (vals) rijbewijs te verstrekken op naam van [slachtoffer 2]
en/of
- te zorgen voor vervoer en begeleiding van die [verdachte] naar de SNS Bank en
terug en/of
- zorg te dragen voor een hotelovernachting voor die [verdachte] op 27 juli 2006
en deze overnachting tevens te betalen;
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in de periode van 1 mei 2006 tot en met 10 augustus 2006 te Deventer en/of Amsterdam en/of Schiedam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of de SNS Bank heeft bewogen tot de afgifte van één of meer geldbedrag(en), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- een adreswijziging doorgegeven aan de SNS Bank uit naam van
[slachtoffer 4] en/of
- (vervolgens) een overeenkomst Internet Bankieren aangevraagd met behulp van
een handtekening van [slachtoffer 4] en/of
- (vervolgens) middels een of meer internetoverschrijvingen (een)
geldbedrag(en) van de bankrekening(en) van die [slachtoffer 4] en/of die
[slachtoffer 3] overgeboekt,
waardoor [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of de SNS Bank
(telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
SUBSIDIAIR: voorzover het vorenstaande onder 6 niet tot een veroordeling mocht
of zou kunnen leiden:
[mededader 2] en/of [mededader 3] en/of [mededader 4] en/of een of meer
onbekend gebleven perso(o)n(en) op een of meerdere tijdstip(pen) in de periode
van 1 mei 2006 tot en met 10 augustus 2006 te Deventer en/of Amsterdam en/of
Schiedam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een
valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige
kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 3]
en/of [slachtoffer 4] en/of de SNS Bank heeft/hebben bewogen tot de
afgifte van één of meer geldbedrag(en), in elk geval van enig goed, hebbende
die [mededader 2] en/of die [mededader 3] en/of die [mededader 4] en/of zijn/hun mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- een adreswijziging doorgegeven aan SNS Bank uit naam van
[slachtoffer 4] en/of
- (vervolgens) een overeenkomst Internet Bankieren aangevraagd met behulp van
een handtekening van [slachtoffer 4] en/of
- (vervolgens) middels een of meer internetoverschrijving(en) (een)
geldbedrag(en) van de bankrekening(en) van die [slachtoffer 4] en/of die
[slachtoffer 3] overgeboekt,
waardoor [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of SNS Bank
(telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
tot het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meerdere tijdstip(pen) in
de periode van één mei 2006 tot en met 10 augustus 2006 te Schiedam en/of
Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen heeft verschaft door bij de Postbank een girorekening te openen
en/of het op die girorekening (door zijn mededader(s)) gestorte geld te pinnen
en te overhandigen aan een of meer mededader(s) en/of de bij die rekening
behorende giropas en pincode aan zijn mededader(s) ter beschikking te stellen;
hij op of omstreeks 28 juli 2006 te Schijndel ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en)
wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van
een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door
een samenweefsel van verdichtsels, (een medewerkster van) de SNS Bank en/of
[slachtoffer 2] te bewegen tot de afgifte van enig geldbedrag, in elk geval van enig
goed, met vorenomschreven oogmerk
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
zich heeft voorgedaan als de heer[slachtoffer 2] en/of en/of een (vals) rijbewijs heeft
getoond en/of overhandigd (welke op naam stond van [slachtoffer 2]), terwijl de
uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.1 De geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is.
2.2 De bevoegdheid van de rechtbank
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
2.3 De ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten en/of omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
2.4 De schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing van de vervolging gebleken.
3. Het onderzoek ter terechtzitting
3.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft -het onder 1, 2, 3, 4, 5 primair, 6 primair en 7 tenlastegelegde bewezen achtend- gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en de bijzondere voorwaarde dat hij zich zal gedragen naar de aanwijzingen van Reclassering Nederland. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van tweehonderdveertig uren, subsidiair honderdtwintig dagen hechtenis, met aftrek van het voorarrest.
3.2 De verdediging
De verdediging heeft een bewijsverweer gevoerd.
3.3 De vorderingen van de benadeelde partij
Ten aanzien van de onder 2, 3 en 4 tenlastegelegde feiten heeft SNS Bank NV, gevestigd te [adres en woonplaats], zich als benadeelde partij driemaal schriftelijk in het geding gevoegd. Zij vordert verdachte te veroordelen aan haar te betalen bedragen van:
- EUR 1.500,- ter zake van materiële schadevergoeding, te weten schadeloosstelling van [slachtoffer 1] inzake kasopname Oosterhout;
- EUR 2.500,- ter zake van materiële schadevergoeding, te weten schadeloosstelling van [slachtoffer 1] inzake kasopname Waalwijk;
- EUR 6.000,- ter zake van materiële schadevergoeding, te weten schadeloosstelling van [slachtoffer 1] inzake kasopname Helmond.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de drie vorderingen.
