ECLI:NL:RBDOR:2003:AL6321
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis van de kantonrechter te Dordrecht inzake vordering tot betaling van hoofdsom en buitengerechtelijke kosten
In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 25 september 2003 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en [gedaagde] over een vordering tot betaling van een bedrag van € 203,78, vermeerderd met contractuele rente en kosten. [Eiseres] stelde dat er een overeenkomst was gesloten voor de levering van mobiele telefoondiensten aan [gedaagde], die gebruik had gemaakt van deze diensten. Tijdens de procedure erkende [eiseres] dat zij eerder twee betalingen van elk € 85,32 had ontvangen, maar handhaafde haar vordering. [Gedaagde] voerde aan dat hij nooit een overeenkomst met [eiseres] had gesloten, maar met een andere partij, en betwistte de vordering op verschillende gronden, waaronder de ontvankelijkheid van [eiseres] en de hoogte van de gevorderde buitengerechtelijke kosten.
De kantonrechter heeft de vordering van [eiseres] afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde], die zijn vastgesteld op € 54,00 voor het salaris van de gemachtigde. De rechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. De kantonrechter overwoog dat [eiseres] niet had aangetoond dat de gevorderde buitengerechtelijke kosten redelijk waren, aangezien zij de incasso had moeten opschorten in afwachting van de procedure bij de Geschillencommissie. Bovendien werd vastgesteld dat [gedaagde] een bedrag van € 2,12 te veel had betaald, wat niet door [eiseres] was weersproken. Het vonnis is gewezen in aanwezigheid van de griffier en is gepubliceerd op rechtspraak.nl.