ECLI:NL:RBDHA:2025:9884
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na eerdere uitspraak
In deze zaak heeft verzoeker, een asielzoeker, op 22 augustus 2023 een asielaanvraag ingediend. De minister van Asiel en Migratie, als verweerder, heeft deze aanvraag op 24 januari 2025 in de algemene procedure buiten behandeling gesteld. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de zaak beoordeeld zonder zitting. In een eerdere uitspraak, onder zaaknummer NL25.4426, heeft de rechtbank al uitspraak gedaan op het beroep van verzoeker. Gezien deze eerdere uitspraak was een voorlopige voorziening niet meer nodig, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 30 mei 2025 door mr. A.C.J. van Dooijeweert, in aanwezigheid van griffier mr. Ż.A. Meinert, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, zoals bepaald in artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).