ECLI:NL:RBDOR:2002:AD9284
Rechtbank Dordrecht
- Raadkamer
- K.H.J. Puite
- A.P. Hameete
- H.W. Bezemer
- Rechtspraak.nl
Weigering verklaring omtrent gedrag voor exploitatie vergunning seksbedrijf
Op 1 maart 2001 heeft klager de burgemeester van Papendrecht verzocht om een verklaring omtrent het gedrag voor de aanvraag van een vergunning voor de exploitatie van een seksbedrijf. De burgemeester heeft op 23 mei 2001 een verklaring omtrent het gedrag afgegeven, maar heeft deze op 6 november 2001 ingetrokken. Klager heeft hierop op 20 november 2001 beroep ingesteld bij de rechtbank, waarbij hij verzocht om te verklaren dat de weigering van de verklaring geen effect sorteert. Het beroepschrift is doorgeleid naar de sector strafrecht en op 18 januari 2002 in het openbaar behandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de burgemeester bij klager het vertrouwen heeft gewekt dat de verklaring onvoorwaardelijk was verstrekt, vooral gezien de lange termijn die verstreken was tussen de afgifte en de intrekking van de verklaring. De rechtbank oordeelt dat klager niet-ontvankelijk is in zijn klaagschrift, omdat het rechtsmiddel niet correct was aangewend volgens de vereisten van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank benadrukt dat onjuiste besluiten hersteld mogen worden, ook ten nadele van de betrokkene, mits dit niet in strijd is met de rechtszekerheid. Klager had er rekening mee moeten houden dat het besluit herzien kon worden, maar de lange periode tussen de afgifte en intrekking van de verklaring wekt bij klager de verwachting dat de verklaring gerechtvaardigd was. De rechtbank concludeert dat de verwachtingen van klager van zodanige aard zijn dat hij recht heeft op de afgegeven verklaring omtrent het gedrag.