Uitspraak
Nummer: 58747 KG RK 05-115
Datum : 27 april 2005
RECHTBANK DORDRECHT
Sector Civiel recht
Beschikking van de voorzieningenrechter
op een verzoek van
de vennootschap naar het recht van haar vestiging
Union De Credit Pour Le Batiment S.A.,
gevestigd te Parijs, Frankrijk,
verzoekster,
procureur: mr. J. Visser,
tegen
[gerekwestreerde],
wonende te [woonplaats],
gerekwestreerde,
niet verschenen.
Het procesverloop
1. Bij op 14 maart 2004 ter griffie van deze rechtbank ingekomen verzoekschrift met producties heeft verzoekster de voorzieningenrechter van deze rechtbank verzocht bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, op de voet van artikel 3:268 BW te bepalen dat de verkoop van het in dit verzoekschrift omschreven appartementsrecht zal geschieden overeenkomstig de bij het verzoekschrift overgelegde koopovereenkomst, alsmede een goedkeurende verklaring te verstrekken als bedoeld in artikel 3:270 lid 3 BW, kosten rechtens.
2. Verzoekster en gerekwestreerde, de bekende belanghebbende alsmede degenen die bij de notaris een onderhands bod hebben uitgebracht op het onderhavige appartementsrecht zijn opgeroepen om op het verzoekschrift te worden gehoord. Het verzoek is behandeld ter terechtzitting van 14 april 2005, alwaar is verschenen voor verzoekster haar procureur voornoemd. Gerekwestreerde, de overige bekende belanghebbenden, waaronder de bieders, zijn - hoewel behoorlijk opgeroepen - niet verschenen.
3. De voorzieningenrechter heeft kennis genomen van:
- het onderhavige verzoekschrift met de daarbij behorende producties, waaronder bedoelde koopovereenkomst van 9 maart 2005 alsmede een aflossingsnota/opgave schuld per 14 april 2005.
De beoordeling
4. Bij het verzoekschrift is een schriftelijke koopovereenkomst de dato 9 maart 2005 overgelegd, inhoudende dat verzoekster, handelend in haar hoedanigheid van executerend hypotheekhouder, verkoopt aan koper de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Brovis Invest B.V., gevestigd te Ridderkerk, het appartementsrecht, rechtgevende op het uitsluitend gebruik van de flatwoning op de tweede verdieping met toebehoren en berging op de begane grond, plaatselijk bekend als [adres], kadastraal bekend gemeente [naam gemeente] [kadastrale aanduiding], uitmakende het acht en tachtig/vijfduizend driehonderd zeven en negentigste gedeelte in de gemeenschap, bestaande uit het flatgebouw met aanhorigheden, ondergrond en erf, plaatselijk bekend als [adres], ten tijde van de splitsing kadastraal bekend als gemeente [naam gemeente] [kadastrale aanduiding], groot veertig are en drie en dertig centiare tegen een koopprijs van € 132.100,00, kosten koper.
5. Verzoekster heeft bij de stukken overgelegd een waardeverklaring/geveltaxatie de dato 16 november 2004 van Regaal makelaardij o.g., gevestigd te Rotterdam, betreffende het onderhavige appartementsrecht.
6. Er is geen gunstiger bod aan de voorzieningenrechter voorgelegd. Nu alle wettelijk voorgeschreven formaliteiten in acht zijn genoemen, zal het verzoek dat op de wet is gegrond worden toegewezen, aangezien deze koopovereenkomst, gelet op de daarin vermelde prijs, voor goedkeuring in aanmerking komt. Niet is gebleken dat er in geval van openbare verkoop een hogere verkoopprijs zal worden gerealiseerd. Daarbij is mede gelet op de in voormelde taxatie genoemde executiewaarde van het onderhavige object.
7. De verzochte aantekening ex artikel 3:270 lid 3 BW op de overgelegde aflossingsnota zal niet worden verleend.
Ingevolge het bepaalde in artikel 3:270 lid 3 BW bestaat alleen dan aanleiding voor het overleggen van de aldaar bedoelde verklaring, voorzien van een aantekening van de voorzieningenrechter, indien sprake is van meer hypotheekhouders of van schuldeisers of beperkt gerechtigden als bedoeld in artikel 3:270 lid 2 BW.
In het door verzoekster overgelegde faxbericht de dato 21 april 2005 aan de notaris wordt evenwel gesteld dat er geen andere hypotheekhouders zijn en niet bekend is dat er schuldeisers zijn wier vordering een hogere rang neemt dan die van verzoekster.
Ook overigens is niet gesteld of gebleken dat er meer hypotheekhouders zijn of schuldeisers of beperkt gerechtigden als bedoeld in artikel 3:270 lid 2 BW. Dit onderdeel van het verzoek wordt daarom afgewezen.
8. De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding gerekwestreerde in de proceskosten te veroordelen. De proceskosten zullen worden gecompenseerd in dier voege dat ieder van partijen de eigen kosten draagt.
De beslissing
De voorzieningenrechter:
Bepaalt dat de koop en verkoop van het bovenvermeld appartementsrecht onderhands zal kunnen geschieden overeenkomstig de bij het verzoekschrift overgelegde koopovereenkomst van 9 maart 2005 die tussen verzoekster als verkoper en Brovis Invest B.V. als koper is gesloten.
Compenseert de proceskosten tussen partijen in dier voege dat ieder van partijen de eigen kosten draagt.
Wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. F.J.P. Lock, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 april 2005.