ECLI:NL:RBDHA:2025:9970

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 mei 2025
Publicatiedatum
6 juni 2025
Zaaknummer
C/09/663962 / FA RK 24-2331
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptie door stiefouder met behoud van geslachtsnaam van de biologische vader

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 mei 2025 een beschikking gegeven over de adoptie van een jongmeerderjarige door haar stiefouder. Het verzoekschrift werd ingediend op 21 maart 2024, ten tijde van de minderjarigheid van de jongere, en werd ondersteund door de moeder van het kind. De jongmeerderjarige, geboren op [geboortedag 1] 2006, is het kind van de moeder en de op [dag 1] 2014 overleden vader. De vader heeft het kind erkend, maar de moeder heeft altijd alleen het gezag over het kind uitgeoefend. De verzoeker, die sinds 2013 een relatie heeft met de moeder en sinds 2014 samenwoont met haar en het kind, heeft het kind gedurende ten minste een jaar verzorgd en opgevoed. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek tot adoptie in het kennelijk belang van het kind is en dat aan de wettelijke voorwaarden voor adoptie is voldaan. De jongmeerderjarige heeft aangegeven dat zij de wens heeft om door de verzoeker geadopteerd te worden en dat zij haar geslachtsnaam, die zij van haar vader heeft, wil behouden. De rechtbank heeft het verzoek tot adoptie toegewezen, met inachtneming van de wens van de jongmeerderjarige om haar geslachtsnaam te behouden. De rechtbank heeft de uitvoerbaarheid bij voorraad afgewezen, omdat de aard van de beslissing zich daartegen verzet.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 24-2331
Zaaknummer: C/09/663962
Datum beschikking: 8 mei 2025

Beschikking op het op 21 maart 2024 ingekomen verzoekschrift van:

[verzoeker] ,

verzoeker,
wonende te [woonplaats 1] ,
advocaat: mr. P. Verbraaken te ‘s-Gravenhage.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende te [woonplaats 1] ,
en

[jongmeerderjarige] ,

wonende te [woonplaats 1] .
Als informanten worden aangemerkt:

[grootvader] en [grootmoeder] ,

de grootvader- en grootmoeder-vaderszijde,
wonende te [woonplaats 2] ,

[tante] ,

tante vaderszijde,
wonende te [provincie] , gemeente [gemeente] ,
en

[oom] ,

oom vaderszijde,
wonende te [woonplaats 3] .

Procedure

De rechtbank heeft kennis genomen van:
- het verzoekschrift met producties;
- de brief van 10 april 2024 van de grootouders-vaderszijde;
- het F9-formulier van 16 april 2024, met bijlage, van de zijde van verzoeker;
- de brief van de Raad voor de Kinderbescherming van 21 mei 2024;
- de brief 8 november 2024 van de grootouders-vaderszijde;
- het F9-formulier van 18 maart 2025, met bijlage, van de zijde van verzoeker.
Op 9 april 2025 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: verzoeker met zijn advocaat, de moeder, [jongmeerderjarige] , geboren op [geboortedag 1] 2006 te [geboorteplaats 1] (hierna: [jongmeerderjarige] ), en de grootmoeder- en grootvader-vaderszijde.
Voorts zijn verschenen voornoemde tante- en oom vaderszijde, die beiden niet waren opgeroepen om ter zitting te verschijnen maar er desondanks wel waren, zodat de rechtbank hen beiden als informant heeft aangemerkt.

Verzoek en verweer

Het verzoek strekt tot adoptie door verzoeker van [jongmeerderjarige] , zulks met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De moeder ondersteunt het adoptieverzoek.

Feiten

  • [jongmeerderjarige] is geboren uit de samenlevingsrelatie van de moeder met [de vader] , die [jongmeerderjarige] op 10 april 2006 heeft erkend.
  • De relatie van de moeder met [de vader] (hierna: de vader) is in het najaar van 2007 geëindigd.
  • Verzoeker en de moeder hebben vanaf 8 april 2013 een affectieve relatie met elkaar en wonen sinds 15 september 2014 samen.
  • Vanaf 15 september 2014 maakt [jongmeerderjarige] deel uit van het gezin van verzoeker en de moeder.
  • De vader is op [dag 1] 2014 te [plaats] overleden.
  • Alleen de moeder is steeds belast geweest met het gezag over [jongmeerderjarige] .
  • Uit de relatie van verzoeker met de moeder is op [geboortedag 2] 2021 te [geboorteplaats 2] [minderjarige] geboren.
  • Op [dag 2] 2022 zijn verzoeker en de moeder met elkaar gehuwd.
  • [jongmeerderjarige] heeft op [geboortedag 1] 2024 de 18-jarige leeftijd bereikt.
  • [jongmeerderjarige] en verzoeker hebben de Nederlandse nationaliteit.

Beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht
Nu verzoeker in Nederland woont heeft de Nederlandse rechter heeft op grond van artikel 3 aanhef en onder a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering ( Rv) rechtsmacht.
Op grond van artikel 10:105, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) is op een in Nederland uit te spreken adoptie, behoudens het tweede lid, het Nederlandse recht van toepassing. Op grond van 10:105, tweede lid, BW is het Nederlands recht van toepassing op de toestemming dan wel de raadpleging of de voorlichting van de ouders van het kind of andere personen of instellingen.
Stiefouderadoptie
Op grond van artikel 1:227 lid 1 BW geschiedt adoptie door een uitspraak van de rechtbank op verzoek van twee personen of op verzoek van één persoon alleen.
Op grond van lid 2 van dit artikel kan het verzoek door de adoptant die echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van de ouder is, slechts worden gedaan, indien hij ten minste drie aaneengesloten jaren onmiddellijk voorafgaande aan de indiening van het verzoek met die ouder heeft samengeleefd.
Op grond van lid 3 van dit artikel kan het verzoek alleen worden toegewezen, indien de adoptie in het kennelijk belang van het kind is, op het tijdstip van het verzoek tot adoptie vaststaat en voor de toekomst redelijkerwijs te voorzien is dat het kind niets meer van zijn ouder(s) in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft, en aan de voorwaarden genoemd in artikel 1:228 BW wordt voldaan.
De voorwaarden voor adoptie, genoemd in artikel 1:228 BW lid 1, zijn – voor zover hier van belang – :
dat het kind op de dag van het eerste verzoek minderjarig is;
dat het kind geen kleinkind van de adoptant is;
dat de adoptant ten minste achttien jaar ouder is dan het kind;
at geen van de ouders het verzoek tegenspreekt;
(…)
dat de adoptant het kind gedurende ten minste een jaar heeft verzorgd en opgevoed, indien de levensgezel van de ouder het kind adopteert en zij gezamenlijk het kind gedurende ten minste een jaar hebben verzorgd en opgevoed wordt de periode van een jaar voor de levensgezel gerekend vanaf het moment van feitelijk gezamenlijk verzorgen en opvoeden;
dat de ouder(s) niet of niet langer het gezag over het kind hebben. Indien evenwel de levensgezel van de ouder het kind adopteert, geldt dat deze ouder alleen of samen met voornoemde levensgezel het gezag heeft.
Ontvankelijkheid
Het verzoek is ingediend op 21 maart 2024, ten tijde van de minderjarigheid van [jongmeerderjarige] , zodat verzoeker door de rechtbank in zijn verzoek kan worden ontvangen.
Inhoudelijke beoordeling
[jongmeerderjarige] is geboren uit de relatie van de moeder en de op [dag 1] 2014 overleden vader. De vader heeft [jongmeerderjarige] erkend. Bij de erkenning hebben de moeder en de vader als geslachtsnaam voor [jongmeerderjarige] de naam van de vader gekozen, zodat de geslachtsnaam van [jongmeerderjarige] “ [geslachtsnaam] ” luidt. De moeder heeft steeds alleen het ouderlijk gezag over [jongmeerderjarige] uitgeoefend.
Verzoeker, geboren op [geboortedag 3] 1982 te [geboorteplaats 1] , en de moeder, geboren op
[geboortedag 4] 1985 te [geboorteplaats 1] , leven samen sinds 15 september 2014 en zijn op
[dag 2] 2022 met elkaar gehuwd.
Verzoeker heeft ten minste drie aaneengesloten jaren onmiddellijk voorafgaand aan de indiening van het verzoek met de moeder samengeleefd. Verzoeker heeft met de moeder sinds die tijd en dus gedurende ten minste één jaar [jongmeerderjarige] verzorgd en opgevoed.
Verzoeker heeft gesteld dat hij [jongmeerderjarige] als zijn dochter beschouwt, en dat hij zich verantwoordelijk voelt voor haar welzijn. Sinds zijn relatie met de moeder voedt hij [jongmeerderjarige] samen met de moeder op. Hij maakt daarbij geen onderscheid tussen [jongmeerderjarige] en [minderjarige] , en wil graag dat er een familierechtelijke betrekking tussen hem en [jongmeerderjarige] ontstaat. Rond het huwelijk van verzoeker met de moeder gaf [jongmeerderjarige] de wens te kennen dat hij officieel haar vader werd. Verzoeker wenst thans het formeel bestaande onderscheid tussen [jongmeerderjarige] en [minderjarige] op te heffen, zodat niet alleen binnen het gezin er geen onderscheid meer is, maar ook daar buiten, bij voorbeeld bij diverse instanties. [jongmeerderjarige] heeft nog beperkt contact met haar grootouders-vaderszijde. Met een tante vaderszijde heeft [jongmeerderjarige] goed contact. Deze tante is op de hoogte van de adoptiewens van [jongmeerderjarige] . Met een broer en een andere zus van de vader heeft [jongmeerderjarige] geen enkel contact.
