ECLI:NL:RBDHA:2025:9329
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlaging van bijstand op grond van de Participatiewet en de Afstemmingsverordening
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de verlaging van de bijstand van eiser met 30% op grond van de Participatiewet (Pw) over april 2024. Eiser, die sinds 24 juli 2017 bijstand ontvangt, heeft drie ondernemingen geregistreerd bij de Kamer van Koophandel. Verweerder heeft de bijstand verlaagd omdat eiser niet voldeed aan de verplichting om twee van zijn ondernemingen op te heffen, zoals opgelegd in het toekenningsbesluit. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder, dat de verlaging handhaafde. De rechtbank heeft de zaak op 8 april 2025 behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat eiser niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan en dat de verlaging van de bijstand gerechtvaardigd is. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat de verlaging onaanvaardbare gevolgen voor hem heeft. De rechtbank concludeert dat verweerder voldoende rekening heeft gehouden met de persoonlijke situatie van eiser en dat de maatregel in overeenstemming is met de wetgeving. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. N.E.M. de Coninck en is openbaar uitgesproken op 20 mei 2025.