ECLI:NL:RBDOR:2006:AV6077

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
16 maart 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
11/510384-05
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
MEERVOUDIGE STRAFKAMER
Tegenspraak
Parketnummer: 11/510384-05
Zittingsdatum : 2 maart 2006
Uitspraak : 16 maart 2006
VERKORT STRAFVONNIS
De rechtbank Dordrecht heeft op grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting vonnis gewezen in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op 24 december 1973,
wonende te [adres],
thans gedetineerd in de P.I. Rijnmond, locatie De Schie, te Rotterdam.
De rechtbank heeft de processtukken gezien en kennis genomen van de
vordering van de officier van justitie en van hetgeen de verdediging naar voren
heeft gebracht.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vorderingen van de benadeelde partijen.
1. De tenlastelegging
1.
(zaak 1)
hij op of omstreeks 16 november 2005 te Dordrecht
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of
meerdere geldbedrag(en) (totaal: 1174,38 Euro) en/of een of meerdere
(geld)bak(ken), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan Albert Heijn (Wielwijk), in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], gepleegd met
het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of
om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij
de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of/althans
hij op of omstreeks 16 november 2005 te Dordrecht
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft
gedwongen tot de afgifte van een of meerdere geldbedrag(en) (totaal: 1174,38
Euro) en/of een of meerdere (geld)bak(ken), in elk geval van enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan Albert Heijn (Wielwijk), in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s)
- een pistool, althans een wapen, in elk geval een op een (vuur)wapen
gelijkend voorwerp, heeft/hebben gericht (gehouden) op, althans getoond aan,
genoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of
- heeft/hebben gezegd/geroepen tegen/naar genoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]:
"La open, la open!" en/of "Doe nou die la open. Ik wil geld!";
2.
(zaak 3)
hij op of omstreeks 16 november 2005 te Mijnsheerenland, gemeente Binnenmaas,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een bedrijf, een
texaco tankstation, heeft weggenomen tabakswaren, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] en/of Texaco, in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de
plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren)
onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming;
3.
(zaak 2)
hij op of omstreeks 15 november 2005 en/of 16 november 2005 te Dordrecht
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een
personenauto (Ford Escort, [kenteken), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan (de vader van) [slachtoffer 4], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) het weg te nemen goed onder zijn/hun
bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
SUBSIDIAIR: voorzover het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling mocht
of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 15 november 2005 en/of 16 november 2005 te Dordrecht, in
elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, een personenauto (Ford Escort, [kenteken]) heeft verworven,
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het
verwerven of het voorhanden krijgen van die personenauto wist, althans
redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen
goed(eren) betrof;
4.
(zaak 5)
hij in of omstreeks de periode van 15 november 2005 tot en met 22 november
2005 te Dordrecht
een of meer wapens van categorie III (onder sub 1) te weten een pistool (merk:
FN, model: High Power, kaliber: 9mm Luger),
en/of munitie van categorie III, te weten een of meerdere patro(o)n(en),
voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
5.
(zaak 6)
hij op of omstreeks 24 september 2005 te Dordrecht
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een
winkel/bedrijfspand gelegen aan het P.A. de Kok-plein heeft weggenomen een
geldbedrag (ongeveer 300 Euro), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan Reisbureau Van Maren, in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming;
6.
(zaak 7)
hij op of omstreeks 01 oktober 2005 te Prinsenbeek, gemeente Breda,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een
winkel/bedrijfspand gelegen aan de Beeksestraat heeft weggenomen
een of meerder do(o)s/zen sigaretten en/of shag, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan Albert Heijn, in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming;
7.
(zaak 8)
hij op of omstreeks 22 april 2003 te Vught
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een winkel/bedrijfspand
gelegen aan de Marktveldpassage heeft weggenomen een of meerdere slof(fen)
en/of pakje(s) sigaretten en/of shag, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan Albert Heijn BV en/of Rodanco Nederland
BV, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming;
8.