Namens de raadsman van verdachte is de aansprakelijkheid van de schade betwist.
4.1 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte
op 22 augustus 2006 te Leerdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en door een of meer listige kunstgrepen (een medewerkster van) de SNS Bank te bewegen tot de afgifte van enig geldbedrag, met vorenomschreven oogmerk
valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid zich heeft voorgedaan als de heer [slachtoffer 1] en/of aan een medewerkster van de SNS-bank een bankrekeningnummer ten name van [slachtoffer 1] heeft opgegeven en een vals rijbewijs heeft getoond en overhandigd (welke op naam stond van [slachtoffer 1]), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
op 17 augustus 2006 te Oosterhout tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en door een of meer listige kunstgrepen medewerksters van de SNS Bank heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (1.500 Euro), hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk
valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid zich voorgedaan als de heer [slachtoffer 1] en aan een medewerkster van de SNS Bank een bankrekeningnummer ten name van [slachtoffer 1] getoond en gezegd dat hij, verdachte, gemachtigd was om geld van de rekening te halen en een vals rijbewijs getoond en overhandigd (welke op naam stond van [slachtoffer 1]),
waardoor (die medewerksters van) de SNS-bank werd(en) bewogen tot
bovenomschreven afgifte;
op 17 augustus 2006 te Waalwijk tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en door een of meer listige kunstgrepen (een medewerkster van) de SNS Bank heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (2.500 Euro), hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk
valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid zich voorgedaan als de heer [slachtoffer 1] en aan een medewerkster van de SNS Bank een bankrekeningnummer ten name van [slachtoffer 1] genoemd en een vals rijbewijs getoond en overhandigd (welke op naam stond van [slachtoffer 1]),
waardoor (die medewerkster van) de SNS-bank werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
op 17 augustus 2006 te Helmond tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en door een of meer listige kunstgrepen (medewerksters van) de SNS Bank heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (6.000 Euro), hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk
valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid zich voorgedaan als de heer [slachtoffer 1] en medewerksters van de SNS Bank een bankrekeningnummer ten name van [slachtoffer 1] genoemd en een vals rijbewijs getoond en overhandigd (welke op naam stond van [slachtoffer 1]),
waardoor (die medewerksters van) de SNS-bank werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
op 28 juli 2006 te Weert ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en door een of meer listige kunstgrepen (een medewerkster van) de SNS Bank te bewegen tot de afgifte van enig geldbedrag, met vorenomschreven oogmerk
valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid zich heeft voorgedaan als [slachtoffer 2] en een vals rijbewijs heeft getoond en overhandigd (welke op naam stond van [slachtoffer 2]), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
op tijdstippen in de periode van 1 mei 2006 tot en met 10 augustus 2006 te Deventer en Amsterdam en Schiedam tezamen en in vereniging met anderen (telkens) met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en door een of meer listige kunstgrepen SNS Bank heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen, hebbende verdachte en zijn mededaders toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk
valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- een adreswijziging doorgegeven aan SNS Bank uit naam van
[slachtoffer 4] en
- vervolgens een overeenkomst Internet Bankieren aangevraagd met behulp van
een handtekening van [slachtoffer 4] en
- vervolgens middels internetoverschrijvingen geldbedragen van de bankrekeningen van die [slachtoffer 4] en die [slachtoffer 3] overgeboekt,
waardoor SNS Bank (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
op 28 juli 2006 te Schijndel ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en door een of meer listige kunstgrepen (een medewerkster van) de SNS Bank te bewegen tot de afgifte van enig geldbedrag, met vorenomschreven oogmerk
valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid zich heeft voorgedaan als [slachtoffer 2] en een vals rijbewijs heeft getoond en overhandigd (welke op naam stond van [slachtoffer 2]), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
4.2 Nadere bewijsoverweging ten aanzien van feit 6 primair
De raadsman heeft betoogd dat er geen sprake kan zijn van medeplegen van oplichting, omdat verdachte geen enkele uitvoeringshandeling heeft gepleegd. Van een nauwe en bewuste samenwerking en van een gezamenlijke uitvoering is geen sprake. Het pinnen van het geld kan niet als medeplegen van oplichting gelden, omdat er op dat moment al was bewogen tot afgifte. Verdachte dient ten aanzien van dit feit dan ook te worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt het navolgende. Uit de inhoud van het strafdossier en het onderzoek ter terechtzitting zijn de volgende feiten en omstandigheden vast komen te staan. Verdachte en zijn mededaders hebben voorafgaand aan de uitvoering van de oplichting een afspraak gemaakt die inhield dat er geldbedragen, afkomstig van oplichting, op de Postbankrekening van verdachte zouden worden gestort, dat verdachte deze bedragen zou pinnen en dat hij zelf 20% van die bedragen zou mogen houden. Verdachte heeft vervolgens zijn Postbankrekening, pinpasje en pincode ter beschikking gesteld. De rechtbank merkt hierbij op dat zonder het ter beschikking stellen van deze rekening de oplichting niet had kunnen worden voltooid. Vervolgens heeft verdachte het op zijn Postbankrekening gestorte geld opgenomen en heeft hij hiervan een deel gekregen.
