ECLI:NL:RBDOR:2003:AL6282
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Nietig ontslag en loonvordering in arbeidsrechtelijke geschil
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter te Dordrecht op 25 september 2003, gaat het om een geschil tussen [eiseres] en [gedaagde] over de nietigheid van een ontslag op staande voet en de vordering tot betaling van achterstallig loon. [Eiseres] was in dienst bij [gedaagde] als voorvrouw algemeen schoonmaakonderhoud en was arbeidsongeschikt. Op 19 februari 2003 werd zij op staande voet ontslagen, wat zij betwistte. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag nietig was, omdat er geen dringende reden was voor het ontslag. De kantonrechter stelde vast dat [eiseres] zich aan haar verplichtingen had gehouden en dat het ontslag niet gerechtvaardigd was. Hierdoor bleef de arbeidsovereenkomst bestaan en had [eiseres] recht op doorbetaling van haar loon en andere emolumenten, inclusief een aanvulling op de WAO-uitkering. De kantonrechter wees de vorderingen van [eiseres] toe, waaronder achterstallig loon, vakantietoeslag en buitengerechtelijke incassokosten. Tevens werd [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de bescherming van werknemers tegen onterecht ontslag en de verplichtingen van werkgevers in geval van arbeidsongeschiktheid.