ECLI:NL:RBDOR:2000:AA8908
Rechtbank Dordrecht
- Hoger beroep
- K.H.J. Puite
- A.P. Hameete
- H.A.C. Smid
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake getuigenbescherming in strafzaak met politie-infiltrant
In deze zaak gaat het om een beschikking in hoger beroep van de Arrondissementsrechtbank te Dordrecht, die op 8 december 2000 is gegeven. De zaak betreft de bescherming van de identiteit van getuige A 1016, een politie-infiltrant, die vreesde voor zijn leven, gezondheid en veiligheid. De rechter-commissaris had op 22 november 2000 op vordering van de officier van justitie bevolen dat de identiteit van deze getuige verborgen zou blijven. Mr. G.J. Hubers heeft namens de verdachte hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking, waarbij hij grieven heeft overgelegd. De rechtbank heeft op 6 december 2000 de officier van justitie en de raadsman van de verdachte in raadkamer gehoord. De verdachte heeft aangegeven niet aanwezig te willen zijn bij de behandeling in raadkamer.
De rechtbank overweegt dat politiefunctionarissen, als hun verklaring als getuige wordt verlangd in relatie tot de strafzaak, geen bescherming kunnen ontlenen aan artikel 226a van het Wetboek van Strafvordering. Dit is van belang in het kader van de Wet Getuigenbescherming, die beoogt dat alleen bedreigde getuigen aanspraak kunnen maken op volledige anonimiteit. De rechtbank heeft vastgesteld dat getuige A 1016 een politie-infiltrant is en dat de wetgever met de invoering van artikel 187d van het Wetboek van Strafvordering een aanvulling heeft willen geven op de Wet Getuigenbescherming. De rechtbank verklaart het hoger beroep gegrond, vernietigt de beschikking van de rechter-commissaris en verklaart de officier van justitie niet ontvankelijk in haar vordering.