ECLI:NL:RBDHA:2025:9809

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 juni 2025
Publicatiedatum
4 juni 2025
Zaaknummer
NL24.46384
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd op basis van onvoldoende bewijs van gezinsleven

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 juni 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een Albanese vrouw, en de minister van Asiel en Migratie. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd op basis van gezinsvorming met haar partner. De aanvraag werd afgewezen omdat eiseres niet beschikte over een geldige machtiging tot verblijf (mvv) en niet kon aantonen dat er sprake was van een duurzame en exclusieve relatie met haar partner, referent. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, omdat zij niet voldoende bewijs had geleverd van de gestelde relatie. Eiseres had weliswaar documenten overgelegd, zoals vliegtickets en foto's, maar deze waren onvoldoende om aan te tonen dat er sprake was van een reële en duurzame relatie. De rechtbank oordeelde dat verweerder terecht had geconcludeerd dat er geen gezinsleven was aangetoond in de zin van artikel 8 van het EVRM. De rechtbank vond ook dat de hardheidsclausule niet van toepassing was, omdat eiseres niet had aangetoond dat zij en haar partner een duurzame relatie hadden. De rechtbank concludeerde dat het bezwaar van eiseres kennelijk ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.46384

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres], eiseres,

V-nummer: [V-nummer],
(gemachtigde: mr. M.S. Yap),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder,

(gemachtigde: mr. H.J. Metselaar).

Procesverloop

Bij besluit van 25 oktober 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen het weigeren van een verblijfsvergunningregulier voor bepaalde tijd ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 17 april 2025 op zitting behandeld. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Verder is verschenen [referent], referent.