Bij de stukken bevindt zich een schriftelijke verklaring van de moeder van 21 maart 2024, waarbij zij meedeelt dat zij de adoptie van [jongmeerderjarige] door verzoeker aanmoedigt. [jongmeerderjarige] had al eerder gevraagd of verzoeker officieel haar vader wilde worden, maar door diverse privéomstandigheden is dat er niet eerder van gekomen. Verzoeker en de moeder zijn al elf jaar samen.
Het is de rechtbank voldoende gebleken dat [jongmeerderjarige] over de gevolgen van de adoptie is voorgelicht in de mate die past bij haar leeftijd en peil van ontwikkeling.
[jongmeerderjarige] heeft in haar schriftelijke verklaring van 12 maart 2024 aangegeven dat zij verzoeker als haar vader beschouwt en dat zij geen bezwaar heeft tegen toewijzing van het verzoek. Ter zitting heeft [jongmeerderjarige] nogmaals haar wens geuit om door verzoeker geadopteerd te worden. Voor haar is het belangrijk dat zij, verzoeker, haar moeder en [minderjarige] ook officieel een gezin vormen.
Nu aan de artikelen 1:227 en 1:228 BW – voor zover in deze zaak van toepassing – is voldaan, zal de rechtbank het verzoek tot adoptie toewijzen.
De geslachtsnaam
Op 16 april 2024 heeft de rechtbank een op 15 april 2024 aangepaste instemmingsverklaring van [jongmeerderjarige] ontvangen, waarin zij aangeeft dat zij na adoptie door verzoeker de achternaam “ [geslachtsnaam] ” wenst te behouden omdat dat het enige is dat zij nog van haar vader heeft. Bovendien voelt die achternaam fijn en natuurlijk, aldus [jongmeerderjarige] . [jongmeerderjarige] begrijpt dat anderen een andere keuze zouden maken, maar dat zij er uitdrukkelijk voor kiest om “ [geslachtsnaam] ” te mogen heten.
De rechtbank overweegt als volgt.
In artikel 1:5 lid 3 BW is onder meer bepaald dat indien een kind door adoptie in familierechtelijke betrekking tot de echtgenoot van een ouder komt te staan het zijn geslachtsnaam houdt, tenzij de ouder en diens echtgenoot gezamenlijk verklaren dat het kind de geslachtsnaam zal hebben van de echtgenoot, dan wel de geslachtsnaam van die andere ouder.
Volgens artikel 1:5 lid 7 BW verklaart een kind dat op het tijdstip van het ontstaan van de familierechtelijke betrekking met beide ouders zestien jaar of ouder is, zelf in geval van adoptie, ten overstaan van de rechter of het de geslachtsnaam van de ene of de andere ouder zal hebben. Van deze verklaring dient melding te worden gemaakt in of in de rechterlijke uitspraak inzake adoptie.
Nu [jongmeerderjarige] er uitdrukkelijk voor kiest om de geslachtsnaam “ [geslachtsnaam] ” te behouden zal de rechtbank daarvan melding maken in het dictum van deze beschikking. De rechtbank merkt daarbij op dat verzoeker en de moeder ter zitting hebben verklaard dat zij de wens van [jongmeerderjarige] respecteren. De grootouders vaderszijde hebben hier om hen moverende redenen wel bezwaar tegen. Zij zijn in deze procedure slechts informant en geen belanghebbenden zodat dit bezwaar reeds daarom buiten beschouwing wordt gelaten.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
De aard van de beslissing verzet zich tegen de verzochte uitvoerbaarverklaring bij voorraad, zodat dit zal worden afgewezen.

Beslissing

De rechtbank:
spreekt uit de adoptie van:
- [jongmeerderjarige] , geboren op [geboortedag 1] 2006 te [geboorteplaats 1] ,
door [verzoeker] , juridisch ouder naast: [de moeder] ,
onder vermelding van de verklaring van [jongmeerderjarige] ten overstaan van de rechtbank dat zij de geslachtsnaam “ [geslachtsnaam] ” zal houden;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.C. Olland, kinderrechter, bijgestaan door V. van den Hoed-Koreneef als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 mei 2025.