(zaak 9)
hij op of omstreeks 17 november 2005 en/of 18 november 2005 te
Hendrik-Ido-Ambacht
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een winkelpand gelegen
aan de Reeweg heeft weggenomen een hoeveelheid sigaretten en/of shag, in elk
geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan MCD Supermarkt, in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte,
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft
en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door
middel van braak en/of verbreking;
9.
(zaak 4)
hij op of omstreeks 17 november 2005 en/of 18 november 2005 te Dordrecht
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een
personenauto (Ford Escort, [kenteken]), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte,
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft
en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door
middel van braak, verbreking en/of een valse sleutel;
SUBSIDIAIR: voorzover het vorenstaande onder 9 niet tot een veroordeling mocht
of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 17 november 2005 en/of 18 november 2005 te Dordrecht, in
elk geval in Nederland, een personenauto (Ford Escort, [kenteken]) heeft
verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten
tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die personenauto wist,
althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf
verkregen goed(eren) betrof;
10.
(zaak 10)
hij op of omstreeks 08 november 2005 en/of 09 november 2005 te Papendrecht
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een winkelpand gelegen
aan de Markt heeft weggenomen een hoeveelheid sigaretten en/of shag, in elk
geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan Super De Boer, in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte,
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft
en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door
middel van braak, verbreking en/of inklimming;
2. De voorvragen
2.1 De geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is.
2.2 De bevoegdheid van de rechtbank
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen.
2.3 De ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten en/of omstandigheden gebleken, die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
2.4 De schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing van de vervolging gebleken.
3. Het onderzoek ter terechtzitting
3.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft -het onder 1, 2, 3 primair, 4, 5, 6, 7, 8, 9 primair en 10 ten laste gelegde bewezen achtend- gevorderd overeenkomstig de als bijlage 2 aan dit vonnis gehechte vordering ter terechtzitting.
3.2 De verdediging
De verdediging heeft integrale vrijspraak van het ten laste gelegde bepleit. Voorts heeft de verdediging een strafmaatverweer gevoerd.
3.3 De vordering van de benadeelde partij
De hierna te noemen benadeelde partijen hebben zich schriftelijk in het geding gevoegd en hebben gevorderd verdachte te veroordelen tot het betalen van de hierna nader te noemen bedragen, ter zake van schadevergoeding:
* [slachtoffer 1] (feit 1) E 721,--
[adres]
* VOF C.H.G. van der Poel (feit 1) E 450,--
Admiraalsplein 162-165
3317 BC Dordrecht
* slachtoffer 3] (feit 2) E 1016,85
[adres]
* Albert Heijn BV (feit 6) E 2234,--
Provincialeweg 11
1506 MA Zaandam
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot gedeeltelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij VOF C.H.G. van der Poel.
Ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 1], [slachtoffer 3] en Albert Heijn BV heeft de officier van justitie geconcludeerd tot integrale toewijzing van de gevorderde bedragen.
Door of namens de verdachte zijn de vorderingen betwist.
4. De bewijsbeslissingen
4.1 De vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet bewezen wat aan de verdachte onder 3 primair, 4 en 9 primair ten laste is gelegd.
Uit de voorhanden zijnde stukken en het onderzoek ter terechtzitting is niet vast komen te staan dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal van de auto zoals onder 3 primair ten laste is gelegd. Alhoewel buiten twijfel is dat verdachte korte tijd na de diefstal in het gestolen voertuig door de Kiltunnel te Dordrecht heeft gereden, is geen bewijs voorhanden waaruit kan worden afgeleid dat verdachte de diefstal daadwerkelijk heeft gepleegd. Verdachte zal derhalve worden vrijgesproken van het onder 3 primair ten laste gelegde feit wegens onvoldoende wettig bewijs.
