ECLI:NL:RBDHA:2025:9478
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot afgifte van vertrouwelijke stukken in kort geding
In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter mr. H.J. Vetter op 20 mei 2025, hebben eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. Ch. M. van Beuningen, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.W. Fakiri. De eisers vorderden op grond van artikel 194 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) dat gedaagde, die in een artikel 12 Sv procedure stukken had ontvangen, deze stukken zou afgeven aan hun advocaat. De stukken waren echter verstrekt onder de voorwaarde van vertrouwelijkheid, wat door de voorzieningenrechter als een gewichtige reden werd aangemerkt om de vordering af te wijzen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vertrouwelijkheid van de stukken, verkregen in een besloten artikel 12 procedure, niet kon worden doorbroken. De eisers werden geadviseerd om zich tot de politie of het Openbaar Ministerie te wenden voor een afschrift van de documenten. De vordering werd afgewezen zonder proceskostenveroordeling.