ECLI:NL:RBDOR:2006:AY5636
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van politieagent in dodelijk ongeval tijdens achteruitrijden
In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 4 augustus 2006 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een politieagent die betrokken was bij een dodelijk ongeval. De verdachte, een hoofdagent van de Politie Zuid-Holland-Zuid, werd beschuldigd van het veroorzaken van een verkeersongeval door roekeloos en onvoorzichtig rijgedrag, wat resulteerde in de dood van een fietser. Het ongeval vond plaats op 14 november 2005, toen de verdachte achteruit reed met zijn politievoertuig op de Groen van Prinstererweg te Dordrecht, terwijl hij een fietser volgde die verdacht werd van een inbraak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte tijdens het achteruitrijden goed zicht had op de fietser en dat de rijbaan vrij was van ander verkeer. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet aanmerkelijk onvoorzichtig had gehandeld, aangezien hij de maximumsnelheid van 30 km/uur niet overschreed en de fietser zich op het trottoir bevond. De rechtbank concludeerde dat de fietser door zijn plotselinge actie om de straat over te steken, een onvoorspelbare handeling verrichtte, waardoor de botsing onvermijdelijk was. Gezien deze omstandigheden werd de verdachte vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde. De rechtbank benadrukte dat er geen bewijs was dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan overtredingen van de Wegenverkeerswet 1994.