In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op haar bezwaar tegen de afwijzing van haar WIA-uitkering. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een beslissing op het herbeoordelingsverzoek is overschreden. Eiseres had op 18 juli 2023 bezwaar gemaakt tegen het besluit van 3 juli 2023, waarin haar aanvraag voor een uitkering werd afgewezen. Op 15 maart 2025 heeft zij beroep ingesteld wegens het uitblijven van een beslissing. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is, omdat het Uwv niet tijdig heeft beslist. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen negen weken na de uitspraak alsnog een besluit bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van het griffierecht en de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. N.E.M. de Coninck op 5 juni 2025.