ECLI:NL:RBDOR:2006:AY6089

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
10 augustus 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/500193-06
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ontuchtige handelingen met minderjarige

Op 10 augustus 2006 heeft de Rechtbank Dordrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 36-jarige verdachte, die beschuldigd werd van het meermalen plegen van ontuchtige handelingen met zijn 14-jarige nichtje. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 juni 2005 tot en met 31 augustus 2005 in Hendrik-Ido-Ambacht en Wijchen, door middel van geweld en bedreiging, het slachtoffer heeft gedwongen tot verschillende seksuele handelingen. De verdachte heeft onder andere het slachtoffer getongzoend, haar billen, rug, borsten, clitoris en vagina betast, en heeft zich laten aftrekken door haar. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte, door zijn positie als oom en het leeftijdsverschil van 20 jaar, een bedreigende situatie heeft gecreëerd voor het slachtoffer.

Tijdens de rechtszitting heeft de officier van justitie een gevangenisstraf van 20 maanden geëist, waarvan 7 maanden voorwaardelijk. De verdediging pleitte voor vrijspraak. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat niet alle tenlastegelegde feiten bewezen konden worden, maar dat de verdachte wel schuldig was aan de subsidiaire aanklacht van ontuchtige handelingen met een minderjarige. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 21 maanden, waarvan 7 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank heeft hierbij de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer in overweging genomen, evenals de rapportage van de Reclassering Nederland, waaruit bleek dat de verdachte niet eerder was veroordeeld.

De rechtbank heeft benadrukt dat de handelwijze van de verdachte als uiterst verwerpelijk moet worden gekwalificeerd en dat dit een grote nadelige invloed op het slachtoffer heeft gehad. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
MEERVOUDIGE STRAFKAMER
Tegenspraak
Parketnummer: 11/500193-06
Zittingsdatum : 27 juli 2006
Uitspraak : 10 augustus 2006
VERKORT STRAFVONNIS
De rechtbank Dordrecht heeft op grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting vonnis gewezen in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren in 1970,
wonende te [woonplaats].
De rechtbank heeft de processtukken gezien en kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen de verdediging naar voren heeft gebracht.
1. De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 01 juni 2005 tot en met 31 augustus 2005 te
Hendrik-Ido-Ambacht en/of Wijchen, in elk geval in Nederland, meermalen,
althans eenmaal, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of
bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] (geboren
op 8 december 1990) heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en)
die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het
lichaam van die [slachtoffer], hebbende hij, verdachte, meermalen, althans eenmaal, - zakelijk weergegeven -
- die [slachtoffer] getongzoend, althans gezoend en/of
- de (ontblote) billen van die [slachtoffer] gestreeld/betast en/of
- de (ontblote) rug van die [slachtoffer] gestreeld/betast en/of
- de (ontblote) borsten van die [slachtoffer] gestreeld/betast en/of
- de (ontblote) clitoris en/of de (ontblote) vagina van die [slachtoffer] gestreeld/betast en/of
- zich laten aftrekken door die [slachtoffer] en/of
- zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] geduwd/gebracht
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat -zakelijk weergegeven-
hij, verdachte, meermalen, althans eenmaal,
- die [slachtoffer] boven op zijn, verdachtes, lichaam heeft getrokken, althans die [slachtoffer] naar zich toe heeft getrokken en/of
- die [slachtoffer] tegen zijn, verdachtes, lichaam heeft aangedrukt en/of
- die [slachtoffer] heeft meegetrokken naar een andere kamer en/of
- de broek van die [slachtoffer] heeft losgemaakt en/of naar beneden heeft getrokken en/of
- de hand van die [slachtoffer] naar zijn, verdachtes, penis heeft gebracht en/of
- aftrekbewegingen met de hand van die [slachtoffer] over zijn, verdachtes, penis heeft gemaakt en/of
- door zijn, verdachtes, leeftijd en/of positie als oom, althans een positie gelijkend op die van een oom en/of als werkgever van die [slachtoffer] en/of psychisch overwicht op die [slachtoffer], overwicht over die [slachtoffer] had en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
SUBSIDIAIR: voorzover het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht
of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 01 juni 2005 tot en met 31 augustus 2005 te
Hendrik-Ido-Ambacht en/of Wijchen, in elk geval in Nederland, meermalen,
althans eenmaal, met [slachtoffer] (geboren op 8 december 1990), die de leeftijd
van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt,
een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of
mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende hij, verdachte, meermalen, althans eenmaal, -zakelijk weergegeven-
