ECLI:NL:RBDOR:2006:AY9345

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
10 augustus 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
65857 / KG ZA 06-122
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verklaring van waardeloosheid van een inschrijving in het kadaster

In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Dordrecht, heeft de curator van de failliete vennootschap Movietech BVBA een vordering ingesteld tot verklaring van waardeloosheid van een inschrijving in het kadaster. De curator stelt dat de overdracht van onroerende zaken aan Movietech Beheer ongeldig is, omdat de titel in de transportakte niet correct zou zijn. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de curator onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat de inschrijving waardeloos is. De rechter oordeelt dat een inschrijving slechts waardeloos is als deze rechtens zonder belang is, en dat de curator niet heeft aangetoond dat de inschrijving van de overdracht op 22 oktober 1999 nietig is. De voorzieningenrechter heeft ook opgemerkt dat de curator geen nakoming van een vermeende toezegging van [gedaagde] heeft gevorderd, waardoor de vraag of deze toezegging al dan niet is gedaan in het midden kan blijven.

De voorzieningenrechter concludeert dat er voldoende aannemelijk is dat de koop- en aannemingsovereenkomst tussen [gedaagde] en Movietech is aangevuld door een mondelinge overeenkomst, waardoor de onroerende zaken aan Movietech Beheer zijn overgedragen. Dit betekent dat de curator niet kan stellen dat er sprake is van een ongeldige overdracht. De rechter wijst de vorderingen van de curator af en veroordeelt hem in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 10 augustus 2006 door mr. C. van Steenderen-Koornneef.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 65857 / KG ZA 06-122
Vonnis van 10 augustus 2006 in kort geding
in de zaak van
[H.J.] BAKKER, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de vennootschap naar Belgisch recht Movietech BVBA,
wonende te Leiden,
eiser,
procureur mr. P.G. Gilhuis,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[bedrijfsnaam] HOLDING BV,
wonende te Strijen,
gedaagde,
advocaat mr. R. Smith te Rotterdam.
Partijen zullen hierna worden aangeduid als de curator en [gedaagde].
1. De procedure
1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het exploot van dagvaarding van 20 juli 2006, met 17 producties;
- de mondelinge behandeling;
- de pleitnota van de curator;
- de pleitnota van [gedaagde], met 4 producties.
1.2 Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1 Bij vonnis van deze rechtbank van 22 februari 2006 is de vennootschap naar Belgisch recht Movietech BVBA (hierna: Movietech) failliet verklaard met aanstelling van mr. H.J. Bakker als curator.
2.2 De rechter-commissaris in het faillissement heeft de curator gemachtigd deze procedure te voeren.
2.3 [gedaagde] is een aannemersbedrijf te Strijen.
2.4 De aandelen in Movietech en Movietech Beheer worden gehouden door de heer [bestuurder Movietech], die tevens enig bestuurder van beide vennootschappen is.
2.5 Op 28 juni 1999 hebben [gedaagde] en Movietech een koop- aannemingsovereenkomst (hierna ook: de overeenkomst) gesloten met betrekking tot de koop en bouw van een aantal onroerende zaken aan de Edisonweg te Strijen (hierna: de onroerende zaken). Deze overeenkomst luidt, voor zover van belang, als volgt:
(...)1. de heer [bestuurder gedaagde], vennootschapsdirecteur, (...), ten deze handelend in zijn hoedanigheid van zelfstandig bevoegd bestuurder van (...) [bedrijfsnaam] HOLDING B.V., (...), hierna [gedaagde] Holding B.V. te noemen ondernemer, (...)
handelende de comparanten sub 2.a. en sub 2.b. tezamen als enige beherende vennoten van (...) MOVIETECH BVBA, (...), als zodanig deze besloten vennootschap rechtsgeldig vertegenwoordigende; hierna tezamen te noemen verkrijger (...)
Deze overeenkomst is aangegaan onder de volgende bepalingen.