Gelet op bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat sprake is van een dusdanige bewuste samenwerking en gezamenlijke uitvoering dat verdachte moet worden aangemerkt als medepleger van de gepleegde oplichting.
4.3 De bewijsmiddelen
De rechtbank grondt haar overtuiging dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
De rechtbank bezigt de inhoud van de geschriften als bedoeld in artikel 344, lid 1 sub 5° van het Wetboek van Strafvordering alleen in verband met de inhoud van andere bewijsmiddelen.
De rechtbank bezigt ieder bewijsmiddel, ook in onderdelen, telkens slechts voor het bewijs van het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De bewijsmiddelen zullen in die gevallen, waarin de wet aanvulling van het vonnis met de bewijsmiddelen vereist, dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, in een aan dit vonnis gehechte bijlage worden opgenomen.
5. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van de feiten 1, 5 primair en 7, telkens:
medeplegen van poging tot oplichting;
ten aanzien van de feiten 2, 3 en 4, telkens:
medeplegen van oplichting;
ten aanzien van feit 6 primair:
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
6. De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
7. De redenen, die de straf hebben bepaald of tot de maatregel hebben geleid
7.1 Strafmotivering
De rechtbank heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder die zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij is in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich in korte tijd samen met anderen viermaal schuldig gemaakt aan oplichting van de SNS Bank en heeft drie keer gepoogd deze bank op te lichten. Hij en zijn mededaders hebben deze strafbare feiten in diverse delen van het land gepleegd.
Verdachte heeft zich bij het plegen van deze strafbare feiten onder meer voorgedaan als een ander en een vals rijbewijs op naam van die ander getoond. In één geval heeft verdachte ten behoeve van de oplichting een Postbankrekening ter beschikking gesteld, waarop geldbedragen van de bankrekeningen van een rekeninghouder van de SNS Bank werden overgemaakt, zodat verdachte het geld vervolgens kon opnemen.
Verdachte en zijn mededaders hebben door hun handelen een ernstige inbreuk gemaakt op het vertrouwen dat banken en rekeninghouders in het economisch verkeer in elkaar moeten kunnen stellen. Het handelen van verdachte en zijn mededaders heeft de betrokken bank financieel nadeel opgeleverd. Daarnaast is het ook duidelijk dat dit de rekeninghouders veel overlast en ergernis heeft bezorgd. Verdachte en zijn mededaders lieten zich uitsluitend leiden door financieel gewin.
Vast is komen te staan dat verdachte reeds eerder met justitie in aanraking is geweest en voor een misdrijf is veroordeeld.
De rechtbank heeft acht geslagen op een rapport van Reclassering Nederland d.d. 23 oktober 2006, waarin wordt geadviseerd verdachte een gevangenisstraf op te leggen gelijk aan het voorarrest alsmede een groot voorwaardelijk deel met verplicht reclasseringscontact.
Bij de strafoplegging neemt de rechtbank in het voordeel van verdachte in aanmerking dat hij, nadat hij was aangehouden, de volledige verantwoording heeft genomen voor hetgeen hij heeft gedaan en volledig heeft meegewerkt aan het onderzoek bij de politie en ook ter terechtzitting. De rechtbank is van oordeel dat de door verdachte gepleegde feiten een gevangenisstraf rechtvaardigen. De rechtbank ziet, mede gelet op het feit dat verdachte al een aanzienlijke periode in voorarrest heeft doorgebracht en gelet op het feit dat hij een baan heeft die hij bij hernieuwde detentie zou kunnen verliezen, aanleiding om een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen.