Overwegingen

1. Eiseres stelt te zijn geboren op [datum] 1980 en de Albanese nationaliteit te hebben. Zij verblijft sinds 8 december 2022 feitelijk in Nederland. Eiseres heeft op 7 september 2023 een aanvraag ingediend voor de verlening van een verblijfsvergunning voor gedaan voor het verblijfsdoel ‘gezinsvorming bij partner, de heer [partner]’.
2. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen bij besluit van 2 januari 2024 (het primaire besluit) en die beslissing bij het bestreden besluit gehandhaafd, omdat eiseres niet beschikt over een geldige mvv. [1] Verweerder heeft overwogen dat eiseres niet wordt vrijgesteld van het mvv-vereiste omdat tussen eiseres en referent geen sprake is van gezinsleven als bedoeld in artikel 8 van het EVRM. [2] Het is volgens verweerder niet aangetoond dat eiseres met referent een reële en in voldoende mate met een huwelijk op een lijn te stellen relatie heeft als bedoeld in paragraaf B7/3.8 van de Vc. [3]
3. Eiseres stelt in beroep dat verweerder ten onrechte heeft overwogen dat eiseres en referent hun familieleven niet hebben aangetoond. Zij verwijst naar de eerder overgelegde stukken en naar een in beroep overgelegde verklaring van referent en aanvullend overgelegde bewijzen van vliegtickets en foto’s. Referent heeft een tijd in detentie verbleven, waardoor het lastig was om bewijsstukken te verzamelen. Daarbij is de medische gesteldheid van referent relevant. Eiseres stelt dat zij samenwoont met referent en zijn vader. In dit kader beroept eiseres zich op de hardheidsclausule. Verweerder had eiseres en referent moeten horen.
De rechtbank oordeelt als volgt.
4. De aanvraag tot het verlenen van de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd wordt afgewezen als de vreemdeling voor wie de vergunning wordt gevraagd niet beschikt over een geldige mvv. Degene van wie uitzetting in strijd zou zijn met het artikel 8 van het EVRM hoeft echter geen geldige mvv te hebben. [4] Artikel 8 van het EVRM beschermt onder meer het recht op eerbiediging van het familie- en gezinsleven. Verweerder neemt het bestaan van familie- en gezinsleven in de zin van dit artikel aan tussen partners in een reële en in voldoende mate met een huwelijk op een lijn te stellen (homo- of heteroseksuele relatie). [5]
5. Verweerder heeft terecht geconcludeerd dat in dit geval niet is gebleken van familieleven als bedoeld in artikel 8 van het EVRM, omdat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat tussen haar en referent sprake is van reële en in voldoende mate met een huwelijk op een lijn te stellen relatie. Verweerder heeft terecht overwogen dat niet is gebleken hoe eiseres de gestelde relatie met referent vormgeeft. Daarbij heeft verweerder er al in het primaire besluit op gewezen dat eiseres heeft nagelaten de vragenlijst over haar relatie met referent volledig in te vullen, alsmede om bewijzen over te leggen van de gestelde relatie en feitelijke uitoefening van het gestelde gezinsleven. In bezwaar is nadere onderbouwing achterwege gebleven. Daargelaten dat de verklaring van referent eerst in beroep is opgesteld, bevat deze verklaring niet of nauwelijks informatie over de feitelijke invulling van de relatie met eiseres. Dit geldt ook voor de overgelegde bevestiging van een vlucht van Tirana naar Dortmund. De in beroep overgelegde foto’s zijn momentopnamen van ontmoetingen tussen eiseres en referent. Niet is gebleken dat eiseres feitelijk samenwoont met referent. Er is geen bewijs van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. De overgelegde schriftelijke verklaringen van een familievriend en een buurvrouw dat eiseres en referent sinds eind 2022 samen zijn vormen daarvoor geen voldoende en objectief verifieerbaar bewijs. Dat eiseres sinds april 2024 onder controle is bij dezelfde huisarts als die van referent vormt evenmin bewijs van een gezamenlijke huishouding of samenwoning. Zoals verweerder terecht heeft overwogen mag van eiseres worden verwacht dat zij een duurzame en exclusieve relatie met referent die sinds 8 december 2022 zou bestaan, kan onderbouwen met objectief verifieerbare bewijsstukken. Het ontbreken van rechtmatig verblijf in Nederland maakt dat niet anders.
6. Nu tussen eiseres en referent geen familie- en gezinsleven is aangetoond, is een nadere belangenafweging niet aan de orde en heeft verweerder terecht geconcludeerd dat artikel 8 van het EVRM zich niet verzet tegen de uitzetting van eiseres.
7. Verweerder kan afzien van het mvv-vereiste als het vasthouden hieraan naar zijn oordeel zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. [6] Op grond van verweerders beleid wordt de hardheidsclausule toegepast als aan alle voorwaarden voor verlening van een verblijfsvergunning wordt voldaan, afgezien van het mvv vereiste. [7] Daar is in het geval van eiseres geen sprake van, omdat niet aannemelijk is gemaakt dat eiseres en referent een duurzame en exclusieve relatie hebben. Verweerder heeft zich op dan ook op het standpunt mogen stellen toepassing van de hardheidsclausule in dit geval niet aan de orde is.
8. De rechtbank is van oordeel dat verweerder onder de gegeven omstandigheden heeft kunnen concluderen dat het bezwaar kennelijk ongegrond is en dat kon worden afgezien van het horen van eiseres of referent op het bezwaar. Daarbij heeft verweerder kunnen wijzen op de onvoldoende inspanningen van eiseres en referent om een complete, voldoende onderbouwde aanvraag in te dienen.
9. Gelet op het voorgaande is het beroep ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 2 juni 2025 door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. J. de Winter, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Machtiging tot voorlopig verblijf.
2.Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
3.Vreemdelingencirculaire 2000.
4.Zie artikel 3.71, eerste lid, en tweede lid, onder l, van het Vreemdelingenbesluit 2000.
5.Paragraaf B7/3.8.1 van de Vreemdelingencirculaire 2000
6.Op grond van artikel 3.71, derde lid, van het Vb.
7.Paragraaf B1/4.1. van de Vreemdelingencirculaire 2000.