ECLI:NL:RBDOR:2005:AT2945

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
31 maart 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
156391 HA verz 05-186
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens dienstweigering van psychiater

In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 31 maart 2005 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een psychiater, werkzaam bij stichting De Grote Rivieren. De psychiater had geweigerd om zich te schikken in de opdrachten van zijn werkgever, wat door de kantonrechter werd gekwalificeerd als dienstweigering. De werkgever had de psychiater aangeboden om elders binnen de organisatie werkzaamheden te verrichten, maar de psychiater weigerde dit, omdat hij van mening was dat er geen verstoorde werkrelatie was. De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van een vertrouwenscrisis tussen de psychiater en zijn leidinggevenden, wat de werkgever het recht gaf om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De kantonrechter concludeerde dat de werkgever zich correct had opgesteld en dat de psychiater door zijn halsstarrige houding het conflict had doen escaleren. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden met ingang van 1 april 2005, en de psychiater werd veroordeeld in de kosten van de procedure, die op dat moment € 360,-- bedroegen voor de gemachtigde van de werkgever. De beschikking is gegeven door mr. ir. A.J.E. Cartigny, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
Beschikking ex artikel 7: 685 BW
Kenmerk: 156391 HA VERZ 05-186
Beschikking van de kantonrechter te Dordrecht van 31 maart 2005 inzake het verzoek van:
stichting DE GROTE RIVIEREN, gevestigd te Dordrecht, gemachtigde mr. J.B.Evenboer, verzoekende partij,
tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met
VERWEERDER, wonende te (woonplaats) , gemachtigde mr.R.J.Peet, verwerende partij.
Verloop van de procedure
De kantonrechter beslist op de volgende processtukken:
1. het verzoekschrift dat ter griffie is binnengekomen op 22 februari 2005;
2. het verweerschrift;
3. de overgelegde producties.
De behandeling van het verzoekschrift is bepaald op 22 maart 2005.
Partijen zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtig-den.
De gemachtigden van partijen hebben gepersisteerd bij het in het verzoekschrift en
verweerschrift gestelde en hebben hun standpunten nog mondeling nader toege-licht, de gemachtigde van verzoekende partij onder overlegging van pleitaantekeningen.
Beoordeling van het geschil
De kantonrechter heeft zich ervan vergewist of het verzoek verband houdt met het bestaan van een opzegverbod.
De kantonrechter is, gelet op hetgeen partijen over en weer hebben gesteld, van oordeel dat er sprake is van zodanige veranderingen in de omstandigheden dat de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen op korte termijn moet worden ontbonden. Daarbij wordt het volgende overwogen.
Verweerder was werkzaam als psychiater in de kliniek Het Kasperspad te Dordrecht. Het Kasperspad maakt deel uit van de organisatie van de Grote Rivieren, werkgever van verweerder, waar met name zorg wordt geboden aan ambulante en klinische patiënten met psychotische stoornissen. Vast staat dat beide leidinggevenden van verweerder, (achternaam) en (achternaam), in november 2004 het vertrouwen in verweerder hebben opgezegd. Na gesprekken door de werkgever in de persoon van de heer (achternaam), is verzoekster tot de conclusie gekomen dat er haars inziens inderdaad sprake was van een ernstig verstoorde werkrelatie tussen verweerder en zijn beide leidinggevenden, echter uitdrukkelijk niet tussen verweerder en verzoekster. Vervolgens heeft verzoekster verweerder elders binnen haar organisatie werkzaamheden als psychiater aangeboden en daarbij nadrukkelijk gesteld bereid te zijn te zullen onderzoeken of verweerder later weer terug zou kunnen keren naar het Kasperspad. Verweerder heeft dat geweigerd omdat er zijns inziens geen sprake was van een verstoorde werkrelatie. Nadat verweerder is opgedragen elders werkzaamheden als psychiater te verrichten en mee te werken aan patiënten- en dossieroverdracht, heeft hij dat geweigerd. Voorts heeft verweerder een uitnodiging van de raad van bestuur van de Grote Rivieren om over de gerezen problematiek te komen praten, naast zich neergelegd.
Ook in een professionele organisatie als die van verzoekster ligt de uiteindelijke zeggenschap bij het bevoegd gezag, in casu de raad van bestuur. Slechts als het gaat om de directe relatie arts-patiënt, is de professional autonoom en is het niet aan de raad van bestuur directieven te geven. In het onderhavige conflict is echter geen sprake van ingrijpen van de raad van bestuur in de professionele autonomie. Op geen enkele wijze is aannemelijk geworden dat de werkgever inbreuk zou hebben gepleegd op de professionele autonomie van verweerder. Niet is in discussie of verweerder een kundig psychiater is.
In het midden kan blijven of beide leidinggevenden van verweerder in november 2004 al dan niet terecht het vertrouwen in verweerder hebben opgezegd. Feit is dat zij dat hebben gedaan. Daarmee was er de facto sprake van een vertrouwenscrisis tussen verweerder en zijn leidinggevenden.
In die omstandigheid had verweerder zich dienen te schikken in de opdrachten van de werkgever, waarvan niet gezegd kan worden dat die in de gegeven omstandigheden onredelijk waren. Verweerder heeft geweigerd elders werkzaamheden te verrichten, dossiers over te dragen en de raad van bestuur geschoffeerd door, na te zijn ontboden om de gerezen problemen te bespreken, niet te verschijnen. Als verweerder van oordeel was dat die opdrachten van het bestuur niet redelijk waren, had hij die onder protest kunnen aanvaarden en nadien kunnen laten toetsen. De kantonrechter is van oordeel dat er in de gegeven omstandigheden sprake is van dienstweigering. Verzoekster heeft niet zonder grond het vertrouwen opgezegd. De handelwijze van de werkgever kan de toets der kritiek doorstaan en verzoekster treft geen blaam, anders dan verweerder, die door zijn halsstarrige optreden het conflict, dat er aanvankelijk slechts was tussen hem en zijn leidinggevenden, heeft doen escaleren in een conflict tussen hem en het bestuur. Werkgeefster valt daarvan geen verwijt te maken. Zij heeft zich correct opgesteld en toen de breuk voor haar onvermijdelijk was, getracht op nette wijze afscheid te nemen met een aanbod tot ontbinding op neutrale gronden, vrijstelling van werk gedurende geruime tijd, outplacementbegeleiding en advocaatkostenvergoeding.
Op grond van het voorgaande komt de kantonrechter tot het oordeel dat de arbeidsovereenkomst op grond van een verstoorde arbeidsrelatie, die niet herstelbaar wordt geacht, op zo kort mogelijke termijn moet worden ontbonden. Nu deze verstoring niet aan verzoekster doch aan verweerder te verwijten valt, ziet de kantonrechter geen reden voor enige vergoeding aan Verweerder. De kantonrechter overweegt daarbij dat onbetwist is dat verweerder een bekwaam psychiater is en dat onweersproken door verzoekster is gesteld dat er een chronisch tekort is aan goede psychiaters en dat het voor verweerder niet moeilijk moet worden geacht elders als psychiater aan de slag te kunnen.
Verweerder wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van deze procedure veroordeeld.
Beslissing
De kantonrechter:
ontbindt de overeenkomst van partijen met ingang van 1 april 2005;
veroordeelt verweerder in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van
verzoekster bepaald op € 360,-- aan salaris voor de gemachtigde van verzoekster;
Deze beschikking is gegeven door mr.ir. A.J.E.Cartigny, kanton-rechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 31 maart 2005, in aanwezigheid van de griffier.