ECLI:NL:RBDHA:2025:9346
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen een bestuursrechter in een bestuursrechtelijke procedure
Op 26 mei 2025 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen de bestuursrechter mr. C.W. Griffioen. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op de bewering dat de bestuursrechter haar stem had verheven en de verzoeker niet aan het woord had gelaten voordat zij haar oordeel gaf over het procesbelang. De wrakingskamer oordeelde dat de wrakingsprocedure niet bedoeld is voor klachten over de bejegening ter zitting, zoals het verheffen van de stem. De wrakingskamer concludeerde dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor vooringenomenheid van de bestuursrechter. De bestuursrechter had in haar reactie op het wrakingsverzoek aangegeven dat zij de verzoeker uitleg wilde geven over het procesbelang, maar dat de verzoeker haar herhaaldelijk onderbrak. De wrakingskamer wees het verzoek tot wraking af en bepaalde dat de procedure in de hoofdzaak voortgezet zou worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.