ECLI:NL:RBDOR:2004:AR7762
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurrecht; belangenafweging in verband met dringend eigen gebruik ten gunste van huurders
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter te Dordrecht op 7 oktober 2004, vorderde de eiser, eigenaar van een woning, de beëindiging van de huurovereenkomst met de gedaagden, die sinds 1967 de bovenwoning huurden. De eiser stelde dat hij en zijn gezin een onhoudbare woonsituatie hadden, waardoor hij dringend eigen gebruik van de bovenwoning nodig had. De gedaagden voerden aan dat er geen vervangende woonruimte beschikbaar was en dat de opzegging van de huur nietig was vanwege procedurele fouten. De kantonrechter verwierp het verweer van de gedaagden met betrekking tot de nietigheid van de huuropzegging, maar oordeelde dat er een gerechtelijke plaatsopneming nodig was om de situatie ter plaatse te beoordelen en een belangenafweging te maken. De rechter hield verdere beslissingen aan en gelastte een bezichtiging van de benedenwoning, waar de eiser met zijn gezin woonde. De eiser had een vergunning gekregen om de woningen samen te voegen, maar de kantonrechter concludeerde dat de belangen van de gedaagden, gezien hun hoge leeftijd en lange woonduur, zwaarder wogen dan die van de eiser. De zaak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige belangenafweging in huurrechtelijke geschillen, vooral wanneer het gaat om de rechten van oudere huurders.