Met betrekking tot het onder 4 ten laste gelegde feit overweegt de rechtbank als volgt. Ofschoon in de woning van een vriendin van verdachte - waar verdachte regelmatig verbleef - een pistool werd aangetroffen, is er geen wettig bewijsmiddel voorhanden waaruit blijkt dat verdachte het voornoemde vuurwapen daadwerkelijk voorhanden heeft gehad.
Ten aanzien van verdachtes betrokkenheid bevat het dossier niet meer dan sms'jes tussen verdachte en voornoemde vriendin waarin onder meer gesproken wordt over een "Brownie" waarvan de vriendin van verdachte sms't deze te zullen bewaken met man en macht alsof haar leven ervan afhangt. Alhoewel het onder kenners een feit van algemene bekendheid is dat een wapen zoals bij de vriendin van verdachte is aangetroffen ook wel een "Browning" wordt genoemd, kan uit voornoemde sms'jes niet zonder meer worden afgeleid dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben van het vuurwapen. Nu er geen (ander) bewijsmiddel voorhanden is waaruit verdachtes betrokkenheid kan worden afgeleid, zal verdachte worden vrijgesproken van het onder 4 ten laste gelegde feit.
Met betrekking tot de onder 9 primair ten laste gelegde diefstal van de auto overweegt de rechtbank het volgende. De omstandigheid dat het voertuig reeds korte tijd na de diefstal ervan werd aangetroffen met bloed van verdachte op de stuurkolom, hoeft op zich nog niet te betekenen dat verdachte de persoon is geweest die het voertuig daadwerkelijk wederrechtelijk heeft weggenomen. Nu er geen (ander) bewijsmiddel voorhanden is waaruit kan worden afgeleid dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan voornoemde diefstal, is de rechtbank van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 9 primair ten laste gelegde feit.
4.2 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte
1.
op 16 november 2005 te Dordrecht
tezamen en in vereniging met een ander,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag (totaal: 1174,38 Euro) en een
geldbak, toebehorende aan Albert Heijn (Wielwijk),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken
en
op 16 november 2005 te Dordrecht
tezamen en in vereniging met een ander,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft
gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag toebehorende aan Albert Heijn (Wielwijk),
welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij,
verdachte, en/of zijn mededader
- een pistool heeft/hebben gericht (gehouden) op genoemde [slachtoffer 1] en
- heeft/hebben gezegd/geroepen tegen/naar genoemde [slachtoffer 1]
"La open, la open!" en "Doe nou die la open. Ik wil geld!";
2.
op 16 november 2005 te Mijnsheerenland, gemeente Binnenmaas,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een bedrijf, een
Texaco tankstation, heeft weggenomen tabakswaren,
toebehorende aan [slachtoffer 3] en/of Texaco, waarbij verdachte zich de toegang tot de
plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
3. (subsidiair)
op 16 november 2005 te Dordrecht een personenauto (Ford Escort, [kenteken])
voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het
voorhanden krijgen van die personenauto redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
5.
op 24 september 2005 te Dordrecht
tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een
bedrijfspand gelegen aan het P.A. de Kok-plein heeft weggenomen een
geldbedrag (ongeveer 300 Euro) toebehorende aan Reisbureau Van Maren, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft door middel van braak;
6.
op 01 oktober 2005 te Prinsenbeek, gemeente Breda,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een
winkel gelegen aan de Beeksestraat heeft weggenomen
dozen sigaretten en shag toebehorende aan Albert Heijn,
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
7.
op 22 april 2003 te Vught tezamen en in vereniging met anderen, , met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een winkel gelegen aan de Marktveldpassage heeft weggenomen sloffen en pakjes sigaretten en shag toebehorende aan Albert Heijn BV, waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft door middel van braak;
8.
op 17 november 2005 of 18 november 2005 te Hendrik-Ido-Ambacht
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een winkelpand gelegen
aan de Reeweg heeft weggenomen een hoeveelheid sigaretten en shag, toebehorende aan MCD Supermarkt,
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft
door middel van braak;
9. (subsidiair)
op 17 november 2005 of 18 november 2005 te Dordrecht een personenauto (Ford Escort, [kenteken]) voorhanden heeft gehad terwijl hij ten
tijde van het voorhanden krijgen van die personenauto redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf
verkregen goed betrof;
10.