Overdracht
Artikel 1
1. De overdracht van de grond met daarop gebouwde casu quo in aanbouw zijnde casu quo nog te bouwen opstal(len) zal, wanneer vaststaat dat de in artikel 6 van deze overeenkomst genoemde voorwaarden zijn vervuld, of bij niet vervulling van de voorwaarden de verkrijger niet of niet tijdig de ontbinding van de overeenkomst heeft ingeroepen, geschieden bij akte, te verlijden ten overstaan van de onder I genoemde notaris, diens plaatsvervanger of opvolger op een door de notaris te bepalen tijdstip, uiterlijk binnen 2 maanden na de hiervoor genoemde datum van overeenkomst.
Zolang de overdracht niet heeft plaatsgevonden heeft de verkrijger het recht op uitstel van betaling zoals omschreven in artikel 4 lid 2. (...)
2.6 Blijkens de transportakte van 21 oktober 1999 zijn de onroerende zaken overgedragen aan Movietech Beheer. In de transportakte staat als titel van overdracht de koop- en aannemingsovereenkomst tussen [gedaagde] en Movietech vermeld.
2.7 Movietech hield kantoor aan de Edisonweg 12 te Strijen. Volgens de inschrijving in het kadaster behoort dit pand toe aan de vennootschap naar Belgisch recht Movietech Beheer BVBA (hierna: Movietech Beheer).
3. Het geschil
3.1 De curator vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. [gedaagde] zal bevelen aan de curator een door haar ondertekende verklaring van waardeloosheid af te geven binnen twee dagen na betekening van dit vonnis met bepaling dat de inschrijving van 22 oktober 1999 van de levering van 21 oktober 1999 waardeloos is ex artikel 3:29 BW indien [gedaagde] niet aan dit bevel voldoet;
2. [gedaagde] zal veroordelen de onroerende zaken als omschreven in punt 6 van de dagvaarding te leveren aan de curator en mee te werken aan het verrichten van alle daartoe vereiste rechtshandelingen met bepaling dat dit vonnis dezelfde rechtskracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte strekkende tot levering van de in punt 6 van de dagvaarding genoemde onroerende zaken, althans een vertegenwoordiger aan zal wijzen die de rechtshandelingen daartoe voor [gedaagde] zal verrichten, indien [gedaagde] in gebreke blijft aan dit bevel te voldoen;
3. althans zodanige voorzieningen zal treffen als de voorzieningenrechter ten deze nuttig en nodig acht;
4. met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van dit geding, de kosten van het beslag daaronder begrepen.
3.2 De curator baseert zijn vordering op de volgende stellingen.
3.2.1 De overdracht heeft een feitelijk onjuiste titel. Daarom is het geen geldige titel van overdracht als bedoeld in artikel 3:89 juncto artikel 3:84 BW. In deze artikelen is bepaald dat de tot levering bestemde akte nauwkeurig de titel van overdracht moet vermelden. De overdracht van 21 oktober 1999 is derhalve non-existent en de inschrijving daarvan op 22 oktober 1999 waardeloos.
3.2.2 Aangezien de inschrijving van de levering waardeloos is, is [gedaagde] op grond van artikel 3:28 BW gehouden op eerste verzoek van de curator, als onmiddellijk belanghebbende, een verklaring van waardeloosheid af te geven.
3.2.3 [gedaagde] heeft aan de curator toegezegd een verklaring van waardeloosheid af te geven, doch is later ten onrechte op deze toezegging teruggekomen.
3.2.4 De curator heeft spoedeisend belang, omdat hij de onroerende zaken inmiddels heeft verkocht en tot levering daarvan is gehouden.
3.2.5 [gedaagde] voert gemotiveerd verweer. Op dit verweer wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1 Nu niet is betwist dat de curator de onroerende zaken inmiddels heeft verkocht en tot levering daarvan gehouden is, is het spoedeisend belang gegeven.
4.2 De voorzieningenrechter merkt allereerst op dat de curator geen nakoming van de vermeende toezegging van [gedaagde] heeft gevorderd, zodat in beginsel in het midden kan blijven of deze toezegging al dan niet is gedaan.
4.3 De vraag die beantwoord dient te worden is of [gedaagde] gehouden is een verklaring van waardeloosheid af te geven aan de curator. Ter beoordeling staat eerst of de inschrijving waardeloos is, zoals de curator stelt en [gedaagde] betwist.
