ECLI:NL:RBDOR:2003:AF7584

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
3 april 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
11/005448-02
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in ontuchtzaak met minderjarigen

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Dordrecht op 3 april 2003, stond de verdachte terecht op beschuldiging van ontuchtige handelingen met twee minderjarige meisjes, die op het moment van de feiten nog geen 12 jaar oud waren, en met een ander meisje dat 16 jaar oud was. De zitting vond plaats op 20 maart 2003, waar de rechtbank de geldigheid van de dagvaarding en de bevoegdheid van de rechtbank bevestigde. De officier van justitie vorderde een veroordeling op basis van de tenlastelegging, terwijl de verdediging bewijsverweren en een strafmaatverweer voerde.

De rechtbank heeft de processtukken en de vordering van de officier van justitie bestudeerd, evenals de argumenten van de verdediging. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende wettig bewijs was voor de beschuldigingen. De rechtbank merkte op dat er geruchten over de verdachte circuleerden in de buurt, maar dat deze geruchten niet voldoende waren om de beschuldigingen te onderbouwen. De rechtbank was van mening dat de aangifte alleen niet voldoende bewijs bood voor de tenlastelegging.

Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij de feiten had begaan. De uitspraak werd gedaan op de openbare terechtzitting van 3 april 2003, waarbij de rechtbank de verdachte in zijn onschuld verklaarde.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
MEERVOUDIGE STRAFKAMER
Tegenspraak
Parketnummer : 11/005448-02
Zittingsdatum : 20 maart 2003
Uitspraak : 03 april 2003
VERKORT STRAFVONNIS
(art. 138b Sv)
De rechtbank te Dordrecht heeft op grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen:
[Verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1933 te [geboorteplaats],
wonende te [adres verdachte].
De rechtbank heeft de processtukken gezien en kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen de verdediging naar voren heeft gebracht.
1. De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd wat in de dagvaarding is omschreven. Een kopie van die dagvaarding is als bijlage 1 aan dit vonnis gehecht en maakt hiervan deel uit.
2. De voorvragen
2.1 De geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is.
2.2 De bevoegdheid van de rechtbank
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
2.3 De ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten en/of omstandigheden gebleken, die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
2.4 De schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing van de vervolging gebleken.
3. Het onderzoek ter terechtzitting
3.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie -het onder feit 1. primair en feit 3. ten laste gelegde bewezen achtend- heeft gevorderd overeenkomstig de als bijlage 2 aan dit vonnis gehechte vordering ter terechtzitting.
3.2 De verdediging
De verdediging heeft naast bewijsverweren ook een strafmaatverweer gevoerd.
4. De vrijspraak
Aan verdachte is onder 1. en 2. ten laste gelegd dat hij ontuchtige handelingen heeft gepleegd met twee meisjes die toen de leeftijd van 12 jaar nog niet hadden bereikt. Volgens de tenlastelegging betrof dit handelingen bestaande uit of mede bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam. Daarnaast is aan verdachte onder 3. ten laste gelegd dat hij buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd met een meisje dat toen de leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt.
De rechtbank overweegt dat verdachte in de buurt waar hij tot voor kort woonde, regelmatig contact had met de buurtbewoners. Zo kwamen buurkinderen bij verdachte aan huis om te spelen en ook buitenshuis had verdachte contacten en verleende hij de nodige hand- en spandiensten. Verdachte, die alleenstaande is, had daardoor enige afleiding en fungeerde als een soort 'buurtopa'. Uit de gedingstukken en het verhandelde ter terechtzitting is de rechtbank gebleken dat er in de loop der tijd kennelijk een geruchtencircuit rondom verdachte is ontstaan waaruit zou kunnen worden afgeleid dat verdachte zich vergreep aan kinderen die bij hem thuis kwamen. Alhoewel de rechtbank zich niet aan de indruk kan onttrekken dat verdachte -die op de hoogte was van deze geruchten- in zijn behoefte aan aanloop en sociale contacten hierin soms wat naïef lijkt te hebben gehandeld, is de rechtbank de overtuiging toegedaan dat niet uit te sluiten is dat mede op grond van dit geruchtencircuit de beide jonge vermeende slachtoffertjes tot hun verhaal zijn gekomen.
Gelet op de gedingstukken en het verhandelde ter terechtzitting heeft de rechtbank dan ook niet de overtuiging gekregen dat verdachte het onder 1. ten laste gelegde feit heeft begaan. Voor wat betreft het onder 2. ten laste gelegde ontbreekt het wettig bewijs, aangezien er naast de aangifte onvoldoende bewijs is dat deze aangifte ondersteunt. Voor wat betreft het onder 3. ten laste gelegde geldt eveneens dat het wettig bewijs ontbreekt, aangezien de verdenking feitelijk alleen berust op een aangifte.
Verdachte dient derhalve te worden vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten.
5. De beslissing
De rechtbank
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. W. van Veen, voorzitter,
en mrs. T.F. van der Lugt en C.P.E.M. Fonteijn-van der Meulen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. B.E. de Boom, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 03 april 2003.