ECLI:NL:RBDHA:2025:9565
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- S.G.M. van Veen
- S.J. Valk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak
Op 7 mei 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker die een voorlopige voorziening vroeg na de afwijzing van zijn asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. De minister had op 20 februari 2025 de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker was het niet eens met deze beslissing en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 9 april 2025, waar de gemachtigde van verzoeker en de gemachtigde van de minister aanwezig waren, is het verzoek behandeld. De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak van 7 mei 2025 het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat er inmiddels een uitspraak was gedaan in de aanverwante zaak NL25.9262, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig was. De voorzieningenrechter heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.