ECLI:NL:RBDHA:2025:9341
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van Ziektewet-uitkering en geschiktheid voor arbeid na medische beoordeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 juni 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een tuinbouwmedewerkster, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres had beroep ingesteld tegen de beëindiging van haar Ziektewet-uitkering per 3 juni 2023, na een besluit van 5 juni 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres beperkingen ondervond bij het verrichten van haar eigen arbeid, maar dat zij met inachtneming van deze beperkingen geschikt was voor andere functies. De rechtbank heeft de medische en arbeidskundige beoordelingen van de verzekeringsartsen gevolgd en geoordeeld dat de rapporten zorgvuldig tot stand zijn gekomen en geen tegenstrijdigheden bevatten. Eiseres heeft aangevoerd dat haar klachten onvoldoende zijn meegewogen, maar de rechtbank oordeelde dat de verzekeringsartsen voldoende rekening hebben gehouden met haar klachten. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, wat betekent dat de beëindiging van de ZW-uitkering terecht was. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.