op 08 november 2005 of 09 november 2005 te Papendrecht
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een winkelpand gelegen
aan de Markt heeft weggenomen een hoeveelheid sigaretten en shag, toebehorende aan Super De Boer,
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft
door middel van braak.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezen verklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
4.3 De bewijsmiddelen
De rechtbank grondt haar overtuiging dat verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
De rechtbank bezigt ieder bewijsmiddel, ook in onderdelen, telkens slechts voor het bewijs van het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De bewijsmiddelen zullen in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis met de bewijsmiddelen vereist, dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, in een aan dit vonnis gehechte bijlage worden opgenomen.
4.4 Nadere bewijsoverweging
De raadsman heeft betoogd dat het niet voor onmogelijk moet worden gehouden dat er
sprake is van een complot waarvan zijn cliënt slachtoffer is geworden. In een aantal zaken
zijn bloedsporen aangetroffen, welke via nader onderzoek te herleiden waren tot het DNA
van zijn cliënt. De raadsman is van oordeel dat, nu zijn cliënt ontkent op die plaatsen te
zijn geweest, de mogelijkheid aanwezig dat een ander of anderen die zijn cliënt een hak
wilde(n) zetten op die plaatsen bloedsporen van zijn cliënt hebben aangebracht.
De rechtbank stelt vast dat de gedingstukken en het overige ter terechtzitting behandelde
op geen enkele manier een aanwijzing inhouden die een ondersteuning kan vormen voor
het door de raadsman opgeworpen verweer. Uit niets blijkt dat de raadsman zich bij zijn
beschouwing heeft kunnen baseren op enig aanknopingspunt in de gedingstukken. De
rechtbank is dan ook van oordeel dat het betoog van de raadsman elke grond mist en
louter speculatief van aard is. Zijn betoog wordt dan ook verworpen.
5. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
Het bewezen verklaarde levert op:
1.
DIEFSTAL, VOORAFGEGAAN EN VERGEZELD VAN BEDREIGING MET GEWELD TEGEN PERSONEN, GEPLEEGD MET HET OOGMERK OM DIE DIEFSTAL VOOR TE BEREIDEN EN GEMAKKELIJK TE MAKEN, TERWIJL HET FEIT WORDT GEPLEEGD DOOR TWEE OF MEER VERENIGDE PERSONEN
en
AFPERSING, TERWIJL HET FEIT WORDT GEPLEEGD DOOR TWEE OF MEER VERENIGDE PERSONEN.
2. + 6. + 8. + 10., telkens:
DIEFSTAL WAARBIJ DE SCHULDIGE ZICH DE TOEGANG TOT DE PLAATS VAN HET MISDRIJF HEEFT VERSCHAFT DOOR MIDDEL VAN BRAAK.
3. (subsidiair) + 9., telkens:
SCHULDHELING
5. + 7.,
DIEFSTAL DOOR TWEE OF MEER VERENIGDE PERSONEN WAARBIJ DE SCHULDIGE ZICH DE TOEGANG TOT DE PLAATS VAN HET MISDRIJF HEEFT VERSCHAFT DOOR MIDDEL VAN BRAAK.
6. De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
7. De redenen, die de straf hebben bepaald of tot de maatregel hebben geleid
7.1 Strafmotivering
De rechtbank heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij is in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van een gewapende overval op een supermarkt, twee ramkraken, een aantal inbraken en tweemaal een schuldheling van een auto.
