ECLI:NL:RBDOR:2006:AZ1649
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van facturen en reconventionele vordering in verband met stucwerkzaamheden
In deze zaak vorderden eisers, bestaande uit een vennootschap onder firma en twee vennoten, betaling van twee facturen van gedaagde, een besloten vennootschap, voor stucwerkzaamheden die door eisers waren verricht. De facturen betroffen bedragen van respectievelijk € 1975,-- en € 1073,75, met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. Gedaagde betwistte de vordering en stelde dat eisers niet hadden voldaan aan hun verplichtingen, waaronder het aanbrengen van gaas in de stucwerkzaamheden, wat leidde tot mogelijke aansprakelijkheid voor schade. Gedaagde voerde aan dat eisers niet bereid waren om een garantie te bevestigen, wat hen aansprakelijk maakte voor de schade die gedaagde mogelijk zou lijden.
De kantonrechter heeft op 31 augustus 2006 een comparitie gelast, maar eisers hebben besloten niet te verschijnen, wat hen in een nadelige positie bracht. De rechter oordeelde dat het niet verschijnen van eisers leidde tot onvoldoende duidelijkheid over hun standpunt en dat dit hun vordering schaadde. De rechter concludeerde dat gedaagde niet onterecht had gehandeld en dat de vordering van eisers op basis van de feiten en omstandigheden niet kon worden toegewezen.
Uiteindelijk wees de kantonrechter de vorderingen van eisers af en veroordeelde hen in de proceskosten van gedaagde. De rechter benadrukte dat eisers, door niet te verschijnen, het risico hadden genomen dat hun vordering negatief zou worden beoordeeld. Dit vonnis werd uitgesproken op 2 november 2006 door mr. E.D. Rentema, kantonrechter, en is uitvoerbaar bij voorraad.