ECLI:NL:RBDOR:2003:AM2391
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.C. Koekman
- A.P. Hameete
- M.A.C. Prins
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van MDMA en/of MDEA in zaak tegen verdachte voor verkoop van XTC
In de zaak voor de Rechtbank Dordrecht, met parketnummer 11/006252-03, heeft de rechtbank op 10 oktober 2003 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het opzettelijk verkopen, afleveren en verstrekken van XTC-pillen in de periode van 1 september 2002 tot en met 25 juni 2003 te Sliedrecht. De officier van justitie had de verdachte ten laste gelegd dat de pillen de stoffen MDMA en/of MDEA bevatten. Tijdens de zitting is vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was om van de zaak kennis te nemen. De verdediging pleitte voor partiële vrijspraak en voerde een strafmaatverweer aan.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen bewijs was dat de verdachte daadwerkelijk pillen had verkocht of dat deze pillen MDMA of MDEA bevatten. Er was geen laboratoriumrapport of andere bewijsmiddelen die de beschuldigingen konden onderbouwen. De rechtbank oordeelde dat het verkopen en afleveren van XTC-pillen niet strafbaar was, omdat deze substantie niet op de lijst van de Opiumwet stond. Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten en hem ontslagen van alle rechtsvervolging. De beslissing om de voorlopige hechtenis op te heffen werd met onmiddellijke ingang uitgevoerd.