ECLI:NL:RBDOR:2003:AF7585
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.A.C. Smid
- A.P. Hameete
- I.M.A. de Graaf
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank in economische strafzaak inzake overtreding van de Afvalstoffenverordening Dordrecht
In deze zaak, behandeld door de Meervoudige Economische Strafkamer van de Rechtbank Dordrecht, stond de verdachte terecht voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen op een niet door de gemeente vastgestelde dag. De zaak was eerder door de economische politierechter naar de meervoudige kamer verwezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen, ondanks de verdediging die stelde dat de kantonrechter bevoegd zou zijn. De rechtbank overwoog dat de gemeentelijke verordening, die het aanbieden van afvalstoffen regelt, niet in strijd was met hogere wetgeving en dat de economische delicten niet van toepassing waren. De rechtbank concludeerde dat de kennisneming van het feit tot de bevoegdheid van de kantonrechter behoorde, maar besloot om de zaak zelf af te doen om proceseconomische redenen.
De officier van justitie achtte het ten laste gelegde bewezen en vorderde toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht. De verdediging pleitte voor een schuldigverklaring zonder straf, gezien het tijdsverloop en de aard van het delict. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 24 april 2001 de afvalstoffen op een andere dag had aangeboden dan toegestaan, en achtte dit wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, maar besloot geen straf of maatregel op te leggen, gezien de aard van de overtreding en het tijdsverloop. Het vonnis werd uitgesproken op 1 april 2003.