In deze zaak heeft Rubix B.V. beroep ingesteld tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) wegens het niet tijdig beslissen op een verzoek tot herbeoordeling van een WIA-uitkering. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep gegrond is. De rechtbank heeft verweerder, het Uwv, opgedragen om binnen negen weken na de uitspraak alsnog een besluit bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft ook bepaald dat het Uwv het door eiseres betaalde griffierecht moet vergoeden en dat verweerder de proceskosten van eiseres moet betalen, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht, omdat het beroep kennelijk gegrond was. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de achterstanden bij het Uwv als gevolg van een tekort aan verzekeringsartsen, wat heeft geleid tot het niet tijdig nemen van besluiten.