ECLI:NL:RBDOR:2007:AZ9943
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling op basis van koopovereenkomst en vrijwaringsincident
In deze zaak vordert de besloten vennootschap KOM Beheer B.V. van de gedaagde Hopman Interheem Groep B.V. een bedrag van € 195.356,60, vermeerderd met rente en kosten, op basis van een koopovereenkomst die op 7 december 2000 is gesloten. De vordering betreft de rente die voortvloeit uit deze overeenkomst. KOM Beheer stelt dat Hopman deze rente aan haar dient te betalen, terwijl Hopman zich beroept op verrekening met een vordering die zij op Hoova Vastgoed I B.V. heeft. Dit leidt tot een geschil over de toepasselijkheid van de regels van gemeenschap en de vraag of Hoova I als derde partij in het geding moet worden betrokken.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de processtukken, waaronder de dagvaarding en de conclusies van antwoord. In het incident heeft Hopman verzocht om Hoova I als eiser in het geding te roepen, maar KOM Beheer heeft dit betwist. De rechtbank overweegt dat de exceptio plurium litis consortium niet kan worden ingeroepen om een derde partij te dwingen zich bij de vordering aan te sluiten, tenzij er specifieke wettelijke gronden zijn die dit vereisen. De rechtbank concludeert dat er geen rechtsverhouding bestaat die een vrijwaring rechtvaardigt, en wijst de vorderingen van Hopman af.
De rechtbank beveelt een comparitie van partijen, waarbij partijen in persoon moeten verschijnen. De zaak wordt naar de rolzitting verwezen voor opgave van verhinderdata. De proceskosten in het incident worden toegewezen aan KOM Beheer, waarbij Hopman in de kosten wordt veroordeeld. Dit vonnis is uitgesproken op 28 februari 2007 door mr. A.J.P. van Essen.