ECLI:NL:RBDOR:2005:AU3112

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
22 september 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
162001 CV EXPL 05-3831
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.F.Th. Snelders
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurvordering en ontbinding huurovereenkomst wegens huurachterstand

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter te Dordrecht op 22 september 2005, gaat het om een huurvordering van de stichting STICHTING WOONDRECHT tegen een gedaagde die een huurachterstand heeft laten ontstaan. De eiseres, vertegenwoordigd door BSB & Partners, vordert een bedrag van € 1.719,04 aan huurachterstand en buitengerechtelijke kosten, alsook de ontbinding van de huurovereenkomst. De gedaagde, vertegenwoordigd door mr.drs. J.M. Walls, betwist de vordering en stelt dat hij grotendeels aan de betalingsregeling heeft voldaan, met slechts geringe onregelmatigheden.

De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde niet tijdig heeft betaald en dat de betalingsregeling daardoor is komen te vervallen. De rechter wijst erop dat de werkzaamheden waarvoor eiseres vergoeding vordert, niet alleen bestaan uit standaardaanmaningen, maar ook uit andere buitengerechtelijke werkzaamheden. De gevorderde buitengerechtelijke kosten worden toegewezen, ongeacht de vraag of deze zijn overeengekomen in de huurovereenkomst.