Verdachte is samen met een mededader op klaarlichte dag, gemaskerd, een filiaal van de supermarktketen Albert Heijn binnengedrongen. Onder bedreiging met een vuurwapen heeft hij caissièrres gedwongen geld uit een kassa te halen en aan hem te geven. Ook werd een kassalade met inhoud buit gemaakt. Personeelsleden die wilden ingrijpen werden eveneens met een vuurwapen bedreigd. De door verdachten gepleegde gewapende overval is, zo blijkt uit de diverse verklaringen van het winkelpersoneel en in de winkel aanwezig winkelend publiek, een uitermate bedreigende en beangstigende ervaring voor hen geweest die zij nooit zullen vergeten. Velen hebben nog steeds last van deze voor hen traumatische ervaringen; sommigen van hen zijn daarvoor zelfs onder behandeling bij een hulpverlener.
Tekenend hiervoor is de schriftelijke slachtofferverklaring van één van de bedreigde caissières van Albert Heijn, waarin zij onder meer te kennen geeft te lijden aan slapeloosheid en gevoelens van angst, woede en verdriet.
Voorts heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan schuldheling van twee auto's, waarbij hij één van deze auto's heeft gebruikt bij het plegen van een ramkraak bij een benzinestation. Daarnaast heeft hij ingebroken bij supermarkt MCD supermarkt Super de Boer, reisbureau Van Maren en nog twee filialen van de supermarktketen Albert Heijn. De buit bestond voornamelijk uit tabakswaren en geldbedragen.
Gebeurtenissen als de onderhavige behoren tot categorieën strafbare feiten die een ernstige inbreuk maken op de rechtsorde en tevens gevoelens van angst, onveiligheid en onrust in de samenleving veroorzaken. Verdachte heeft zich echter aan dit alles niets gelegen laten liggen en zich bij zijn handelen slechts door eigen belang en financieel gewin laten leiden, zonder zich bovendien te bekommeren om de gevolgen die zijn gedrag voor de slachtoffers zou kunnen hebben.
Met betrekking tot de op te leggen straf houdt de rechtbank in strafverhogende zin rekening met de omstandigheid dat verdachte reeds vele malen eerder door de strafrechter is veroordeeld voor vermogensdelicten. Verdachte heeft de status van veelpleger en is overbekend bij politie en justitie. Een belangrijk deel van zijn jonge leven heeft hij in detentie doorgebracht. Dit heeft hem er kennelijk niet van weerhouden de onderhavige delicten te plegen. De rechtbank zal - gelet op het strafrechtelijk verleden van verdachte en de ernst van de feiten die verdachte thans heeft begaan - een hogere straf opleggen dan door de officier van justitie geëist. Daarmee komt de rechtbank weliswaar niet boven de eis uit die de officier van justitie heeft gesteld, maar aangezien de rechtbank verdachte van enkele feiten zal vrijspreken, gaat de feitelijk op te leggen straf uit boven de eis van de officier van justitie.
7.2 De vordering van de benadeelde partijen
Ofschoon aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] rechtstreeks schade is toegebracht door het onder 2 ten laste gelegde en bewezen verklaarde strafbare feit, acht de rechtbank de vordering van de benadeelde partij niet zodanig eenvoudig van aard dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding, nu niet bekend is of de toegebrachte schade reeds geheel of gedeeltelijk is vergoed door de verzekeringsmaatschappij. De rechtbank zal dan ook de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
De rechtbank acht op grond van het onderzoek ter terechtzitting de benadeelde partij,
[slachtoffer 1], ontvankelijk in haar vordering, omdat aan de benadeelde partij rechtstreeks schade is toegebracht door het onder 1 ten laste gelegde en bewezen verklaarde strafbare feit.
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de door het bewezen verklaarde strafbare feit toe-
gebrachte schade.
De rechtbank zal de vordering integraal toewijzen, omdat deze niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt.
De rechtbank acht op grond van het onderzoek ter terechtzitting de benadeelde partij,
VOF C.H.G. van der Poel, ontvankelijk in haar vordering, omdat aan de benadeelde partij rechtstreeks schade is toegebracht door het onder 1 ten laste gelegde en bewezen verklaarde strafbare feit.