Op grond van het vorenoverwogene is de rechtbank van oordeel dat een deels onvoorwaardelijke en deels voorwaardelijke gevangenisstraf en een werkstraf van na te melden duur dienen te worden opgelegd. Omdat de rechtbank het met Reclassering Nederland tevens van groot belang acht dat verdachte wordt behandeld en begeleid, zal zij aan de voorwaardelijke gevangenisstraf de bijzondere voorwaarde verbinden dat verdachte zich dient te houden aan de aanwijzingen hem te geven door of namens Reclassering Nederland. De voorwaardelijke gevangenisstraf dient mede als waarschuwing aan verdachte zich in de toekomst van het plegen van strafbare feiten te onthouden.
7.2 De vorderingen van de benadeelde partij
De benadeelde partij SNS Bank NV, gevestigd [adres en woonplaats], is ontvankelijk in haar vorderingen, nu aan verdachte een straf of maatregel wordt opgelegd en aan haar rechtstreeks schade is toegebracht door de bewezenverklaarde feiten.
De rechtbank is anders dan de raadsman van verdachte van oordeel dat er rechtstreekse schade is geleden door de SNS Bank, aangezien de onder 2, 3 en 4 bewezenverklaarde feiten jegens de SNS Bank waren gericht en niet (alleen) jegens de gedupeerde bankrekeninghouders. De SNS Bank heeft zich, gelet op haar verplichtingen jegens de rekeninghouders, genoodzaakt gezien de onterechte overboekingen ongedaan te maken, waardoor de bank rechtstreeks schade leed.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de door het bewezenverklaarde strafbare feiten toegebrachte schade.
De rechtbank acht de vorderingen toewijsbaar voor de bedragen van respectievelijk
EUR 1.500,-, EUR 2.500,- en EUR 6.000,-.
Naast toewijzing van deze civiele vorderingen zal de rechtbank als extra waarborg voor de schadevergoeding tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen.
8. De toepasselijke wettelijke voorschriften
De opgelegde straffen zijn gegrond op de volgende wettelijke voorschriften:
artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 36f, 45, 47, 57, 63 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank
verklaart bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals vermeld onder 4.1 van dit vonnis;
verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart dat het bewezenverklaarde de onder 5. vermelde strafbare feiten oplevert;
verklaart de verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte wegens die feiten tot:
* een GEVANGENISSTRAF voor de duur van 6 (zes) MAANDEN;
bepaalt dat een gedeelte van deze straf, te weten 4 (vier) MAANDEN, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd die wordt bepaald op TWEE JAREN, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of niet heeft nageleefd de hierna te melden bijzondere voorwaarde;
stelt daarbij als BIJZONDERE VOORWAARDE, dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen, hem te geven door of namens de Reclassering Nederland, zolang deze instelling dat nodig oordeelt;
verstrekt aan voornoemde instelling de opdracht aan de veroordeelde hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze bijzondere voorwaarde;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
* een TAAKSTRAF voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) UREN, bestaande uit een werkstraf, bij het niet naar behoren verrichten te vervangen door 120 (honderdtwintig) dagen hechtenis;
beveelt dat de resterende tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht (namelijk voor zover die niet reeds in mindering is gebracht op het onvoorwaardelijk deel van de gevangenisstraf), bij de uitvoering van de taakstraf in mindering zal worden gebracht;
bepaalt de maatstaf voor de aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht op 2 uren per dag;
* veroordeelt verdachte om tegen kwijting te betalen aan SNS Bank NV, gevestigd te [adres en woonplaats], bedragen van respectievelijk EUR 1.500,-, EUR 2.500,- en
EUR 6.000,-, met veroordeling tevens van verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot deze uitspraak begroot op nihil;
verstaat dat gehele of gedeeltelijke betaling van voormelde bedragen door een mededader de veroordeling van de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij SNS Bank NV met eenzelfde bedrag doet verminderen;
* legt op de verplichting tot betaling aan de staat van bedragen van respectievelijk
EUR 1.500,- (vijftienhonderd euro), EUR 2.500,- (vijfentwintighonderd euro) en EUR 6.000,- (zesduizend euro) ten behoeve van SNS Bank NV, gevestigd te [adres en woonplaats];
beveelt dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt -onder handhaving van voormelde verplichting- vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van respectievelijk 30, 50 en 60 dagen;
verstaat dat de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van SNS Bank NV komt te vervallen voor zover een mededader heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van SNS Bank NV;
bepaalt dat de voldoening aan de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. F.J.P Lock, voorzitter,
mr. W.P.M. Jurgens en mr. P.L. van Dijke, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S. van Vugt, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 15 maart 2007.