1. [eiser 1],
2. [eiser 2],
beiden wonende te [woonplaats],
eisers,
advocaat mr. drs. C.A. de Weerdt te Breda,
procureur mr. J.A. Visser,
de naamloze vennootschap
Unit4Agresso N.V.,
gevestigd te Sliedrecht,
gedaagde,
advocaat mr. J.W. Stam te Amersfoort.
Partijen worden hieronder aangeduid als [eiser 1], [eiser 2] en Unit4Agresso.
1. De voorzieningenrechter heeft ter terechtzitting van 8 december 2005 kennis genomen van de volgende processtukken:
? dagvaarding van 30 november 2005,
? pleitnotities van mr. De Weerdt, voornoemd,
? pleitnotities van mr. Stam, voornoemd,
? de door beide partijen overgelegde producties.
2. Op grond van de - in zoverre niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken - stellingen van partijen en in het geding gebrachte producties wordt in dit geding van het volgende uitgegaan:
3. [eiser 1] is statutair directeur en in dienst van onder meer Foundation ICT Group B.V., gevestigd te [plaatsnaam] (hierna: Foundation).
4. Foundation heeft in de periode 2002 tot en met 2005 diverse financieringen ontvangen van Unit4Agresso. Hiertoe zijn tussen Unit4Agresso, Foundation en onder meer [eiser 1] diverse overeenkomsten gesloten.
5. Ter uitvoering van de overeenkomst van 28 mei 2004 hebben [eiser 1] en [eiser 2] ten behoeve van Unit4Agresso bij notariële akte, verleden op 21 oktober 2004, onder meer een recht van hypotheek verleend op hun woonhuis, gelegen aan de [adres] te [woonplaats]. In deze akte is onder meer bepaald:
'Ter uitvoering van de Overeenkomst verklaren de comparanten onder A aan de hypotheeknemer hypotheek respectievelijk recht van pand te verlenen tot het hierna te noemen bedrag op het hierna te noemen onderpand, tot zekerheid voor de betaling van al hetgeen de hypotheeknemer blijkens haar administratie van: de hypotheekgevers; en/of de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: Foundation ICT Group B.V. (…), zowel van hen tezamen als van ieder van hen afzonderlijk, voor zover in deze akte niet anders aangeduid, hierna tezamen en afzonderlijk ook te noemen: "debiteur", te vorderen heeft of mocht hebben uit hoofde van de in de Overeenkomst verstrekte en nog te verstrekken geldleningen, verleende en/of alsnog te verlenen kredieten in rekening-courant, tegenwoordige en/of toekomstige borgstellingen, dan wel uit welken anderen hoofde ook, zulks tot een bedrag van vierhonderd duizend euro (€ 400.000,=).'
6. In de overeenkomst van 13 januari 2005 (hierna: de overeenkomst) is, voor zover voor dit geding van belang, het volgende bepaald:
' 12.2 Indien op 1 juli 2005 blijkt dat de doelstellingen voor het 1e halfjaar van 2005 (zie Bijlage 9) niet zijn gehaald, dan heeft U4A het recht alle activa van Foundation (desnoods apart) te gelde te maken dan wel te integreren binnen de U4A groep en de opbrengst hiervan te verrekenen met de schuld van Foundation aan U4A. Alsdan komen de terugkoop/earn-out regeling zoals omschreven in artikel 7 en tevens alle door het Management gestelde zekerheden te vervallen. (…).
12.4 Indien zich een situatie voordoet dat U4A op basis van het gestelde in 12.2 dan wel artikel 12.3.c. onder ii) besluit om de activa van Foundation te gelde te maken, dan zullen de arbeidsovereenkomsten tussen Foundation enerzijds en [eiser 1] en (naam) anderzijds worden beëindigd, zonder dat (naam) en [eiser 1] aanspraak kunnen maken op enigerlei (ontslag)vergoeding. De afspraken zoals aangegeven in artikel 9 en 7.5 gelden dan onverkort.
In vorenstaand geval zullen [eiser 1] en (naam) hun medewerking verlenen aan een beëindiging van de arbeidsovereenkomst, mits deze beëindiging op een zodanige wijze wordt vormgegeven dat hun aanspraken op een WW-uitkering zo veel mogelijk worden gewaarborgd. (…). (naam) en [eiser 1] zullen nog gedurende 2 maanden na de beëindiging van hun dienstverband kosteloos ter beschikking staan aan U4A voor integratiewerkzaamheden.'
