In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een vervoersvoorziening. Eiser, een beroepsmilitair, had eerder een financiële tegemoetkoming ontvangen voor de aanschaf van een aangepaste auto, maar zijn aanvraag voor verlenging werd afgewezen door verweerder, de staatssecretaris van Defensie. Verweerder stelde dat eisers inkomen te hoog was voor een vervoersvoorziening, waarbij hij geen rekening hield met door eiser opgevoerde aftrekposten. De rechtbank constateert dat er een zorgvuldigheidsgebrek is, omdat verweerder pas in een aanvullend besluit op bezwaar de aftrekposten heeft betrokken bij de berekening van het inkomen. Eiser had in beroep een lager bedrag aan aftrekposten opgevoerd dan in de bezwaarfase, wat duidt op onduidelijkheid over de regels. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit, waarbij verweerder wordt opgedragen binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. Eiser krijgt het griffierecht terug.