ECLI:NL:RBDOR:2001:AD6418
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.A.C. Smid
- M.E. Kramer
- W.P. Sprenger
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van seksuele handelingen tussen jeugdigen met gering leeftijdsverschil
In de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Dordrecht heeft de meervoudige kamer van de rechtbank Dordrecht op 15 november 2001 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1986. De rechtbank heeft de processtukken bekeken en de zaak onderzocht tijdens een zitting op 1 november 2001. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte, die ten laste was gelegd voor seksuele handelingen met een 15-jarig meisje, zou worden veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren en jeugddetentie van 4 maanden, geheel voorwaardelijk. De verdediging, vertegenwoordigd door de raadsvrouw mr. E.D. van Elst, pleitte voor algehele vrijspraak en voerde een strafmaatverweer aan.
De rechtbank oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte het meisje had gedwongen tot de ten laste gelegde handelingen. De rechtbank nam daarbij in overweging de parlementaire behandeling van de wijziging van de zedenwetgeving, die beoogde bescherming te bieden aan kwetsbare personen, met name jongeren tussen de 12 en 16 jaar. De rechtbank concludeerde dat seksuele handelingen tussen jeugdigen met een gering leeftijdsverschil niet zonder meer als ontuchtig moeten worden beschouwd. In dit geval vond de rechtbank dat de handelingen plaatsvonden tussen de 14-jarige verdachte en het 15-jarige meisje, die een liefdesrelatie hadden gehad.
De rechtbank sprak de verdachte vrij van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde, omdat bijkomende omstandigheden die de handelingen een ontuchtig karakter zouden geven niet aannemelijk waren gemaakt. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 15 november 2001.