ECLI:NL:RBDHA:2025:9726

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 mei 2025
Publicatiedatum
3 juni 2025
Zaaknummer
NL25.9273
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na uitspraak op beroep

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 30 mei 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. S. Oukil, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Minister van Asiel en Migratie was afgewezen als kennelijk ongegrond. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening. De minister, vertegenwoordigd door mr. S. Kuster, heeft een verweerschrift ingediend. De behandeling van het verzoek om voorlopige voorziening vond plaats op 8 mei 2025, waarbij zowel de verzoeker als zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde van de minister en een tolk aanwezig waren.

De voorzieningenrechter heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in de hoofdzaak, zaaknummer NL25.9272, en heeft geconcludeerd dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, aangezien er al een uitspraak op het beroep was gedaan. Om deze reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 30 mei 2025 en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.9273
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , V-nummer: [V-nummer] , verzoeker

(gemachtigde: mr. S. Oukil),

en

de Minister van Asiel en Migratie, (gemachtigde: mr. S. Kuster).

Procesverloop

Met het besluit van 21 februari 2025 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De minister heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de behandeling van het beroep (met kenmerk: NL25.9272), op 8 mei 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben verzoeker en zijn gemachtigde deelgenomen, evenals de gemachtigde van verweerder. Ook was tolk D.A. Ochieng aanwezig.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL25.9272, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S. van den Broek, griffier.
zaaknummer: NL25.9273
2
Uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
30 mei 2025

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.