ECLI:NL:RBDOR:2006:AX2033
Rechtbank Dordrecht
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Non-concurrentiebeding en ontslag na pensioengerechtigde leeftijd
In deze zaak, die voor de Rechtbank Dordrecht werd behandeld, stond de vraag centraal of de gedaagde, na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd en het ontvangen van ontslag als statutair directeur, nog gebonden was aan een non-concurrentiebeding. Eiseres, Intersea Trading B.V., had gedaagde aangesproken op de schending van dit beding, omdat hij werkzaamheden verrichtte voor een concurrent, Prisma Air & Ocean B.V. De voorzieningenrechter heeft op 11 mei 2006 uitspraak gedaan in kort geding, waarbij de vorderingen van Intersea werden afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat gedaagde na zijn ontslag als statutair directeur zijn werkzaamheden voor Intersea had afgebouwd, maar dat er geen nieuwe schriftelijke overeenkomst was gesloten die het non-concurrentiebeding opnieuw geldig maakte. De rechter oordeelde dat gedaagde na het beëindigen van zijn dienstverband vrij was om voor Prisma te werken, en dat er onvoldoende bewijs was dat hij onrechtmatig handelde jegens Intersea. De vordering tot betaling van een voorschot en de vordering om gedaagde te verbieden contact te onderhouden met voormalige klanten van Intersea werden afgewezen.
De rechter concludeerde dat de gestelde schendingen van het non-concurrentiebeding en de geheimhoudingsverplichting niet voldoende waren onderbouwd door Intersea. De vorderingen werden afgewezen, en Intersea werd veroordeeld in de proceskosten van gedaagde. Dit vonnis benadrukt de noodzaak van duidelijke afspraken en schriftelijke overeenkomsten bij het beëindigen van arbeidsrelaties, vooral in het kader van concurrentiebedingen.