In deze zaak heeft MRN B.V. een verzoek ingediend tot voorlopige bewijsverrichtingen, waaronder het houden van een voorlopig getuigenverhoor en het verstrekken van afschriften van bepaalde documenten. MRN stelt dat [verweerster] B.V. facturen onterecht onbetaald laat en dat zij bewijs wil verzamelen voor een te starten bodemprocedure. De rechtbank heeft de procedure besproken tijdens een mondelinge behandeling op 25 maart 2025, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun advocaten en bestuurders.
De rechtbank heeft vastgesteld dat MRN facturen heeft gestuurd aan [verweerster] en dat er op 25 juli 2024 een gesprek heeft plaatsgevonden over deze facturen. MRN verzoekt om afschrift van gele aftekenlijsten en een voorlopig getuigenverhoor voor vijf getuigen. [verweerster] verzet zich tegen het verzoek tot afgifte van de aftekenlijsten, maar staat een voorlopig getuigenverhoor niet volledig af. De rechtbank heeft de verzoeken van MRN en het tegenverzoek van [verweerster] afgewezen, omdat niet aan de voorwaarden voor toewijzing van de verzoeken was voldaan.
De rechtbank concludeert dat MRN onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor haar verzoeken en dat de getuigen die zij wenst te horen niet relevant zijn voor de beoordeling van de zaak. De rechtbank heeft ook het tegenverzoek van [verweerster] afgewezen, omdat dit niet voldoende was onderbouwd. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is gegeven door mr. H.J. Vetter en in het openbaar uitgesproken op 6 mei 2025.