7. De doelstellingen, bedoeld in voornoemd artikel 12.2 van de overeenkomst, zijn op 1 juli 2005 niet gehaald.
8. Unit4Agresso heeft besloten de activa van Foundation te integreren binnen de Unit4Agresso groep en de opbrengst hiervan te verrekenen met de schuld van Foundation aan haar.
9. [eiser 1] heeft een ontslagvergoeding geclaimd als gevolg waarvan Unit4Agresso de uitvoering van het besluit tot integratie van de activa van Foundation binnen haar groep heeft opgeschort.
10. Bij deurwaardersexploit van 23 november 2005 is de grosse van de hiervoor onder 5. bedoelde akte aan [eiser 1] en [eiser 2] betekend met aanzegging van de executie van de akte in het bijzonder door openbare verkoop van hun woonhuis.
De vordering en het verweer
11. [eiser 1] en [eiser 2] vorderen (na wijziging ter zitting van de hierna onder 2. bedoelde datum) – kort samengevat – Unit4Agresso:
1. te verbieden tot tenuitvoerlegging van de op 21 oktober 2004 verleden akte over te gaan, danwel de tenuitvoerlegging van deze akte te staken, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom;
2. te gebieden om binnen vijf dagen na betekening van het vonnis bij authentieke akte een verklaring af te geven zoals bedoeld in artikel 3:274 BW, inhoudende dat het recht van hypotheek op 1 juli 2005 is vervallen, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom;
3. te gebieden om binnen vijf dagen na betekening van het vonnis bij authentieke akte een verklaring af te geven inhoudende afstand van de in de hiervoor bedoelde akte omschreven pandrechten, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom;
4. te veroordelen in de proceskosten.
12. De conclusie van Unit4Agresso strekt tot afwijzing van de vorderingen met veroordeling van [eiser 1] en [eiser 2] in de kosten van het geding.
13. De stellingen en verweren van partijen komen hierna, voor zover nodig, aan de orde.
14. Partijen verschillen van mening over de inhoud van de overeenkomst, met name over de betekenis van en de samenhang tussen de in de overeenkomst opgenomen artikelen 12.2 en 12.4. Voor de uitleg daarvan is niet slechts van belang hetgeen uit de tekst zelf blijkt, maar komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs daaraan mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
15. Naar voorlopig oordeel volgt uit de bewoordingen van artikel 12.2 dat het de bedoeling is om Unit4Agresso in een verrekeningspositie te brengen. Zoals door Unit4Agresso aangevoerd, is hiervoor alleen het besluit om de activa binnen de eigen organisatie te integreren niet voldoende, maar dient hiervoor de integratie van de activa te zijn gerealiseerd. Deze uitleg wordt in de eerste plaats ingegeven door de tekst van de overeenkomst waarin staat dat Unit4Agresso het recht heeft te kiezen voor het integreren van de activa van Foundation in haar onderneming en het verrekenen van de opbrengst (de voorzieningenrechter begrijpt dat hiermee is bedoeld: de waarde) daarvan met de schuld van Foundation aan Unit4Agresso. Hierna volgt dat "alsdan" de gestelde zekerheden komen te vervallen. Deze uitleg ligt ook voor de hand nu een verbintenisrechtelijke aanspraak op de te integreren activa immers veel minder zekerheid biedt dan het gestelde hypothecaire zekerheidsrecht. Nu onweersproken vaststaat dat de activa van Foundation thans nog niet binnen de Unit4Agresso groep zijn geïntegreerd, aangezien Unit4Agresso de uitvoering daarvan heeft opgeschort, staat voors-hands vast dat de gestelde zekerheden op grond van artikel 12.2 nog niet zijn komen te ver-vallen.
16. Ter zitting is gesteld noch gebleken dat Unit4Agresso niet in staat is om over te gaan tot de uitvoering van het besluit om de activa van Foundation binnen haar groep te integreren. Zij heeft ter zitting aangevoerd dat zij de uitvoering van het besluit heeft opgeschort zolang [eiser 1] zijn medewerking onthoudt aan het bepaalde in artikel 12.4 van de overeenkomst.
