ECLI:NL:RBDOR:2004:AO3535
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.G.J. de Heij
- Rechtspraak.nl
Beëindiging schuldsaneringsregeling wegens tekortkomingen in arbeidsinspanningen
In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 11 februari 2004 uitspraak gedaan over de beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de schuldenares. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenares tekortgeschoten is in haar verplichtingen zoals vastgelegd in het saneringsplan, met name in haar inspanningsverplichting om betaald werk te vinden. De schuldenares had zich verplicht om zich in te spannen voor het vinden van werk voor minimaal 36 uur per week, maar heeft vanaf juli 2003 slechts zes sollicitaties verricht, wat door de bewindvoerder en de rechter-commissaris als onvoldoende werd beoordeeld.
Tijdens de zitting op 4 februari 2004 is de schuldenares gehoord, waarbij zij verklaarde dat haar sollicitaties beperkt waren tot werk waarvoor zij zich geschikt achtte. De rechtbank heeft echter twijfels geuit over de oprechtheid van haar inspanningen, vooral omdat zij zich niet had ingeschreven bij het Centrum voor Werk en Inkomen, wat als een voor de hand liggende stap zou zijn geweest. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de medische beperkingen van de schuldenares, maar benadrukt dat het saneringsplan geen garantie biedt voor werk, enkel de verplichting om alle mogelijke inspanningen te leveren.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen omstandigheden zijn die de tekortkoming van de schuldenares kunnen rechtvaardigen. De rechtbank heeft de beëindiging van de schuldsaneringsregeling vastgesteld, met uitzondering van bepaalde verplichtingen die voortvloeien uit de regeling. Tevens zijn de kosten van de bewindvoerder vastgesteld en is bepaald dat de kosten van publicaties ten laste van de Staat komen. De uitspraak benadrukt het belang van naleving van de verplichtingen in het kader van schuldsanering, om de integriteit van de regeling te waarborgen.