De rechter concludeert dat de huurachterstand van meer dan drie maanden een ernstige tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen uit de huurovereenkomst vormt, wat de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. De gedaagde wordt veroordeeld om de woning binnen 14 dagen te ontruimen en de achterstallige huur te betalen, evenals de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
Kenmerk: 162001 CV EXPL 05-3831
Vonnis van de kantonrechter te Dordrecht van 22 september 2005 in de zaak van:
de stichting STICHTING WOONDRECHT, gevestigd en kantoorhoudende te Dordrecht, eiseres, gemachtigde BSB & Partners
tegen :
[…], wonende te […], gedaagde, gemachtigde mr.drs. J.M. Walls.
Verloop van de procedure
De kantonrechter wijst vonnis op de volgende processtukken:
1. de dagvaarding van 30 mei 2005;
2. de conclusie van antwoord;
3. de conclusie van repliek, tevens akte houdende wijziging van eis;
4. de conclusie van dupliek;
5. de overgelegde producties.
Omschrijving van het geschil
Als gesteld door de ene partij en niet, althans in onvoldoende mate, weersproken door de andere partij, wordt van het volgende uitgegaan.
Gedaagde huurt van eiseres de onroerende zaak aan de […] te Dordrecht. De huurprijs bedroeg tot 1 juli 2005 € 340,39 per maand, bij vooruitbetaling te voldoen.
Gedaagde heeft een huurachterstand laten ontstaan waarvoor hij door en namens eiseres is aangemaand. Tussen partijen is twee maal een betalingsregeling overeengekomen.
Tot zover de vaststaande feiten.
Eiseres vordert in deze procedure een bedrag van € 1.719,04 aan huurachterstand tot en met augustus 2005 en buitengerechtelijke kosten. Bij de berekening van haar vordering heeft eiseres rekening gehouden met betalingen door gedaagde van in totaal € 2.078,10.
Tevens vordert eiseres ontbinding van de huurovereenkomst met nevenvorderingen wegens ernstige tekortkoming door gedaagde in de nakoming van zijn verplichtingen.
Gedaagde voert in de eerste plaats aan dat er niet rechtsgeldig gemachtigde is gesteld, aangezien de gemachtigde van eiseres een maatschap is en geen natuurlijke persoon of rechtspersoon. Gedaagde stelt dat er sprake is van een absolute nietigheid.
Gedaagde maakt voorts bezwaar tegen de eisvermeerdering van eiseres bij repliek wegens strijd met het beginsel van hoor en wederhoor.
Wat betreft de gevorderde huurachterstand stelt gedaagde zich op het standpunt dat hij zich in overwegende mate aan de betalingsregeling heeft gehouden en dat de geringe onregelmatigheden in de nakoming van deze regeling geen reden zijn om tot ontbinding over te gaan.
Tot slot betwist gedaagde de verschuldigdheid van de buitengerechtelijke kosten omdat deze niet zijn overeengekomen en omdat eiseres de door haar gestelde buitengerechtelijke werkzaamheden onvoldoende heeft onderbouwd.
Beoordeling van het geschil
De dagvaarding van eiseres voldoet aan de eisen die daarvoor in de wet zijn gesteld. Voor zover gedaagde meent dat de dagvaarding nietig is, wordt deze stelling verworpen.
Ook valt niet in te zien waarom eiseres niet ontvankelijk zou zijn in haar vordering, omdat in de dagvaarding een maatschap als gemachtigde is gesteld. Een procespartij is in een procedure bij de kantonrechter in beginsel vrij om te kiezen of en wie zij als gemachtigde doet stellen. Een maatschap is weliswaar noch een natuurlijke persoon noch een rechtspersoon, maar aangezien een maatschap kan optreden als procespartij, moet ervan worden uitgegaan dat een maatschap eveneens kan optreden als procesgemachtigde.
Gedaagdes bezwaar tegen de eisvermeerdering van eiseres wordt eveneens verworpen. De vermeerdering van eis, die heeft plaatsgevonden bij repliek, kan in het onderhavige geval niet beschouwd worden als zijnde in strijd met een goede procesorde. Niet gebleken is immers dat gedaagde door deze eisvermeerdering in zijn verdediging is bemoeilijkt, noch dat er sprake is van een onredelijke vertraging van het geding. Het beginsel van hoor en wederhoor is niet geschonden, aangezien gedaagde bij dupliek op de eiswijziging heeft kunnen reageren.
Gedaagde heeft de door eiseres gestelde huurprijs per 1 juli 2005 niet betwist, zodat per die datum wordt uitgegaan van een huurprijs van € 347,32 per maand.
Alle door gedaagde aangevoerde betalingen zijn door eiseres in haar betalingsoverzicht verwerkt, zodat van de juistheid van dit overzicht wordt uitgegaan. Gedaagde stelt dat hij de (tweede) met eiseres overeengekomen betalingsregeling grotendeels is nagekomen en dat er slechts sprake is van geringe onregelmatigheden. In de betalingsovereenkomst is echter expliciet vermeld dat gedaagde de regeling stipt na dient te komen en dat indien een termijn niet op tijd is voldaan, de regeling komt te vervallen. Gedaagde heeft niet betwist dat hij meerdere malen niet op tijd heeft betaald en meerdere malen een te laag bedrag. Eiseres stelt zich derhalve terecht op het standpunt dat de betalingsregeling is komen te vervallen en heeft gedaagde in redelijkheid in rechte kunnen betrekken.
Geoordeeld wordt voorts dat de werkzaamheden waarvan eiseres vergoeding vordert zijn aan te merkten als verrichtingen anders dan ter voorbereiding van de gedingstukken en ter instructie van de zaak. Tevens is uit de overgelegde en niet betwiste aanmaningen en gespreksnotities en op grond van het feit dat er twee maal een betalingsregeling is getroffen, gebleken dat deze buitengerechtelijke werkzaamheden meer hebben omvat dan het versturen van standaardaanmaningen en het inwinnen van inlichtingen. De gevorderde buitengerechtelijke kosten, waarvan de hoogte redelijk is, worden dan ook toegewezen. Of partijen al dan niet de verschuldigdheid van buitengerechtelijke kosten zijn overeengekomen in de huurovereenkomst is niet relevant, nu eiseres ook op grond van de wet aanspraak kan maken op vergoeding van deze kosten.
Aangezien de huurachterstand meer dan drie maanden huur bedraagt, is dit een dermate ernstige tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen uit de huurovereenkomst, dat deze ontbinding van de huurovereenkomst met nevenvorderingen rechtvaardigt.
Gedaagde wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld.
Beslissing
De kantonrechter:
ontbindt de tussen partijen bestaande huurovereenkomst met betrekking tot de onroerende zaak aan de […] te Dordrecht;
veroordeelt gedaagde om de woning binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis met al de zijnen en het zijne te ontruimen, te verlaten en met overgifte van de sleutels ter vrije beschikking van eiseres te stellen met machtiging van eiseres om, indien gedaagde hiermede in gebreke blijft, de ontruiming te doen bewerkstelligen met behulp van de sterke arm van politie en justitie;
veroordeelt gedaagde om aan eiseres te betalen een bedrag van € 1.719,04, vermeerderd met de wettelijke rente over een bedrag van € 1.655,11 vanaf 30 mei 2005 tot de dag der voldoening;
veroordeelt gedaagde om aan eiseres terzake van huur een bedrag te betalen van € 347,32 per maand vanaf 1 september 2005 tot heden en terzake van schadevergoeding dit bedrag vanaf heden, zolang gedaagde in gebreke blijven met de ontruiming van het gehuurde;
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, in dit geding aan de zijde van eiseres gevallen, welke kosten tot op deze uitspraak zijn bepaald op:
aan explootkosten € 85,60
aan kosten GBA/KvK € 0,00
aan griffierecht € 192,00
aan salaris gemachtigde € 300,00
totale kosten € 577,60;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.F.Th. Snelders, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 september 2005, in aanwezigheid van de griffier.