- die [slachtoffer] getongzoend, althans gezoend en/of
- de (ontblote) billen van die [slachtoffer] gestreeld/betast en/of
- de (ontblote) rug van die [slachtoffer] gestreeld/betast en/of
- de (ontblote) borsten van die [slachtoffer] gestreeld/betast en/of
- de (ontblote) clitoris en/of de (ontblote) vagina van die [slachtoffer] gestreeld/betast en/of
- zich laten aftrekken door die [slachtoffer] en/of
- zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] geduwd/gebracht;
MEER SUBSIDIAIR: voorzover het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 01 juni 2005 tot en met 31 augustus 2005 te
Hendrik-Ido-Ambacht en/of Wijchen, in elk geval in Nederland, meermalen,
althans eenmaal, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of
bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] (geboren op 8 december 1990) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of
meer ontuchtige handeling(en), hebbende hij, verdachte, meermalen, althans
eenmaal, - zakelijk weergegeven -
- die [slachtoffer] getongzoend, althans gezoend en/of
- de (ontblote) billen van die [slachtoffer] gestreeld/betast en/of
- de (ontblote) rug van die [slachtoffer] gestreeld/betast en/of
- de (ontblote) borsten van die [slachtoffer] gestreeld/betast en/of
- de (ontblote) clitoris en/of de (ontblote) vagina van die [slachtoffer] gestreeld/betast en/of
- zich laten aftrekken door die [slachtoffer] en/of
- zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] geduwd/gebracht
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat -zakelijk weergegeven-
hij, verdachte, meermalen, althans eenmaal,
- die [slachtoffer] boven op zijn, verdachtes, lichaam heeft getrokken, althans die [slachtoffer] naar zich toe heeft getrokken en/of
- die [slachtoffer] tegen zijn, verdachtes, lichaam heeft aangedrukt en/of
- die [slachtoffer] heeft meegetrokken naar een andere kamer en/of
- de broek van die [slachtoffer] heeft losgemaakt en/of naar beneden heeft getrokken en/of
- de hand van die [slachtoffer] naar zijn, verdachtes, penis heeft gebracht en/of
aftrekbewegingen met de hand van die [slachtoffer] over zijn, verdachtes, penis
heeft gemaakt en/of
- door zijn, verdachtes, leeftijd en/of positie als oom, althans een positie gelijkend op die van een oom en/of als werkgever van die [slachtoffer] en/of psychisch overwicht op die [slachtoffer], overwicht over die [slachtoffer] had en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
2. De voorvragen
2.1 De geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is.
2.2 De bevoegdheid van de rechtbank
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
2.3 De ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten en/of omstandigheden gebleken, die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
2.4 De schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing van de vervolging gebleken.
3. Het onderzoek ter terechtzitting
3.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft -het primair ten laste gelegde bewezen achtend- gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twintig maanden, waarvan zeven maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren.
3.2 De verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit.
4. De bewijsbeslissingen
4.1 De vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet bewezen wat aan de verdachte primair ten laste is gelegd, nu uit de bewijsmiddelen niet wettig en overtuigend kan worden afgeleid dat verdachte met (bedreiging van) geweld of andere feitelijkheden heeft gedwongen tot de handelingen genoemd onder het primair ten laste gelegde.
De verdachte zal daarom worden vrijgesproken van dat feit.
4.2 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte
(subsidiair)
in de periode van 01 juni 2005 tot en met 31 augustus 2005 te Hendrik-Ido-Ambacht en Wijchen, meermalen, met [slachtoffer] (geboren op 8 december 1990), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende hij, verdachte
-zakelijk weergegeven-
- meermalen die [slachtoffer] getongzoend en
- meermalen de ontblote billen van die [slachtoffer] betast en
- meermalen de ontblote rug van die [slachtoffer] betast en
- de ontblote borsten van die [slachtoffer] betast en
- de ontblote clitoris en de ontblote vagina van die [slachtoffer] gestreeld en
- zich laten aftrekken door die [slachtoffer] en
- zijn, verdachtes, vinger in de vagina van die [slachtoffer] geduwd.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
4.3 Nadere bewijsoverweging
De raadsman heeft gesteld dat de verklaringen van het slachtoffer zodanig uiteenlopen en tegenstrijdig zijn, dat zij niet betrouwbaar kunnen worden geacht en derhalve niet voor het bewijs mogen worden gebruikt.
De rechtbank verwerpt dit verweer. De verklaringen van het slachtoffer komen -voor zover controleerbaar aan de hand van verklaringen van derden- op essentiële punten ten aanzien van de omstandigheden voorafgaande aan de bewezen verklaarde gedragingen overeen met de verklaringen van de getuigen [getuige 1], [getuige 2] en [getuige 3], als mede de verklaringen van de verdachte.