4.4 De voorzieningenrechter stelt voorop dat een inschrijving waardeloos is als deze rechtens zonder enig belang is. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer het een inschrijving betreft van een overdracht van een onroerende zaak op grond van een nietige titel.
4.5 Volgens de curator is de overdracht aan Movietech Beheer ongeldig, omdat een (juiste) titel in de transportakte ontbreekt.
4.6 In de transportakte staat de koop- en aannemingsovereenkomst tussen Movietech en [gedaagde] als titel vermeld. In deze overeenkomst is Movietech aangemerkt als verkrijger. In artikel 1 van de overeenkomst is niet expliciet opgenomen dat de onroerende zaken aan Movietech geleverd zouden worden. Aannemelijk is evenwel dat het in beginsel de bedoeling van partijen was de onroerende zaken aan Movietech te leveren.
4.7 [gedaagde] voert echter ten verwere aan dat zij op de dag van de levering door de notaris gebeld is met de vraag of zij ermee in zou stemmen dat de onroerende zaken aan Movietech Beheer geleverd zouden worden en dat zij aan de notaris heeft medegedeeld dit geen probleem te vinden. Volgens [gedaagde] waren de aandeelhouders van Movietech en Movietech Beheer op dat moment bij de notaris en vond wijziging in de overeenkomst in opdracht van hen plaats. Dit standpunt heeft de curator niet, althans onvoldoende betwist, zodat de voorzieningenrechter het ervoor moet houden dat het gesprek tussen [gedaagde] en de notaris heeft plaatsgevonden.
4.8 Het vorengaande brengt mee dat voldoende aannemelijk is dat de koop- aannemingsovereenkomst is aangevuld door een mondelinge overeenkomst in die zin dat de onroerende zaken aan Movietech Beheer overgedragen zouden worden. Voorts is voldoende aannemelijk dat het de bedoeling van partijen was de onroerende zaken aan Movietech Beheer te leveren. Dit betekent dat vooralsnog niet geconcludeerd kan worden dat er sprake is van een ongeldige overdracht. Dit geldt temeer nu slechts het niet vermelden van de titel zal leiden tot nietigheid, terwijl een onnauwkeurige vermelding van de titel geen nietigheid tot gevolg heeft. Hoogstens is het als onzorgvuldig aan te merken dat de transportakte niet de aanvullende (mondelinge) afspraak vermeldt. De strekking van het voorschrift van nauwkeurigheid is immers dat derden zonder meer mogen aannemen dat wat in de akte als titel staat omschreven, de titel nauwkeurig weergeeft.
4.9 De omstandigheid dat Movietech de onroerende zaken heeft betaald en dat zij partij is bij de overeenkomst, maakt het vorengaande niet anders. Het is immers mogelijk een zaak te kopen en die aan een ander te (doen) leveren. Voorts is de omstandigheid dat de onroerende zaken in de jaarrekeningen van Movietech staan opgenomen, onvoldoende om aan te kunnen nemen dat het ten tijde van de overdracht niet de bedoeling van partijen was de onroerende zaken aan Movietech Beheer te leveren.
4.10 Nu de curator overigens niet heeft gesteld op waarom de inschrijving waardeloos zou zijn, is onvoldoende aannemelijk dat er sprake is van een rechtens irrelevante inschrijving. De vordering van de curator opgenomen in 3.1. onder 1 is derhalve niet toewijsbaar.
4.11 Ten aanzien van de vordering opgenomen in 3.1. onder 2 heeft de curator onvoldoende onderbouwd waarom [gedaagde] gehouden is de onroerende zaken aan de curator te leveren. Nu bovendien hiervoor is vastgesteld dat het voldoende aannemelijk is dat de onroerende zaken aan de juiste partij geleverd zijn, valt vooralsnog niet in te zien waarom [gedaagde] gehouden zou zijn tot levering. Derhalve is ook dit onderdeel van de vordering niet toewijsbaar.
4.12 De curator zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van deze procedure worden veroordeeld.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1 wijst de vorderingen af,
5.2 veroordeelt de curator in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op EUR 816,- aan salaris van de procureur en EUR 248,- aan verschotten.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. van Steenderen-Koornneef en in het openbaar uitgesproken op 10 augustus 2006.