Het huidige bestuurslid A van de Stichting, tevens voorzitter van het bestuur, is drs. B.J. Constandse, president van de raad van commissaris van DVRG. Bestuurslid B van de Stichting, is mr. J.A. Visser, die als zodanig op de algemene vergadering van aandeelhouders van DVRG van 29 juni 1999 is herbenoemd. Bestuurslid C van de Stichting is Van Mook. Secretaris van het bestuur is mr. Visser voornoemd. Voormelde bestuursleden zullen verder worden aangeduid als de bestuursleden.
Van Mook is tevens directeur van Ten Have B.V., die momenteel minstens 13,6 % van de gewone aandelen in DVRG houdt en volgens eigen zeggen meer dan 20% van de gewone aandelen controleert.
Bij brief van 10 december 1999 heeft Ten Have B.V. de directie en de raad van commissarissen van DVRG, onder opgave van de te behandelen punten, verzocht een algemene vergadering van aandeelhouders (verder: algemene vergadering) bijeen te roepen. De te behandelen punten betreffen onder meer de benoeming van drie nieuwe commissarissen, de intrekking van het mandaat van bestuurslid B van de Stichting en de benoeming van een nieuw bestuurslid B van de Stichting.
Bij brief van 10 december 1999 heeft DVRG de bestuursleden medegedeeld dat is besloten om voor 27 januari 2000 een bijzondere algemene vergadering bij een te roepen en heeft zij de Stichting verzocht om tezamen met de raad van commissarissen een voorstel te doen omtrent statutenwijziging, alsmede een voorstel te doen omtrent de vervulling van de vacatures in de raad van commissarissen.
Bij brief van 24 december 1999 heeft DVRG de bestuursleden ter voorbereiding van hun vergadering op 5 januari 2000 onder meer medegedeeld dat in afwijking van het gestelde in haar brief van 10 december 1999 op de bijzondere algemene vergadering van 27 januari 2000 slechts één commissaris zal worden benoemd.
Alhoewel daartoe opgeroepen is Van Mook niet op de vergadering van het bestuur van de Stichting op 5 januari 2000 verschenen. Vervolgens is de vergadering verdaagd tot 10 januari 2000. Alhoewel hij zowel telefonisch als per fax voor die vergadering is opgeroepen, is Van Mook evenmin op de vergadering van 10 januari 2000 verschenen. Als reden voor zijn niet verschijnen heeft Van Mook respectievelijk opgegeven dat hij door ziekte verhinderd was en dat hij niet voldoende hersteld was om de vergadering bij te wonen. Vervolgens is Van Mook bij aangetekende brief opgeroepen voor een vergadering van het bestuur op 17 januari 2000.
Bij faxbericht van 17 januari 2000 heeft Van Mook de voorzitter van het bestuur van de Stichting meegedeeld de vergaderingen van de Stichting voorshands niet te zullen bijwonen en niet te zullen meewerken aan besluitvorming binnen de Stichting.
De bijzondere algemene vergadering op 27 januari 2000 heeft geen doorgang gevonden.
Bij brief van 3 februari 2000 heeft DVRG de Stichting voorgesteld de voor de vergadering van 27 januari 2000 geagendeerde punten op de agenda van de jaarlijkse algemene vergadering te zetten. Voorts heeft zij daarbij medegedeeld dat zij voornemens is de jaarlijkse algemene vergadering in mei 2000 te houden en verzocht de agendapunten in het Stichtingsbestuur te bespreken en de nodige besluiten te nemen.
Bij aangetekende brief van de secretaris van het bestuur van de Stichting van 4 februari 2000 is Van Mook opgeroepen tot het bijwonen van een bestuursvergadering op 30 maart 2000.
Bij brief van 22 februari 2000 heeft DVRG de bestuursleden van de Stichting medegedeeld dat zij de bij de brief van 3 februari 2000 gedane verzoek om te komen tot een besluit omtrent de benoeming van één commissaris intrekt.
Bij brieven van 23 en 24 februari 2000 heeft de raadsman van de Stichting, mr. M. Das, BTG onder meer verzocht hem te bevestigen dat:
= BTG, ingeval zij overgaat tot vervanging van het huidige bestuurslid C, het nieuwe bestuurslid C slechts zal benoemen op voorwaarde dat dat lid terstond bij zijn benoeming een schriftelijke volmacht als bedoeld in artikel 8 lid 4 van de statuten van de Stichting op het bestuurslid A en/of het bestuurslid B aan BTG zal afgeven en dat BTG deze volmacht terstond naar de Stichting zal doorgeleiden;
= BTG, ingeval de functie van het huidige bestuurslid C hoe dan ook eindigt, terstond een nieuw bestuurslid C zal benoemen, met inachtneming van het vorige punt.
Bij brief van 2 maart 2000 heeft BTG geantwoord dat zij het niet eens is met de stellingen in de brieven van 23 en 24 februari 2000 en derhalve niet op de vragen kan ingaan.
Bij brief van 9 maart 2000 heeft DVRG de bestuursleden medegedeeld dat de jaarlijkse algemene vergadering zal worden gehouden op 26 mei 2000 en dat op de agenda onder meer de volgende onderwerpen staan:
(i) naamswijziging van DVRG
(ii) verhoging maatschappelijk kapitaal van de vennootschap
(iii) benoeming commissarissen.
Voorts heeft zij daarbij ten aanzien van agendapunt (iii) opgemerkt dat Ten Have B.V. om benoeming van 3 commissarissen heeft verzocht en heeft zij de bestuursleden verzocht per vacature een bindende voordracht van tenminste twee personen te maken.
Bij aangetekende brief van de secretaris van het bestuur van de Stichting van 9 maart 2000 is Van Mook medegedeeld dat agendapunt voor de bestuursvergadering van 30 maart 2000 zal zijn: ”opstellen voordracht benoeming drie commissarissen”.