4.4 De bewijsmiddelen
De rechtbank grondt haar overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
De rechtbank bezigt ieder bewijsmiddel, ook in onderdelen, telkens slechts voor het bewijs van het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De bewijsmiddelen zullen in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis met de bewijsmiddelen vereist, dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, in een aan dit vonnis gehechte bijlage worden opgenomen.
5. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
Het bewezenverklaarde levert op:
(subsidiair)
MET IEMAND, DIE DE LEEFTIJD VAN TWAALF JAREN MAAR NOG NIET DIE VAN ZESTIEN JAREN HEEFT BEREIKT, BUITEN ECHT, ONTUCHTIGE HANDELINGEN PLEGEN DIE MEDE BESTAAN UIT HET SEKSUEEL BINNENDRINGEN VAN HET LICHAAM, MEERMALEN GEPLEEGD.
6. De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
7. De redenen, die de straf hebben bepaald of tot de maatregel hebben geleid
7.1 Strafmotivering
De rechtbank heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder die zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij is in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft in de periode van 1 juni 2005 tot en met 31 augustus 2005 met de 14 jarige dochter van zijn halfbroer twee maal ontuchtige handelingen gepleegd, welke mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam. Tussen de verdachte en het slachtoffer bestaat een leeftijdsverschil van 20 jaren. Gebruikmakend van dit leeftijdsverschil heeft verdachte -in zijn omgang met het minderjarige slachtoffer- herhaalde malen een situatie in het leven geroepen waarin het slachtoffer geen andere mogelijkheid zag dan de ten laste gelegde gedragingen van verdachte over zich heen te laten komen.
Het behoeft geen betoog dat de handelwijze van de verdachte als uiterst verwerpelijk moet worden gekwalificeerd en dat dit alles een grote nadelige invloed op het slachtoffer heeft. De verdachte heeft het vertrouwen dat zijn nichtje in hem mocht hebben op grove wijze beschaamd. Met zijn handelen heeft hij een ernstige inbreuk gemaakt op haar persoonlijke integriteit. Het is een feit van algemene bekendheid dat seksueel misbruik van minderjarigen bij hen tot psychische schade kan leiden. Het opbouwen van een vertrouwensband met een volwassen persoon, dan wel het aangaan van toekomstige seksuele contacten, kan voor het slachtoffer problematisch zijn. Dat de maatschappij met gevoelens van afschuw en verontwaardiging reageert op het plegen van ontuchtige handelingen met jonge slachtoffers geeft te meer aan hoe afkeurenswaardig seksueel misbruik van minderjarigen wordt geacht.
Wat de persoon van de verdachte betreft heeft de rechtbank in het bijzonder acht geslagen op de door de Reclassering Nederland omtrent de verdachte uitgebrachte rapportage d.d. 15 maart 2006. Verdachte blijkt niet eerder te zijn veroordeeld.
Op grond van het vorenoverwogene is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf dient te worden opgelegd. De rechtbank zal een gedeelte van deze straf voorwaardelijk opleggen om de verdachte er in de toekomst van te weerhouden opnieuw soortgelijke feiten te plegen. De rechtbank legt een hogere straf op dan door de officier van justitie is geëist nu de vordering van de officier van justitie is gebaseerd op het primair ten laste gelegde, terwijl de rechtbank de verdachte daarvan vrijspreekt en het subsidiair ten laste gelegde bewezen acht. De rechtbank laat daarbij de ernst van het feit nadrukkelijk meewegen. Eén en ander als nader in het dictum te melden.
8. De toepasselijke wettelijke voorschriften
De opgelegde straf is gegrond op de volgende wettelijke voorschriften:
artikelen 14a (oud), 14b, 14c, 57, 245 van het Wetboek van Strafrecht.
9. De beslissing
De rechtbank
verklaart niet bewezen wat aan de verdachte primair ten laste is gelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals vermeld onder 4.2 van dit vonnis;
verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart dat het bewezenverklaarde de onder 5. vermelde strafbare feiten oplevert;
verklaart de verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte wegens die feiten tot:
een GEVANGENISSTRAF voor de duur van 21 MAANDEN;
bepaalt dat een gedeelte van deze straf, te weten 7 MAANDEN, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd die wordt bepaald op TWEE JAREN, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. drs. T.F. van der Lugt, voorzitter,
mr. F.G.H. Kristen en mr. W.J.M. Diekman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.C. Visser, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 10 augustus 2006.