17. Interpretatie van artikel 12.4 komt kort gezegd neer op de vraag of ook het besluit van Unit4Agresso om de activa van Foundation te integreren in haar groep tot gevolg heeft dat [eiser 1] bij beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst met Foundation geen aanspraak kan maken op een ontslagvergoeding. De eerste volzin van artikel 12.4 wijst niet op deze uitleg, nu daarin slechts melding wordt gemaakt van de situatie dat Unit4Agresso besluit om de activa van Foundation te gelde te maken. De slotzin van het artikel wijst echter wel op een dergelijke uitleg, nu daarin wordt gesproken van de door onder meer [eiser 1] na beëindiging van zijn dienstverband kosteloos te verrichten integratiewerkzaamheden.
18. Aan de beantwoording van de vraag welke interpretatie van artikel 12.4 aannemelijk wordt geacht stand te houden in een bodemprocedure, komt de voorzieningenrechter in de onderhavige procedure niet toe. Wat de bodemrechter immers ook zal beslissen, voorshands acht de voorzieningenrechter de door Unit4Agresso voorgenomen executie van de hiervoor onder 5. bedoelde notariële akte in strijd met de bewoording en de bedoeling van de overeenkomst. Als de bodemrechter de interpretatie van Unit4Agresso niet volgt, komt haar geen opschor-tingsrecht toe en had zij haar integratiebesluit moeten uitvoeren, zich aldus in een positie brengend waarin zij kan verrekenen. Intussen kan zij niet de nog te vervangen hypothecaire zekerheid uitwinnen. Als de bodemrechter de interpretatie van Unit4Agresso wel volgt, mag Unit4Agresso wel opschorten. Zij heeft echter haar integratiebesluit niet ingetrokken noch heeft zij afstand gedaan van haar recht dit besluit alsnog uit te voeren (hetgeen ondanks de opstelling van [eiser 1] goed mogelijk is). Indien het Unit4Agresso in de tussentijd dan ook zal zijn toegestaan haar hypothecaire zekerheid uit te winnen, verschaft zij zich een dubbele zekerheid (het nu al uitgewonnen woonhuis en -later- de verrekeningspositie). En dat is in strijd met de uitdrukkelijke bedoeling van de overeenkomst.
19. Op grond van het vorenstaande komt Unit4Agresso geen recht toe om tot executie van de hiervoor onder 5. bedoelde hypotheekakte over te gaan, zodat de hiervoor onder 11.1 bedoelde vordering om Unit4Agresso te verbieden tot de tenuitvoerlegging daarvan over te gaan, dient te worden toegewezen.
20. De hiervoor onder 11.1 bedoelde vordering zal derhalve worden toegewezen, met dien verstande dat het verbod zal worden beperkt tot het overgaan tot de tenuitvoerlegging van de notariële akte. Unit4Agresso heeft immers ter zitting toegezegd nog niet tot de tenuitvoerlegging daarvan te zijn overgegaan en dit hangende deze procedure in kort geding niet te zullen doen. Voorts zal het verbod in tijd worden beperkt totdat op de vordering in de bodemprocedure zal zijn beslist.
21. De hiervoor onder 11. 2. en 3. bedoelde vorderingen komen in feite neer op een verklaring voor recht. Deze vorderingen zien immers op de vaststelling van de rechtstoestand van de door [eiser 1] en [eiser 2] gestelde zekerheidsrechten en een voorziening die deze rechts-toestand vaststelt, is naar haar aard niet voorlopig. Dit gegeven maakt dat de voorzieningenrechter over een dergelijke vraag geen beslissing kan geven, zodat de bedoelde vorderingen zullen worden afgewezen.
22. De overige stellingen en verweren behoeven, in het licht van het voorgaande, geen verdere bespreking meer.
23. Als de merendeels in het ongelijk gestelde partij zal Unit4Agresso worden veroordeeld in de proceskosten.
De beslissing in kort geding
verbiedt, totdat op de vordering in de bodemprocedure zal zijn beslist, Unit4Agresso tot tenuitvoerlegging van de hypotheek- en pandakte verleden op 21 oktober 2004 over te gaan;
bepaalt dat Unit4Agresso een dwangsom zal verbeuren van € 200.000,-- indien zij in gebreke zal zijn aan dit vonnis te voldoen;
veroordeelt Unit4Agresso in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [eiser 1] en [eiser 2] bepaald op
€ 816,-- aan salaris van de procureur en € 329,60 aan verschotten, waarvan € 244,-- aan griffierecht;
verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. dr. R.J. Verschoof en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 december 2005.