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de door het bewezen verklaarde strafbare feit toe-
gebrachte schade.
De rechtbank zal de vordering integraal toewijzen, omdat deze niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt.
De rechtbank acht op grond van het onderzoek ter terechtzitting de benadeelde partij,
Albert Heijn BV, ontvankelijk in haar vordering, omdat aan de benadeelde partij rechtstreeks schade is toegebracht door het onder 6 ten laste gelegde en bewezen verklaarde strafbare feit.
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de door het bewezen verklaarde strafbare feit toe-
gebrachte schade.
De rechtbank zal de vordering integraal toewijzen, omdat deze niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt.
Naast toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen zal de rechtbank telkens als extra waarborg voor de schadevergoeding tevens de maatregel tot schadevergoeding ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen.
Een en ander met dien verstande dat volledige voldoening aan de maatregel de toegewezen vordering van de benadeelde partij voor dat gedeelte doet vervallen en (omgekeerd) de vergoeding van de geleden schade tot het toegewezen bedrag door verdachte of iemand anders telkens de opgelegde maatregel doet vervallen.
8. De toepasselijke wettelijke voorschriften
De opgelegde straf en maatregel is gegrond op de volgende wettelijke voorschriften:
artikelen 24c, 36f, 47, 57, 63, 310, 311, 312, 317 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht.
9. De beslissing
De rechtbank
verklaart niet bewezen wat aan de verdachte onder 3 primair, 4 en 9 primair ten laste is gelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals vermeld onder 4.2 van dit vonnis;
verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart dat het bewezenverklaarde de onder 5. vermelde strafbare feiten oplevert;
verklaart de verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte wegens deze feiten tot:
* een GEVANGENISSTRAF voor de duur van NEGEN (9) JAREN;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
* verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 3] niet-ontvankelijk in haar vordering, met bepaling dat deze vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht, met veroordeling tevens van de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken - daaronder begrepen de eventuele incassokosten - tot op heden begroot op nihil.
* veroordeelt verdachte om tegen kwijting te betalen aan [slachtoffer 1], een bedrag van E 721,- (zevenhonderdéénentwintig euro), met veroordeling tevens van verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot deze uitspraak begroot op nihil;
* legt op de verplichting tot betaling aan de staat van een bedrag van E 721,- (zevenhonderdéénentwintig euro) ten behoeve van [slachtoffer 1];
beveelt dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt -onder handhaving van voormelde verplichting- vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van veertien (14) dagen;
bepaalt dat de voldoening aan de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
* veroordeelt verdachte om tegen kwijting te betalen aan VOF C.H.G. van der Poel, een bedrag van E 450,- (vierhonderdvijftig euro), met veroordeling tevens van verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot deze uitspraak begroot op nihil;
* legt op de verplichting tot betaling aan de staat van een bedrag van E 450,- (vierhonderdvijftig euro) ten behoeve van VOF C.H.G. van der Poel;
beveelt dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt -onder handhaving van voormelde verplichting- vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van negen (9) dagen;
bepaalt dat de voldoening aan de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
* veroordeelt verdachte om tegen kwijting te betalen aan Albert Heijn BV, een bedrag van E 2234,- (tweeduizendtweehonderdvierendertig euro), met veroordeling tevens van verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot deze uitspraak begroot op nihil;
* legt op de verplichting tot betaling aan de staat van een bedrag van E 2234,- (tweeduizendtweehonderdvierendertig euro) ten behoeve van Albert Heijn BV;
beveelt dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt -onder handhaving van voormelde verplichting- vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van vierenveertig (44) dagen;
bepaalt dat de voldoening aan de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. drs. T.F. van der Lugt, voorzitter tevens kinderrechter,
mr. S.R.B. Walther en mr. dr. C.J. van der Wilt, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.C. de Koning, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 16 maart 2006.
(wegens afwezigheid is mr. Walther voornoemd buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen)