ECLI:NL:RBDHA:2025:982

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 januari 2025
Publicatiedatum
28 januari 2025
Zaaknummer
09/255457-22
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor voorbereidingshandelingen voor de productie en handel in harddrugs, witwassen en wapenbezit

Op 28 januari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1991 en momenteel gedetineerd. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar voor zijn betrokkenheid bij voorbereidingshandelingen voor de productie en handel in harddrugs, waaronder synthetische drugs en cocaïne. Daarnaast is de verdachte veroordeeld voor het witwassen van een geldbedrag van € 17.245,- en het voorhanden hebben van vuurwapens. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het witwassen van een bedrag van € 155.315,75 en het aanwezig hebben van 52 kilo cocaïne, 189 XTC-pillen en 9 gram MDMA, omdat niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat de verdachte wetenschap had van deze feiten. De rechtbank overwoog dat de verdachte een coördinerende rol vervulde in de drugshandel en dat zijn handelen een ernstige inbreuk op de rechtsorde vormde. De rechtbank nam in haar overwegingen de schadelijke gevolgen van de drugshandel voor de volksgezondheid en de samenleving mee. De verdachte had geen strafblad en de rechtbank legde een lagere straf op dan geëist door de officier van justitie, omdat de verdachte gedeeltelijk werd vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/255457-22
Datum uitspraak: 28 januari 2025
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboorteplaats] 1991 te [geboorteplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de penitentiaire inrichting [plaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 14 januari 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. L.E. van der Leeuw en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. A. Boumanjal naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van het witwassen van een geldbedrag van € 19.940,- zoals onder 2 ten laste gelegd heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat dit bewezen kan worden verklaard tot een bedrag van € 17.245,-. Verder stelt de officier van justitie dat de verdachte partieel dient te worden vrijgesproken van het witwassen van de horloges, omdat deze achteraf namaakhorloges bleken te zijn.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van het onder 1 ten laste gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, met dien verstande dat de verdachte partieel dient te worden vrijgesproken van de voorbereidingshandelingen voor de in- en uitvoer van cocaïne. De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder 2 en 4 ten laste gelegde en heeft zich met betrekking tot de feiten 3 en 5 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3.
Vrijspraak
De rechtbank is met betrekking het onder 4 ten laste gelegde feit van oordeel dat dit feit niet wettig en overtuigend is bewezen. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
De verdachte wordt onder meer verweten dat hij, al dan niet samen met anderen, opzettelijk 52 kilo cocaïne aanwezig heeft gehad. In de weken en ook op de dag voordat de cocaïne, op 26 september 2023, werd aangetroffen in een vakantiewoning in Noordwijkerhout is de verdachte meermaals door het observatieteam bij deze vakantiewoning gezien en heeft zijn telefoon aangestraald op de masten rondom het vakantiepark waar deze woning staat. De enkele omstandigheid dat de verdachte zich in/bij deze vakantiewoning heeft begeven is naar het oordeel van de rechtbank echter onvoldoende om te kunnen concluderen dat de verdachte wetenschap had van en beschikkingsmacht had over de partij cocaïne van 52 kilo die op 26 september 2023 aldaar werd aangetroffen. Anders dan de officier van justitie, ziet de rechtbank voor dit feit ook geen aanknopingspunten in de OVC-gesprekken die zich in het dossier bevinden.
Ook ten aanzien van de bij de moeder van de vriendin van de verdachte aangetroffen 189 pillen XTC en 9 gram MDMA kan niets worden vastgesteld omtrent de wetenschap en de beschikkingsmacht van de verdachte. De verwijzing van de officier van justitie naar het OVC-gesprek van de vriendin van de verdachte met haar moeder over het ophalen van de kluis acht de rechtbank in dat kader niet voldoende. Er zijn in de woning van de moeder van zijn vriendin immers meerdere kluizen aangetroffen en niet kan worden vastgesteld of, en zo ja, welke daarvan aan de verdachte zou(den) toebehoren.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de verdachte vrijspreken van het onder 4 ten laste gelegde feit.
3.4.
Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft hierna opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met onderzoeksnummer DHRAA22081/Valeriaan, van de politie eenheid Den Haag, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 2280).
Feit 1
De rechtbank zal voor het feit, behoudens het deel dat ziet op de voorbereidingshandelingen voor de in- en uitvoer van cocaïne, met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, volstaan. De verdachte heeft dit feit namelijk bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsman voor die onderdelen geen vrijspraak bepleit.
1. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting;
2. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 28 juli 2023 (p. 490-495);
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 22 juli 2023 (p. 502-521);
4. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 28 juli 2023 (p. 527-538);
5. Het proces-verbaal van bevindingen, zijnde een uitwerking van de opname vertrouwelijke communicatie van 22 maart 2023 (p. 562-589);
6. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 1 augustus 2023 (p. 620-646);
7. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 5 september 2023 (p. 657-691);
8. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 22 augustus 2023 (p. 692-725);
9. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 7 september 2023 (p. 726-751);
10. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 8 september 2023 (p. 1108-1115);
11. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 16 november 2023 (p. 1667-1711).
Ten aanzien van de voorbereidingshandelingen voor de in- en uitvoer van cocaïne:
1. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 20 september 2023, voor zover inhoudende (p. 989-994):
Datum/tijd: 2 maart 2023
NNM21: Luister dan die maat van mij heeft NTV stuks NTV
[verdachte] : Luister die maat originele?
NNM21: Originele.
[verdachte] : Ik kan ze allemaal kwijt. Wat is de prijs?
NNM21: Twintig (20), ik weet niet wat het normaal is.
[verdachte] : Twintig (20) kan niet man. Is echt gemaakte spul.
NNM21: Nee origineel NTV.
[verdachte] : Luister ik kan alles kwijt maat. Alles. Die Engelsen zoeken NTV, maar er
zijn geen spullen hier. Maak even goede. Kan ik eentje keuren?
NNM21: NTV.
[verdachte] : Gelijk man. Maak maar een afspraak NTV.
NNM21: Ja? Is goed. En met de prijs kom je ook weg?
[verdachte] : Sowieso man.
NNM21: Ja?
[verdachte] : Wacht ik ga het even bevestigen, maar die prijs is sowieso goed man.
NNM21: Maar ik zeg sowieso dat je er gewoon eentje wil zien.
[verdachte] : Welke stempel is het?
Datum/tijd: 03-03-2023
[verdachte] : Luister, ik wil ook de Albaneze mensen doen. Dan hebben wij nog één
extra klant.
NN2: Ja, maar wij (NTV).
[verdachte] : Ik kan met de Albaneze mensen blijven.
[verdachte] : Luister, laat [bijnaam 1] , [bijnaam 1] vandaag betalen of een aantal blokken plaatsen en
dan kunnen wij ons eigen blokken op TP (fon) doen. Nee?
NN2: Hij gaat vandaag betalen.
[verdachte] : Ik wacht in Den Haag. Er zijn hier goede Colombiaanse blokken voor 21.
Ik wacht nu daar op en ga het bekijken. Daarna ga ik naar Tilli (Tilburg?).
Datum: 6 maart 2023 | Tijd: 14:00:05
NNman5: Maar wat is nou het probleem met die euh, met die (ntv), [bijnaam 2] (ng) dan?
Kijk, je hebt coke gekregen.
NNMan5: Ja, omdat ie nog geen geld bij zich had en [bijnaam 2] (ng) zegt: "Nou breng in
ieder geval iets euh.. ter goede trouw." Toen hebt ie honderd (100),
honderdvijfenveertig (145) gram gegeven.
[verdachte] : Normaal geef je gelijk een kilo. Dan was het pas goed gegaan.
NNMan5: Een kilo is een beetje veel, maar ik zeg: "Ja, hij mag ook van mij ook drie
(3) en een halve ons van ?wit/dit? geven, want het zag er wel goed uit. Dan reken ik
het wel weer met jou af en dan euh verkoop ik het wel weer, weet je? Dat, dat maakt
niet zoveel uit.
Datum: 6 maart 2023 | Tijd: 18:57:02
[verdachte] : Maar je moet uitrekenen: Eén (1) liter A tot euh.. klopt twee punt zeven (2.7)
nat uit. Moet je nat of droog hebben?
NNman18: Euh.. Ja, dat weet ik niet.
[verdachte] : Als je ongeveer één (1) liter A, is ongeveer één (1) kilo coke. Eén (1) en euh
kost nu acht (8) vijftig (50) ongeveer een litertje.
Datum/tijd: 12-04-2023 – 18:18 uur
[verdachte] : Je moet eerst uitkoken. Kijken wat die slechte uitkookt. Dan moet je die goede goede uitkoken. Daarna een berekening maken. Je kan niet zomaar twee goede pakken. Soms die goede koken ook 8.8 uit 8.9. Dan moet je het in verhouding alweer anders doen.
[verdachte] : Beste wat je kan doen is [bijnaam 3] pakken. Wat die kookt altijd 9 plus uit. Dan zit je altijd goed. Als je weer een Colo gaat pakken. En die kokt 8.7 of 8.8 uit. Dan kom je niet boven de 9 uit met die schade. Je hebt schadeblokken die koken 70 uit. Of 80 uit. Het is verschillend. Je moet alles uitkoken. Gemiddelde was 2 goede en 1 slechte.
[verdachte] : Ja. Ik kan samen met jou alles uitkoken. Planninkje maken als je wilt.
[verdachte] : Ik denk dat ik die boys van Delft, die [bijnaam 3] enzo kan ik wel vragen. Ik heb die Colo ook naar hen gebracht om dat systeem uit te wassen toen.
Feit 2
De rechtbank zal voor het witwassen van een bedrag van € 17.245,-, met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan. De verdachte heeft dit feit namelijk bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsman geen vrijspraak bepleit.
1. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting;
2. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 11 oktober 2023 (p. 1824-1827).
Partiële vrijspraak witwassen van € 155.315,75 en horloges
Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat het door de verdachte witwassen van een
geldbedrag van in totaal € 155.315,75 niet wettig en overtuigend kan worden bewezen. Het
geldbedrag is aangetroffen bij de moeder van de vriendin van de verdachte. Evenals voor de
daar aangetroffen MDMA en XTC is de rechtbank van oordeel dat ook ten aanzien van dit
geldbedrag niet kan worden vastgesteld dat dit aan de verdachte toebehoort. De rechtbank
zal de verdachte dan ook vrijspreken van dat onderdeel van de tenlastelegging. Ten aanzien
van de horloges is gebleken dat dit namaakhorloges betreft met een waarde van nihil zodat
de rechtbank de verdachte ook zal vrijspreken van het witwassen daarvan.
Feit 3
De rechtbank zal met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, volstaan. De verdachte heeft dit feit namelijk bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsman geen vrijspraak bepleit.
1. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting;
2. Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, opgemaakt op 26 september 2023 (p. 1288-1290).
3. Het proces-verbaal van team Forensische Opsporing, Wapens, Munitie en Explosieven, opgemaakt op 26 september 2023 (p. 1400-1403);
4. Het proces-verbaal van team Forensische Opsporing, Wapens, Munitie en Explosieven, opgemaakt op 26 september 2023 (p. 1404-1407).
Feit 5
De rechtbank zal met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, volstaan. De verdachte heeft dit feit namelijk bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsman geen vrijspraak bepleit.
1. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting;
2. Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, opgemaakt op 26 september 2023 (p. 1288-1290);
3. Een geschrift, te weten een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut van 16 november 2023, zaaknummer 2023.10.19.070 (aanvraag 001) (p. 2147-2148).
3.5.
De bewezenverklaring
De rechtbank is met betrekking tot de onder 1, 2, 3 en 5 ten laste gelegde feiten van oordeel dat deze feiten wettig en overtuigend zijn bewezen.
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1
hij in de periode van 1 januari 2023 tot en met 26 september 2023 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen,
te weten
- het opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen en
- het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of
- het opzettelijk vervaardigen
van een groot aantal blokken en/of grote hoeveelheden van een materiaal bevattende cocaïne en/of MDMA en/of XTC en/of amfetamine, telkens middel
enals bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
- zich en ander
engelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen, en/of
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen
engelden voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en zijn mededaders, wisten of ernstige reden hadden om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
door
- ontmoetingen te hebben gehad met en/of telefonische afspraken te hebben gemaakt met en/of besprekingen en/of onderhandelingen te hebben gevoerd met en/of een of meer inlichtingen en/of aanwijzingen en/of opdrachten te hebben (door)gegeven aan zijn mededaders en/of anderen, om voornoemde verdovende middelen te kopen en/of verkopen en/of te bewerken en/of in ontvangst te nemen en/of vervoeren en/of betreffende de wijze waarop die verdovende middelen, zouden worden gekocht en/of bewerkt en/of geleverd en/of afgenomen en/of verder vervoerd en/of
- aan/bij de kopende en/of verkopende partijen en/of derden informatie te hebben (op)gevraagd en/of te hebben verstrekt over de prijzen, omvang en/of samenstelling van (de partijen) verdovende middelen en/of transportmogelijkheden en/of
- ontmoetingen te hebben gehad met en/of telefonische afspraken te hebben gemaakt met en/of besprekingen en/of onderhandelingen te hebben gevoerd met en/of inlichtingen en/of
aanwijzingen en/of opdrachten te hebben (door)gegeven aan zijn mededaders en/of anderen, met betrekking tot het aankopen en/of verwerven van grondstoffen (waaronder apaan en/of BMK en/of caustic soda en/of mierenzuur en/of fosforzuur) voor de productie van MDMA en/of XTC en/of amfetamine, althans voor de productie van een of meer stoffen van lijst I behorende bij de Opiumwet en/of
- ontmoetingen te hebben gehad met en/of telefonische afspraken te hebben gemaakt met en/of besprekingen en/of onderhandelingen te hebben gevoerd met en/of inlichtingen en/of
aanwijzingen en/of opdrachten te hebben (door)gegeven aan zijn mededaders en/of anderen, met betrekking tot het aankopen en/of verwerven van goederen (waaronder reactie ketels en/of stomers) voor de productie van MDMA en/of XTC en/of amfetamine, althans voor de productie van een of meer stoffen van lijst I behorende bij de Opiumwet en/of
- ontmoetingen te hebben gehad met en/of telefonische afspraken te hebben gemaakt met en/of besprekingen en/of onderhandelingen te hebben gevoerd met en/of inlichtingen en/of
aanwijzingen en/of opdrachten te hebben (door)gegeven aan zijn mededaders en/of anderen, met betrekking tot het vinden en/of aankopen/huren en/of inrichten van een productieruimte/laboratorium voor de productie van MDMA en/of XTC en/of amfetamine, althans voor de productie van een of meer stoffen van lijst I behorende bij de Opiumwet en/of met betrekking tot het regelen en/of inhuren van (een) perso(o)n(en) die voornoemde MDMA en/of XTC en/of amfetamine, althans een of meer stoffen van lijst I behorende bij de Opiumwet, zouden gaan/kunnen vervaardigen;
2
hij in de periode van 1 januari 2023 tot en met 26 september 2023, te 's-Gravenhage,
een voorwerp, te weten
-een geldbedrag van
17.245euro
- voorhanden heeft gehad,
terwijl hij, verdachte, wist dat dat voorwerp afkomstig was uit enig misdrijf;
3
hij op 26 september 2023 te 's-Gravenhage wapens van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten:
- een revolver, van het merk Zastava, type M83/93, kaliber .357 magnum en
- een vuurwapen, van het merk Kimber, type Custom TLE II, kaliber .45 ACP,
zijnde vuurwapens in de vorm van een revolver en/of pistool,
en
munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten:
-zes stuks revolvermunitie, van het merk IMI, kaliber .357 magnum en
-vijf stuks pistoolmunitie (merk en kaliber onbekend),
voorhanden heeft gehad;
5
hij op 26 september 2023 te 's-Gravenhage opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 132,88 kilo
hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van acht jaren, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht – indien de rechtbank tot een volledige veroordeling komt – aan de verdachte maximaal op te leggen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 40 maanden, met daaraan verbonden een voorwaardelijk strafdeel.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft gedurende een periode van tien maanden samen met anderen voorbereidingshandelingen verricht voor de productie en handel in synthetische drugs en cocaïne. De verdachte vervulde daarbij een coördinerende rol; hij heeft veelvuldig ontmoetingen gehad en gesprekken gevoerd met zijn mededaders en anderen over onder meer de aankoop en het transport van diverse grondstoffen en goederen voor de productie van synthetische drugs en over de financiering en inrichting van een drugslaboratorium. Ook is uit diverse OVC-gesprekken gebleken dat de verdachte voorbereidingshandelingen verrichte voor de in- en uitvoer van cocaïne. Daarnaast heeft de verdachte een grote hoeveelheid hennep aanwezig gehad.
Het gebruik van en de handel in verdovende middelen vormt vanwege de schadelijke neveneffecten en het risico op verslaving een gevaar voor de volksgezondheid. De handel in drugs gaat veelal gepaard met verschillende vormen van criminaliteit, geweldsdelicten en illegale geldstromen, waarbij de drugshandel een belangrijke schakel vormt in de keten van criminele ondermijnende activiteiten die de samenleving ontwrichten.
Bij de productie van synthetische drugs wordt bovendien gebruik gemaakt van chemische grondstoffen. Bij het ondeskundig opslaan en bewerken van dergelijke stoffen kan ontploffingsgevaar optreden. Bovendien levert het productieproces van synthetische drugs een grote hoeveelheid voor het milieu schadelijke afvalstoffen op die, zo leert de praktijk, vaak illegaal worden gedumpt in de natuur.
De verdachte heeft met zijn handelen bijgedragen aan de hierboven beschreven schadelijke gevolgen. Met het plegen van deze feiten is de verdachte daaraan volledig voorbij gegaan en heeft hij slechts zijn eigen geldelijk gewin voor ogen gehad.
Verder heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het witwassen van een geldbedrag van € 17.245,-. Witwassen vormt een aantasting van de legale economie en schaadt de integriteit van het financiële handelsverkeer en het vertrouwen dat daarin moet kunnen worden gesteld. Bovendien wordt door het witwassen van crimineel vermogen de onderliggende criminaliteit gefaciliteerd.
Tot slot heeft de verdachte twee vuurwapens met bijbehorende munitie voorhanden gehad. Het ongecontroleerde bezit van vuurwapens leidt tot gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Wapens worden niet zelden gebruikt bij het begaan van strafbare feiten en circuleren veelvuldig in het criminele circuit. Het onbevoegd voorhanden hebben van vuurwapens met bijbehorende munitie levert dan ook een ernstige inbreuk op de rechtsorde op en brengt een onaanvaardbaar risico met zich voor de veiligheid van de maatschappij. Het bezit van vuurwapens dient daarom streng te worden bestraft.
Strafblad
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 8 maart 2024, waaruit volgt dat de verdachte niet eerder voor strafbare feiten is veroordeeld.
Strafmodaliteit en strafmaat
De rechtbank heeft bij de bepaling van de strafmodaliteit en strafmaat aansluiting gezocht bij de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting en op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. De rechtbank is van oordeel dat op de gepleegde strafbare feiten vanwege hun ernst niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Oplegging van een dergelijke straf is nodig ter vergelding en ter speciale en generale preventie. Alles afwegende acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, passend en geboden. Deze straf is aanzienlijk lager dan de eis van de officier van justitie, omdat de rechtbank de verdachte vrijspreekt van het vierde feit en grotendeels van het tweede feit. Ook weegt de rechtbank de rol van de verdachte met betrekking tot de voorbereidingshandelingen anders dan de officier van justitie, in die zin dat de rechtbank van oordeel is dat de verdachte geen leidinggevende rol had maar dat hij – zoals hiervoor genoemd – een meer praktische en coördinerende rol in de uitvoering van het geheel had.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

7.De inbeslaggenomen voorwerpen

7.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat het op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen, te weten een iPhone 11, zal worden verbeurdverklaard.
7.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen standpunt ingenomen over het inbeslaggenomen voorwerp.
7.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal het op de beslaglijst genoemde voorwerp verbeurdverklaren. Dit voorwerp is voor verbeurdverklaring vatbaar, aangezien dit voorwerp aan de verdachte toebehoort en met behulp van dit voorwerp het onder 1 bewezenverklaarde feit is begaan of voorbereid. Bij de vaststelling van deze bijkomende straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen:
- 33, 33 a, 47, 55 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht;
- 2, 3, 10, 10 a en 11 van de Opiumwet, en de daarbij behorende lijsten I en II;
- 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

9.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 4 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 3 en 5 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
de eendaadse samenloop van:
medeplegen van om een feit bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet voor te bereiden of te bevorderen, zich en een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen, meermalen gepleegd;
en
medeplegen van om een feit bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen of gelden voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
ten aanzien van feit 2:
witwassen;
ten aanzien van feit 3:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd, en het feit begaan met betrekking tot vuurwapens van categorie III;
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 5:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
5 (VIJF) JAREN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
verklaart verbeurd het op de beslaglijst genoemde voorwerp, te weten: iPhone 11, PL1500DHRAA22_784260.
Dit vonnis is gewezen door
mr. P. Burgers, voorzitter,
mr. N.F.R. de Rooij, rechter,
mr. W.J. Nomen, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. L.C. Vos, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 28 januari 2025.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
1
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2023 tot en
met 26 september 2023 te 's-Gravenhage en/of ’s-Gravenzande en/of Honselersdijk
en/of Naaldwijk en/of Haarlem en/of Tilburg en/of Berkel-Enschot, in elk geval in
Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet,
voor te bereiden en/of te bevorderen,
te weten
- het opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of
- het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren,
verstrekken en/of vervoeren, en/of
- het opzettelijk vervaardigen
van een groot aantal, althans meerdere, in ieder geval een, blok(ken) en/of (grote)
hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende cocaïne en/of MDMA
en/of XTC en/of amfetamine, in elk geval (telkens) een middel als bedoeld in de bij
de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid
van de Opiumwet
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te
plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van
dat feit heeft getracht te verschaffen, en/of
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen
voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en)
of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen
van dat feit,
door
- een of meer ontmoeting(en) te hebben gehad met en/of een of meer (telefonische)
afspra(a)k(en) te hebben gemaakt met en/of een of meer bespreking(en) en/of
onderhandeling(en) te hebben gevoerd met en/of een of meer inlichting(en) en/of
aanwijzing(en) en/of opdracht(en) te hebben (door)gegeven aan zijn mededader(s)
en/of een of meer anderen, om voornoemde verdovende middelen te kopen en/of
verkopen en/of te bewerken en/of in ontvangst te nemen en/of vervoeren en/of
betreffende de wijze waarop die verdovende middelen, zou(den) worden gekocht
en/of bewerkt en/of geleverd en/of afgenomen en/of verder vervoerd en/of
- ( aan/bij) de kopende en/of verkopende partij(en) en/of derde(n) informatie te
hebben (op)gevraagd en/of te hebben verstrekt over de prijzen, omvang en/of
samenstelling van (de partij (en)) verdovende middelen en/of
transportmogelijkheden en/of
- een of meer ontmoeting(en) te hebben gehad met en/of een of meer (telefonische)
afspra(a)k(en) te hebben gemaakt met en/of een of meer bespreking(en) en/of
onderhandeling(en) te hebben gevoerd met en/of een of meer inlichting(en) en/of
aanwijzing(en) en/of opdracht(en) te hebben (door)gegeven aan zijn mededader(s)
en/of een of meer anderen, met betrekking tot het aankopen en/of verwerven van
een of meer hoeveelheden grondstoffen (waaronder apaan en/of BMK en/of caustic
soda en/of mierenzuur en/of fosforzuur) voor de productie van MDMA en/of XTC
en/of amfetamine, althans voor de productie van een of meer stoffen van lijst I behorende bij de Opiumwet en/of
- een of meer ontmoeting(en) te hebben gehad met en/of een of meer (telefonische)
afspra(a)k(en) te hebben gemaakt met en/of een of meer bespreking(en) en/of
onderhandeling(en) te hebben gevoerd met en/of een of meer inlichting(en) en/of
aanwijzing(en) en/of opdracht(en) te hebben (door)gegeven aan zijn mededader(s)
en/of een of meer anderen, met betrekking tot het aankopen en/of verwerven van
een of meer goederen (waaronder reactie ketels en/of stomers) voor de productie
van MDMA en/of XTC en/of amfetamine, althans voor de productie van een of
meer stoffen van lijst I behorende bij de Opiumwet en/of
- een of meer ontmoeting(en) te hebben gehad met en/of een of meer (telefonische)
afspra(a)k(en) te hebben gemaakt met en/of een of meer bespreking(en) en/of
onderhandeling(en) te hebben gevoerd met en/of een of meer inlichting(en) en/of
aanwijzing(en) en/of opdracht(en) te hebben (door)gegeven aan zijn mededader(s)
en/of een of meer anderen, met betrekking tot het vinden en/of aankopen/huren
en/of inrichten van een productieruimte/laboratorium voor de productie van
MDMA en/of XTC en/of amfetamine, althans voor de productie van een of meer
stoffen van lijst I behorende bij de Opiumwet en/of met betrekking tot het regelen
en/of inhuren van (een) perso(o)n(en) die voornoemde MDMA en/of XTC en/of
amfetamine, althans een of meer stoffen van lijst I behorende bij de Opiumwet,
zouden gaan/kunnen vervaardigen;
2
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2023 tot en
met 26 september 2023, te Haarlem en/of 's-Gravenhage, in ieder geval in
Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(van) één of meerdere voorwerp(en), te weten
-één of meerdere grote geldbedragen (van 155.315,75 euro en/of 19.940 euro) en/of
-één of meerdere horloge(s) van het merk Rolex en/of Audemars Piguet, althans een
of meer voorwerpen
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de
verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, en/of
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die
voorwerp(en) was/waren, en/of
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden
had(den)
en/of
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet,
en/of
- gebruik heeft gemaakt
terwijl hij, verdachte, wist dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk -
afkomstig was/waren uit enig misdrijf
3
hij op of omstreeks 26 september 2023 te 's-Gravenhage, in ieder geval in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
één of meer wapen(s) van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te
weten:
- een revolver, van het merk Zastava , type M83/93, kaliber .357 magnum en/of
- een vuurwapen, van het merk Kimber , type Custom TLE II, kaliber .45 ACP,
zijnde één of meer vuurwapen(s) in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool,
en/of
munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten:
-zes, althans één of meerdere, stuks revolvermunitie, van het merk IMI , kaliber .357
magnum en/of
-vijf, althans één of meerdere, stuks pistoolmunitie (merk en kaliber onbekend),
voorhanden en/of in bezit heeft gehad;
4
hij op of omstreeks 26 september 2023 te Noordwijkerhout, gemeente Noordwijk,
en/of Haarlem, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of
meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad
ongeveer 52 kilo, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende cocaïne, en/of
ongeveer 189 XTC pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende
MDMA en/of
ongeveer 9 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende
MDMA,
zijnde cocaïne en/of MDMA
(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
5
hij op of omstreeks 26 september 2023 te 's-Gravenhage, in ieder geval in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 132,88 kilo, in elk geval een hoeveelheid
van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep
een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet